Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

2 aspecten emoties

  • Intensiteit (arousal, zwak sterk)
  • Emotionele valentie(positiever of negatiever)
    • Functie is van het limbisch systeem (circuit van Papez)
    • Laesies limbisch systeem kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor emotionele gedrag: Effecten worden duidelijk bij Kluver-Bucy-syndroom en elektrische stimulatie (experiment maar ook epilepsie)
  • Functie van de in hersenstam gelegen formatio reticularis
  • Beschadiging formatio reticularis, gevolg patiënt gaat zich apathisch gedragen.
Lees meer...

Horizontale dimensie

  • Linker hemisfeer, spraak (taal), fijne motoriek, inhiberen emotionele reacties
  • Rechter hemisfeer, waarneming van ruimtelijke verhoudingen, sterk betrokken bij (negatieve) emoties
Lees meer...

Verticale dimensie

  • Lagergelegen hersenniveaus (hersenstam, limbisch systeem), zorgen voor meer primitieve functies (slapen, eten, emoties)
  • Hoger gelegen hersenniveaus (neocortex), verantwoordelijk voor de meer complexe, cognitieve operaties (waarneming, spraak, motoriek)
Lees meer...

Hersengebieden:

Bij meest voorkomende psychische stoornissen (stemmings-, angststoornissen, schizofrenie) geen grove hersenbeschadigingen of – afwijkingen. Beschadigingen of afwijkingen van hersenen (laesies) kunnen soms toch symptomen veroorzaken die bij psychische stoornissen voorkomen.

Lees meer...

Neurotransmitters en angst: GABA

  • (selectedrende, exciterende werking) komen sterk verspreid voor in de hersenen. Zijn dus essentieel voor de excitatie-inhibitiebalans in hersenen. Bij sommige psychische stoornissen, b.v de angststoornissen, balans doorgeslagen in te hoge activatie.
  • Benzodiazepinen (diazepam, seresta, temesta) ondersteunen inhiberende functie van GABA, angstdempende behandeling van nervositeit angststoornissen en slaapklachten. Bestrijden alleen de symptomen en niet de oorzaken (bijvoorbeeld geen aanwijzing dat patiënten met angstklachten structureel tekort GABA hebben)

Kanttekeningen neurotransmitters: onderzoek rol neurotransmitters bij psychische stoornissen is buitengewoon vruchtbaar gebleken.

2 problemen spelen dit onderzoek echter parten:

  • Causaliteitsvraagstuk: leidt verstoring in neurotransmitterhuishouding tot psychopathologische symptomen of is verstoring verschijnsel van die symptomen.
  • Aanname psychopathologische fenomenen bestaan uit goed herkenbare en opzichzelfstaande syndromen en neurotransmitterafwijkingen samenhangen met die syndromen (aanname zeer twijfelachtig) lijkt aannemelijker dat neurotransmitterafwijkingen samenhangen met symptomen die bij tal van syndromen kunnen optreden (serotonine, controle agressieve impulsen: depressie met suïcidepoging en agressief dwangmatig (verlies impulscontrole resultaat: tegen zichzelf of naar buiten gerichte agressie of agressieve dwangvoorstellingen)

Lees meer...

Monoaminehypothese

depressie ontstaat door tekort aan noradrenaline en/of serotonine. Monoamine-oxidase (MAO) enzym betrokken bij afbraak van zowel noradrenaline als serotonine. MAO-remmers (afbraak transmitters remmen bijv. phenelzine) en tricyclische antidepressiva (heropnamen verhinderen bijv imipramine) zijn succesvol bij behandeling depressies. Versterken werkzaamheid noradrenaline en serotonine.

Echter niet elke depressieve patiënt heeft tekort aan noradrenaline en serotonine. Twee groepen depressieve patiënten:

1 Tekort aan noradrenaline dat periodiek kan omslaan in overmaat noradrenaline (dit laatste kan leiden tot een manische fase van een bipolaire stoornis)

2 Tekort aan serotonine (hangt voornamelijk samen met bepaalde kenmerken van depressie zoals suïcide pogingen)

  • Samenhang tussen monoamines en andere biologische verstoringen blijkt veel complexer dan men dacht. Balans tussen verschillende neurotransmitters belangrijker dan absolute niveau van een enkele neurotransmitter.
  • Defect serotoninehuishouding hangt samen met algemeen cognitief en affectief disfunctioneren en is niet specifiek gerelateerd aan stemmingsstoornissen (ook schizofrenie)

Lees meer...

Dopamine hypothese

overmaat dopamine leidt tot symptomen van schizofrenie

2 empirische pijlers:

  • Drugs die het vrijkomen van dopamine stimuleren (dopamineagonisten amfetamine) kunnen psychotische symptomen veroorzaken (vergelijkbaar schizofrene symptomen vooral paranoïde symptomen)
  • Antipsychotische medicijnen (neuroleptica, chloorpromazine, haloperidol) blokkeren de werking van dopamine en ze reduceren bijgevolg de dopamine activiteit (dopamineantagonisten).

Toch ook moeilijk te rijmen bevindingen:

  • Niet altijd het geval dat patiënten met schizofrenie verhoogde spiegel van afbraakproducten van dopamine hebben
  • Neuroleptica reduceert direct dopamine activiteit therapeutisch effect op psychotische symptomen treedt pas na dagen op en veel mensen geen baat bij dopamine-antagonisten. Veronderstelt relatie tussen dopamine en serotonine bij anti-pschygotische medicijnen. Bewijs clozapine medicijn dat zowel serotoninerge en dopaminerge systemen beïnvloedt.
  • Schizofrenie, afwijkingen in meerdere neurotransmittersystemen: (1) dopamine (2) serotonine (3) GABA (4) Glutamaat, speelt belangrijke rol route hippocampus, prefrontale cortex, thalamus. (verminderde activiteit) en er is verbinding met dopaminerge systemen. Dus niet in strijd met dopamine hypothese.

Lees meer...

Neurotransmitters

Neuronen, bouwstenen van hersenen primaire taak geleiding van informatie op twee manieren binnen de neuronen, elektrische informatie geleiding en tussen neuronen, chemisch geleid. 3 algemene inzichten neurotransmitters:

  • Niet willekeurig verspreid maar concentratie in bepaalde hersengebieden waarvan soms bekend is in welke psychologische functies of processen (beweging, aandacht, stemming) ze een rol spelen
  • Geen statisch geheel, maar voortdurend opgebouwd (gesynthetiseerd) en afgebroken (tekort of overschot optreden) dit proces kan worden beïnvloed met psychofarmaca
    • Agonisten, verhogen activiteit (1) synthese (aanmaak) vergroten

(2) Opname verminderen.

  • Antagonisten, verlagen activiteit (1) synthese remmen

(2) Postsynaptische receptoren blokkeren.

5 factoren die de synaptische overdracht beïnvloeden:

  • Hoeveelheid neurotransmitter in synaptische spleet (productie, katabolisme heropname)
  • Blocking agents, chemische stoffen die lijken op neurotransmitter en dus op receptoren passen maar prikkelen postsynaptische neuron niet (passen op slot maar deur gaat niet open) Ze voorkomen dat neurotransmitter postsynaptische neuron kan stimuleren (zit al verkeerde sleutel in het slot waardoor de juiste er niet meer in kan)
  • Remmende neuronen, bij vuren remt het de prikkeloverdracht tussen pre- en postsynaptische neuronen (1) Presynaptische neuron maakt minder neurotransmitter vrij (2) Ppostsynaptische neuron gevoeligheid neemt af
  • Neuronengevoeligheid
  • Aantal receptoren op postsynaptische neuron.

Dopamine bevindt zich in hersengebieden verantwoordelijk voor motoriek. Ziekte van Parkinson is sprake van tekort aan dopamine. (Leva-dopa toedienen wordt omgezet in dopamine)

Neurotransmitters en schizofrenie: DOPAMINE

  • Dopamine te vinden in (1) lager gelegen hersengebieden (hersenstam) (2) hoger gelegen hersengebieden (neocortex, speelt neurotransmitter waarschijnlijk rol bij geavanceerde psychologische processen als waarnemen en denken)
  • Dopamine maakt communicatie tussen subcorticale en corticale hersengebieden mogelijk.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen