Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Waarde als maatstaf: Parsons patroonvariabelen

Ieder die handelt, moet keuzes maken. Hierdoor doet men beroep op waarden die als maatstaven worden opgevat. Zonder hen zou de handelende aan vertwijfeling en besluiteloosheid tenonder gaan.

Er zijn een aantal basiskeuzeproblemen die telkens opnieuw terugkomen, in welke handelingssituatie dan ook, en in eender welke culturele en historische context. Ze liggen aan de basis van de patroonvariabelen: variabelen die de keuzemogelijkheden van de actor vastleggen.

Iedere variabele geeft twee keuzemogelijkheden aan (dichotoom). Culturen, groepen en individuen kunnen getypeerd worden volgens fundamentele keuzes die ze gemaakt hebben.

Drie basiskeuzen:

  • affectiviteit (emotionele dimensie is overal aanwezig) en affectieve neutraliteit (bureaucratie) (emoties worden onderdrukt; vaak bij grotere formele groepen)
  • diffuse (geen onderscheid tussen verschillende domeinen, vaak informeel; vrienden) en specifieke (blijft beperkt tot een domein; tandarts) interactie
  • particularisme (rekening houden met bepaalde persoon waarmee men interageert) en universalisme (elk individu wordt op dezelfde manier behandeld)
  • afkomst (toegeschreven, “ascribed status”, geslacht) en prestatie (verworven, pianist)

Men kan individuen en culturen vergelijken op basis van deze vier beperkte keuzemogelijkheden. Dit is niet zo evident. Het is mogelijk dat culturen niet zozeer verschillen in de keuzes tussen de genoemde opties maar meer in de soort van keuzes waarvoor ze gesteld worden.

Parsons veronderstelt ten onrechte dat het universele waardensysteem beschreven kan worden a.d.h.v. een beperkte reeks basisdimensies. Hij ziet over het hoofd dat ook de keuzevragen zelf historisch en cultureel bepaald zijn. Toch kreeg zijn model heel wat empirische navolging, bv. Hofstede.

Lees meer...

Waarden

Lange tijd: moralistische ondertoon ~> opvoedkundige oogmerken. Parsons: ook nog MAAR patroonvariabelen ook nuttig voor empirisch onderzoek.

Pas recent: echt waardenonderzoek: baanbrekend werk van Milton Rokeach: basis van internationaal vergelijkend waardenonderzoek en Europees Waardenonderzoek.

Robinson en Shaver: vijf subvelden in axiologie (waardenleer)

  • Telische waarden: levensdoelen, en de middelen om die te bereiken
  • Ethische waarden: over goed en kwaad
  • Esthetische waarden: mooi of lelijk
  • Epistemologische waarden: waar of onwaar
  • Economische waarde: nuttig/waardevol

Elchardus: twee categorieën

  • Waarden als doelen (telische doelen dus), wat nastrevenswaardig is.
  • Centraal in het werk van Rokeach.
  • Waarden als standaarden en criteria waarop men een beroep doet om een oordeel te kunnen vellen, m.a.w. om een onderscheid te kunnen maken tussen opvattingen, handelingen, ideeën, doelen en motieven (alle andere bovenstaande waarden).

Centraal in het werk van Parsons.

Lees meer...

Carnaval: het ritueel opschorten van de orde

Bepaalde hiërarchieën stuiken ineen of worden omgekeerd. Recht en moraal zijn onbestaande. Omkering of opheffing van de orde.

Het echte radicale feestvieren is overal verdwenen, behalve in Mexico (Paz). De maatschappij wordt een dansende, kolkende massa.

Carnaval is een rituele uitlaatklep die alle spanningen zou moeten laten verdwijnen, zodat nadien de sociale orde des te steviger wordt. Op gekanaliseerde wijze kunnen emoties van ongenoegen en frustraties de vrije loop gelaten worden. Ook de voor het ritueel zo kenmerkende gedragsvoorschriften zijn er; zo moet men de gek uithangen.

Niet iedereen is het eens met deze functionalistische visie op carnaval als een ordebestendigend ritueel. Bahtkin vindt dat carnaval niet in zijn functionaliteit bekeken moet worden; het heeft een doel op zich, nl. het burleske vieren van het lichaam.

Lees meer...

Mimicry

Alles wat luidruchtig, kunstmatig of bizar is. De mens houdt op met zichzelf te zijn en wordt een ander. Dit wordt geaccepteerd. Hierdoor kunnen we een verborgen of geplaagd deel van ons bevrijden.

Lees meer...

Alea

Geluksspelen waarbij de mens zich met een bijna religieuze passiviteit overgeeft aan krachten die hij niet beheerst en waarbij hij alleen invloed heeft op het resultaat als hij vals speelt.

Lees meer...

Agon

Rivaliserend in alle opzichten. Spelen waarbij ofwel kracht, behendigheid en uithoudingsvermogen beslissend zijn, ofwel de intelligentie van de rivalen, ofwel een combinatie van dit alles.

Lees meer...

Kenmerken van het spel

Ieder spel is een vrije handeling. Het spel is niet onderworpen aan natuur-wetmatigheden noch aan morele dwang. Spel is zodoende overbodig, ook de maatschappij eist het niet van ons. De sfeer van het spelen is scherp afgebakend van de sfeer van het moeten, de plicht, de taak.

Het spel is scherp onderscheiden van het “gewone” leven. In het spel wordt de dagelijkse orde opgeschort en wordt een andere rol in de plaats gesteld. Creatie van een “alsof-wereld”.

De speler gaat volledig op in het spel. De concentratie tijdens het gewone leven is vaak minder dan tijdens het spel. Dit heeft te maken met een verhoogd gevoel van zin en met een element van spanning en uitdaging.

Men ervaart het spel als een wereld die veel samenhangender is dan de echte en men kan zich er feilloos in oriënteren. Het spel is steeds een uitdaging voor de speler. Het spelverloop staat niet vast, maar de speler kan de afloop wel in zijn voordeel beslechten, mits hij zich ten volle inspant, oefent en concentreert.

Dit alles verhoogt de betrokkenheid en maakt dat de speler zich tijdens het spelen vitaler voelt dan in het echte leven.

Het spel is in ruimte en tijd in zichzelf besloten. Spelers kennen slechts datgene wat belangrijk is in het spel. Iedere referentie naar iets buiten het spel verstoor het spelen en dreigt het spel kapot te maken. Een spelbreker is erger dan een valsspeler daar hij de illusio, de betovering van de spelsfeer, verbreekt.

Het spel gebeurt in een afgebakende speelruimte. Het zijn tijdelijke werelden binnen de gewone, ter volvoering van een gesloten handeling.

Door de zelfbeslotenheid en de afgebakende vorm, is het spel makkelijk herkenbaar en herhaalbaar (terug van nul beginnen). Het element herhaling hoort ook vaak tot de inwendige structuur van het spel: zeer veel spelen zijn gebaseerd op het principe van beurtwisseling.

De afgebakende sfeer is ordelijker dan de echte wereld. Aan de spelorde kan niet getornd worden. Zolang het spel gaande is, heerst er absolute orde: spelregels.

Huizinga’s speltheorie is een typisch voorbeeld van een fenomenologische analyse. Hij probeert het wezen van het spel zo scherp mogelijk voor de geest te halen en het dan te beschrijven. In het gebruikelijke empirische onderzoek kan men er niet makkelijk mee werken maar het levert wel interessante inzichten op. Daarom grijpt men vaak terug naar de typologie van Callois.

Lees meer...

Spel omwille van het spel

Een goed begrip van spel en spelen moet dus steeds vertrekken van de beleving van de speler zelf. Belangrijk zijn de opvattingen, waarden, ideeën en beelden waardoor de speler zich tijdens het spel laat leiden. Men dient in de woorden van Weber het spel “verstehen”.

Lees meer...

Biologische en psychologische functies van het spel

  • Organisme moet zich van overtollige energie ontdoen.
  • Spel is een gevolg van een “aangeboren neiging tot imitatie”.
  • Spel bevredigt de behoefte aan ontspanning.
  • Spel bevredigt de aangeboren drang tot competentie.
  • Spel bevredigt een macht- en controlebehoefte.
  • Het is een vorm van oefening.
  • Vormt een mogelijke aanvulling of correctie op een eenzijdige levenswijze.
  • In het spel kunnen driften gesublimeerd worden.
  • Het spel bevredigt de wensen die in werkelijkheid onvervuld blijven en versterkt daarmee het persoonlijkheidsgevoel.
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen