- ‘Actual Self’ wat iemand (jij of iemand anders) gelooft dat je bezit (realiteit)
+ Own actual en Other actual is het zelfconcept!
- ‘Ideal Self’ wie jij graag zou zijn en/of wie andere mensen willen dat je bent (wens)
- ‘Ought Self’ wie je volgens jezelf zou moeten zijn en of. Wie je volgens anderen zou moeten zijn (plicht)
Wees realistisch, creeer een realistisch beeld van jezelf en ook van de toekomst
Heb realistische verwachtingen!
Heb de wilskracht om te veranderen!
Heb het talent om te veranderen!
COGNITIEF CONSERVATISME
Dit concept zorgt ervoor dat we de neiging hebben om ons vast te houden aan een zelfconcept. Hierbij gaan we op zoek naar mensen die je werkelijke zelf bevestigen. We zijn minder bezorgd om de waarheid te leren over onszelf en meer op zoek naar het versterken van een gedeeld zelfconcept.
Het is vaak dat we ons oude/slechtere zelfconcept blijven zien, en er een ongeloof heerst bij het nieuw/betere zelfconcept --> anderen zien je mooier dan hoe jij jezelf ziet. (dit kan ook omgekeerd, bv. jezelf als tof zien terwijl je dit niet bent)
Problemen ontstaan wanneer we weigeren van een fout beeld af te stappen. Men gaat ongelukkiger leven wanneer je een fout beeld blijft hebben van jezelf. Dit heeft een invloed op het feit dat je je minder talentvol gaat gedragen of minder belang gaat hechten aan vriendschappen. Ontstaan van zelfbedrog en gebrek aan groei. Als je een onrealistisch beeld van jezelf hebt zie je de behoefte om te veranderen niet. In plaats van nieuwe talenten aan te leren of te werken aan relaties blijf je vasthangen aan je vertrouwde desillusie. Je denkt dat alles oké is . Deze disillusie wordt moeilijk te handhaven en dat resulteert tot een derde probleem: defensiviteit
Self-fulfilling prophecy
= Het zelf beinvloedt ons toekomstig gedrag en ook dat van anderen!
2 types:
1) self-imposed prophecies: wanneer je eigen verwachtingen invloed hebben op je gedrag. Als we weinig zelfvertrouwen hebben, hebben we meer ‘troubled’ relaties. Deze SFP kan ook zorgen voor zekerheid in het zoeken naar een job.
2) other-imposed prophecies: wanneer verwachtingen van anderen een invloed hebben op je gedrag.
Voorbeeld: ‘Pygmalion in the classroom’ wanneer leerkrachten info krijgen dat een kind slim is dan behandeld die persoon dat kind ook zo. Gevolg: kind presteert beter! Dit geld ook omgekeerd wanneer een leerkracht een kind als dom behandelt.
1. Persoonlijkheid
H Stabiel door heen het hele leven
H Moeilijk om te veranderen
H Wordt gedeeltelijk ‘geerft’ van de ouders = genetische basis!
H Persoonlijkheid = gedeelde genen + ongedeelde genen + gedeelde omgeving + ongedeelde omgeving!
2. Zelf- herkenning
H Wordt spontaan ontdekt
H Kan niet aangeleerd owrden
H Andere dieren hebben het ook (= dit is bewijs voor een lange evolutionaire geschiedenis)
Zelf is gebouwd op ervaringen en hoe andere mensen ons zien.
MAAR de basis van dit zelf is biologisch en sterk, krachtig!
Er is duidelijk een wisselwerking tussen nature and nurture! Ze hebben beide invloed op het zelf.
1. Als jong kind
Ouder-kind jeugdherinneringen
Genderverschillen
Negatieve ervaringen
Dit zorgt ook voor een hogere zelfwaardering later in het leven.
2. In de puberteit
Aandacht
Roddelen en het zelf
Het belang van negatief gesprek voor de zelfwaardering
Maar we houden meer van little talk
Het zelf heeft ook een impact op hoe we verhalen vertellen
Zelf-herkenning is een voorwaarde voor de ontwikkeling van het ‘zelf’ concept!
18-14 maanden = het kind herkent zichzelf in de spiegel! Na deze ontwikkeling kunnen persoonlijke acties de basis van het ‘zelf’ worden.
Tekst McLean: Selves creating stories creating selves
Doorheen verschillende culturen, genders en emoties : 90% van de emotionele ervaringen zijn openbaar voor andere mensen. We praten heel veel over onzelf!
Zelfconcept = wie je denkt wie je bent, percepties die je hebt over jezelf. Dit is gebaseerd op persoonlijke ervaringen en hoe anderen je zien. Het is ons meest belangrijk proces. Weten wie je bent is essentieel omdat je zonder een zelfconcept moeilijk in de wereld kunt handelen.
Zelfwaardering = verschaft evaluaties van de waardering van jezelf. Je zelfwaardering bepaald hoe je je voelt over je kwaliteiten.
+ Deze verschillende opvattingen verklaren het feit dat mensen zichzelf niet graag hebben. Meestal zijn ze er dan ook van overtuigd dat anderen hen ook niet graag hebben. Mensen denken dat anderen constant kritiek hebben.
YOU OTHERS
SELF
How? How?
1. recognition 1.ToM
2. memory 2.communication
(communication!) verbal/non-verbal
intentional/onintentional
We vergelijken onszelf met anderen! Je kan zowel opwaarts als neerwaarts vergelijken! Bv. je beter voelen door iemand die volgens je zelf ‘minder’ is.
+Bv. Meisjes zijn minder tevreden met het eigen lichaam nadat ze naar foto’s van dunne vrouwen,
schoonheidsidealen, modellen,.. hebben gekeken.
+ Onderzoek dit geldt ook bij celebrities + het effect is het sterkst bij meisjes onder de 17 jaar.
MAAR het zelf beïnvloedt ook de manier waarop jijzelf anderen beoordeeld!
Bv. meisjes met een laag zelfbeeld beoordelen foto’s van vrouwen als ‘dunner’ dan meisjes met een tevreden lichaamsbeeld.
+ Mannen worden ook beïnvloed door mannen in de media. MAAR enkel gespierde mannen zorgen voor invloed + hun lichaams-ontevredenheid leidt niet direct tot meer consumptie van schoonheidsproducten.
Wat wij als ‘mooi’ bestempelen, hangt af van wat anderen als ‘mooi’ bestempelen!
De sociale overdracht van aantrekkelijke ‘gezichts-kenmerken’ beïnvloedt de beoordeling van aantrekkelijkheid van mannen!
+ Wanneer een vrouw kijkt en lacht naar een man, vinden andere vrouwen deze man ook ‘meer aantrekkelijk’!
Zelf = hoe anderen je zien EN hoe je denkt dat anderen je zien!
+ Link met interpersoonlijke communicatie: wie je bent reflecteert je communicatie met anderen.
