Linguistiek : studie van de natuurlijke taal.
Systeemlinguistiek : Taal als systeem met regels
Fonologie : studie van het klankensysteem
- kleinste significant = foneem ( vb. in het Nederlands: b en p)
- fonologische kennis maakt het ons mogelijk om gekende woorden correct uit te spreken, om te weten hoe onbekende woorden zouden moeten klinken, belangrijke en onbelangrijke klankvariaties in taal op te merken, vreemde accenten op te merken, en nieuwe woorden te maken die correct klinken.
Semantiek : studie van het betekenissysteem , woordformatie en de interne structuur van woorden.
- Kleinste eenheid = morfeem
- Vrij morfeem = zelfstandig naamwoord (vb. poes)
- Gebonden morfeem : voor of achter vrij morfeem (vb. –achtig, -tje)
- Morfologische kennis maakt het ons mogelijk om een geluidsstroom in betekenisvolle eenheden op te delen, om de vorm en de betekenis van woorden te herkennen, te zien hoe het toevoegen of weglaten van een morfeem de betekenis verandert, en om nieuwe woorden te maken
Syntaxis ; studie van structuur van de regels die de samenvoeging van woorden tot begrijpelijke zinnen mogelijk maken
- kleinste eenheid is de zin
- zonder grammaticale structuren zouden we de ambiguïteit van de zinnen niet inzien (vb. de jongen die jan heeft geslagen).
- syntactische kennis: maakt het ons mogelijk om grammaticaal correcte en incorrect combinaties van woorden te ontdekken, om woorden in de juiste volgorde te zetten en om te zien hoe het wijzigen van de volgorde kan leiden tot het wijzigen van de betekenis, om zinnen te produceren die we voordien nog nooit gehoord hebben en om ambigue zinnen te herkennen.
Pragmatiek : studie van sociale context van taal : bestudeert de taaluitdrukkingen en de sociale context waarin ze past.
- Kleinste eenheid is het discours
- Kenmerkend: de idee van de ‘adaptability of language’: de interactanten dienen hun taalgedrag steeds aan te passen aan de eisen van de context
- Pragmatische kennis maakt het ons mogelijk om de communicatieve doelstellingen van de anderen te interpreteren, om te zien hoe de context onze taalkeuzes beïnvloed, om taalkeuzes te maken die onze intenties op de juiste manier communiceren, en om rekening te houden met informatie over de sociale wereld en de kennis daarvan bij de gesprekspartner.
De “ coordinated management of meaning theorie” (CMM): laat ons verstaan op welke manier individuen context gebruiken om een pragmatische betekenis aan te duiden. Zij geloven dat als je succesvol wilt communiceren je rekening moet houden met 4 levels van context:
- Episode: de situatie waarin we ons bevinden tijdens een interactie
- Relatie: verwijst naar de rolverplichtingen die we ervaren t.o.v. de andere, vb. docent <-> student
- Life script : een professionele of persoonlijke identiteit vb. liefdevolle ouder, creatieve artiest, strenge prof,..
- Cultural management: verwijst naar de culturele normen die we delen met anderen identiteit gebaseerd op nationaliteit , religie , bestaande cultuur van examineren binnen de Vlaamse universitaire context.