Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Eerste woordjes

  • 6 maanden: kinderen beginnen de betekenis van de woorden te begrijpen:
    Als ze luisteren kunnen ze ‘mama’ en ‘papa’ onderscheiden (TV-experiment)

  • 1 jaar: kinderen zeggen hun eerste woorden:
    • Belangrijke mensen (“mama”, “papa”)
    • Alles wat beweegt (“auto”, “bal”, “kat”)
    • Bekende handelingen (“da-da”, “op”, “meer”)
    • Resultaten bekende handelingen (“vuil, “nat”, “heet”)

Sommige eerste woorden hebben een samenhang met cognitieve prestaties
Bv. object-permanentie: “alles weg”, “allemaal weg”

Kinderen zijn gemotiveerd om woorden te leren die relevant zijn voor probleem-oplossen.
Ook emoties beïnvloeden het leren van de eerste woordjes
Bv. Een kind roept enthousiast “schoen” omdat het kind weet dat wanneer je je schoenen aandoet, je naar buiten gaat en iets leuks gaat doen.

Kinderen hebben probleem van onder- en overextensie:

> Onderextensie:

  • woord wordt toegepast op kleiner aantal voorwerpen of gebeurtenissen dan waarvoor ze geschikt zijn. De term wordt te eng toegepast
  • Bv. “beer” enkel gebruiken voor de eigen teddybeer, maar niet voor de beer in de zoo

> Overextensie:

  • Woord wordt toegepast op bredere verzameling van woorden of gebeurtenissen dan waarvoor het geschikt is. De term wordt te breed toegepast
  • Bv. “auto” voor personenwagens, vrachtwagens, treinen, bussen, ...
  • Men denkt dat kinderen overgaan tot overextensie omdat ze het juist woord niet kunnen herinneren.

Wanneer kinderen er niet in slagen om een woord uit te spreken wil nog niet zeggen dat ze dat woord niet kennen:

> Spreken -> vaker overextensie

> Begrijpen -> minder vaak overextensie

Lees meer...

Voorbereiding op praten

> Eerst vocalisaties

  • Rond 2 maanden maakt baby klinkerachtige geluiden
  • bv. ‘ooo’ of ‘aaa’

> Dan brabbelen

  • Vanaf 4 maanden medeklinkers toegevoegd en medklinker-klinker combinatie herhaald in lange reeksen
  • Bv. ‘bababababa’ of ‘dadadadada’

Om verder te ontwikkelen, moet baby menselijke spraak kunnen horen. Dove kinderen worden blootgesteld aan gebarentaal en maken gebruik van brabbelen met hun handen zoals andere kinderen doen door spraak. Kinderen die niet doof zijn maar wel dove ouders hebben produceren brabbelgelijke gebaren met het ritmische patroon van natuurlijke gebarentaal.

> Vervolgens echt gaan communiceren

  • Gedeelde aandacht
    • Vanaf 4 maanden kijkt baby in dezelfde richting als de volwassene
    • Volwassenen kijken in zelfde richting als baby en benoemen de omgeving
    • Leren: begrijpen taal, produceren van woorden en ontwikkeling woordenschat
  • Geven en nemen
    • Vanaf 1 jaar gaan kinderen heel actief willen meedoen met spelletjes waarbij spelers elk om beurt meedoen: handjeklap en kiekeboe
  • Preverbale gebaren
    • Gebruikt om gedrag van anderen te beïnvloeden
    • Leren: taal leidt tot gewenste resultaten
    • Bv. wanneer kind naar kast wijst reageert ouder met ‘oh wil je een koekje?’. Op deze manier leren kinderen de taal te gebruiken die leidt naar de gewenste resultaten.
    • Later gaan de gebaren verdwijnen en worden woorden dominant

Nabije leeftijd

Mijlpaal

2 maanden

Kinderen vocaliseren, ze maken aangename klinkerachtige geluiden

4 maanden

> Kinderen brabbelen, ze gaan medeklinkers toevoegen aan hun vocalisaties

> Vanaf 7 maanden gaan het brabbelen ook vele geluiden van gesproken taal inhouden

> Kinderen observeren aandachtig het geven-en-nemen spel, zoals handjeklap en kiekeboe

8 – 12 maanden

> Kinderen begrijpen sommige woorden

> Kinderen worden nauwkeuriger in gedeelde aandacht met de opvoeder, die vaak de omgeving benoemd

> Kinderen nemen actief deel aan het geven-en-nemen spel, ze doen elk om beurt mee

> Kinderen gebruiken preverbale gebaren, zoals wijzen, om zo de handelingen van anderen te beïnvloeden

12 maanden

> Het brabbelen houdt ook geluid en intonatiepatronen in van de taalgemeenschap van het kind

> Kinderen zeggen hun eerste herkenbare woord

18 – 24 maanden

> Hun vocabulair breidt uit tot 50 à 200 herkenbare woorden

> Kinderen combineren 2 woorden

Lees meer...

Interactionistisch

Taal ontwikkelt zich door interacties tussen aangeboren capaciteiten en invloeden vanuit omgeving.

2 types van interactionistische theorie:

  • Type 1: informatieverwerking
    • Idee dat kinderen krachtige algemene strategieën toepassen om zo de complexe taalomgevingen te begrijpen
    • Andere interactionisten maken een combinatie van Chomsky en informatieverwerking
  • Type 2: klemtoon op sociale interactie
    • Sociale vaardigheden en taalervaringen zijn belangrijk voor taalontwikkeling
    • Kind heeft een sterk verlangen om met anderen te communiceren

De sociale competentie van de kinderen en hun taalervaringen hebben een grote invloed op hun taalontwikkeling

CONCLUSIE:
Je moet deze 3 theorieën samennemen en combineren om te begrijpen hoe kinderen taal en praten leren. De aangeboren capaciteiten, cognitieve verwerkingsstrategieën en de sociale ervaringen spelen alledrie een rol.

Lees meer...

Nativistisch

Noam Chomsky

language acquisition device’ (LAD) = een aangeboren systeem dat een geheel van regels omvat dat gemeenschappelijk is aan alle talen. Dit systeem laat kinderen toe (ongeacht welke taal ze horen) om te begrijpen en te spreken op een door regels gedreven manier, zodra ze genoeg woorden hebben opgepikt.

Voor:

> Over de hele wereld bereiken kinderen mijlpalen inzake taal in gelijkaardige volgorde

> Taal aanleren enkel bij mensen en niet bij chimpansees

> Als men gebarentaal laat aanleert dan is men daar nooit zo goed in als wanneer op latere leeftijd geleerd (dus: gevoelige periode voor taalontwikkeling)

Tegen:

> Het gemeenschappelijke grammaticale systeem voor alle talen is niet gevonden

> Taalontwikkeling verloopt niet snel, maar geleidelijk

> De linkerhersenhelft staat in voor taalverwerking. Indien deze geblesseerd is, nemen andere regio’s het over.

Lees meer...

Behavioristisch

B.F. Skinner

Taal is zoals elk ander gedrag verkregen door operante conditionering.
-> Wanneer de baby geluid maakt worden deze klanken die het meest lijken op woorden versterkt

Taalontwikkeling is dus volledig toe te schrijven aan invloeden uit de omgeving

Sommige behavioristen steunen op imitatie om snel hele zinnen en uitspraken te leren.
Imitatie kan ook gecombineerd worden met operante conditionering
Bv. Mama zegt “Zeg ‘ik wil een koekje’” en geeft het koekje als cadeau omdat het kindje reageerde met “Wil koekje!”

Probleem: kinderen genereren spontaan vele uitspraken die niet versterkt werden en die niet geïmiteerd zijn

- Dit is geen volledige verklaring!

Lees meer...

Theorieën van taalontwikkeling

Er zijn 3 theorieën over hoe kinderen taal leren:

Behavioristisch

Taal aangeleerd door operante conditionering (versterking) en imitatie

Nativistisch

Aangeboren ‘Language Acquisition Device’ (LAD) bereidt kinderen voor om regels van taal te leren

Interactionistisch

Innerlijke capaciteiten en omgeving werken samen; sociale context is belangrijk. (ligt dicht bij Vygotsky)

Lees meer...

Ontwikkeling van de taal

Snelle ontwikkeling:

> Gemiddeld zeggen kinderen hun eerste woordje op 12 maanden (bereik: 8 – 18 maanden)

> Tussen 1,5 en 2 jaar gebruiken ze al twee-woorden-zinnen

> Op 6 jaar hebben ze al een woordenschat van 10.000 woorden

Lees meer...

Stimuleringsprogramma’s

Verschillende stimuleringsprogramma’s werden ontwikkeld om deze tragische cirkel van armoede te doorbreken, want: kinderen in armoede  daling in IQ en zwakke prestaties op school (door moeilijke thuisomgeving)

Bijvoorbeeld: Carolina Abecedarian Project (‘center-based’)
Kinderen kregen een jaar lang fulltime kinderopvang van hoge kwaliteit. Ze ontvingen stimulaties die doelden op het promoten van motorische, cognitieve, taal en sociale vaardigheden. Op alle leeftijd werd er een speciale nadruk gelegd op rijke, responsieve volwassene – kind verbale communicatie. Alle kinderen ontvingen eet en gezondheidsdiensten. Het voornaamst verschil tussen de kinderen die de behandeling kregen en de controlegroep was de ervaring van de kinderopvang.
Resultaten:

Na 12 maanden was er een verschil in IQ, het IQ van de behandelingsgroep lag hoger. Dit verschil blijft lang behouden, nl. tot de laatste meting, toen ze 21 jaar waren. Daarbij komt dat kinderen die behandeld werden beter presteerden bij wiskunde en lezen doorheen hun schooltijd. De behandelde groep registreerden zich ook vaker bij een universiteit en hadden vaker een gekwalificeerde job.

Stimulering moet op vroege leeftijd (baby’s) beginnen.

Early Head Start (= vroege voorsprong)
Een vroege evaluatie als kinderen 3 jaar zijn:

  • Ouders:
    • Warmer, meer stimulerend opvoeden
    • Minder hard straffen
  • Kind:
    • Vooruitgang in cognitieve en taalontwikkeling
    • Afname agressie

Het meeste effect verkrijg je wanneer je het centrum en thuis combineert
Het is alvast een bemoedigend begin (zie ook hfst. 7)

Opmerking: bij ons zijn dit soort interventies niet nodig door goed kleuteronderwijs en kinderopvang. Bij ons ook regulatie door Kind en Gezin.

Lees meer...

Kinderopvang

Kwaliteit van de kinderopvang heeft een belangrijke invloed op de mentale ontwikkeling!

Probleem: In de VS en Canada is er geen nationale regulering / financiering van de kinderopvang (in Europa wel), hierdoor geen normen en is de kinderopvang sterk beïnvloed door macro-systemen (individualisme, beperkte rol overheid, ...)

Vandaar: ‘developmentally appropriate practice’ = geheel van normen voor opvangprogramma’s die aangepast zijn aan ontwikkelingsbehoeften en individuele behoeften van jonge kinderen.
-> Regels zoals een goede verhouding tussen het aantal oppassers en het aantal oppaskinderen.

Lees meer...

Vroege omgeving

Home Observation for Measurement of the Environment (HOME) is een checklist om informatie te verzamelen over de kwaliteit van de thuisomgeving van kinderen door observatie en door interviews met de ouders.
Een fysieke omgeving die georganiseerd en stimulerend is en ouders die aanmoedigen, betrokken zijn en regelmatig affectie tonen voorspellen IQ bij baby’s en in vroege kindertijd, ongeacht SES of etniciteit. Het is heel belangrijk om te praten met baby’s en peuters.
De kwaliteit van de thuisomgeving (HOME) voorspelt IQ van het kind bovenop het effect van het IQ van de ouders en de opleiding. (dus niet enkel genetisch, ook omgeving speelt een rol !)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen