Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Karl Marx

Situering - linkse hegeliaan, richtte internationale arbeidervereniging op > ‘socialisme’

- geloofde dat filosofie de wereld moest interpreteren én veranderen

Kritiek op Feuerbach ; akkoord met illusie vd godsdienst, maar …

- ‘de universele mens’ = abstractie, kijken naar levende mensen door geschiedenis

= historisch materialisme

- dialectische methode nt zomaar verwerpen; net van belang om nieuwe materialistische theorie te ontwikkelen

- godsdienst = ‘opium vh volk’ -> gehoorzaamheid, volgzaamheid dr machthebbers

-> uitweg uit menselijke ellende; enig ‘zin-zicht’

-> men wint niets door de godsdienst als zin-zicht te verwerpen, tenzij tergelijkertijd

inzicht in ware oorzaken én middelen

Kritiek op burgerlijke revolutie ; relativeert idee ‘Vrijheid, Gelijkheid, Broederlijkheid’

- Vrijheid die burgerij vrijer maakte; geen effect op arbeiders

-> vrij om voor hongerloon te werken in onmenselijke voorwaaren?!

- Gelijkheid ; formele gelijkheid die feitelijke ongelijkheid verborg

-> gelijke kansen? ‘de wet verbiedt arm en rijk onder bruggen te slapen’

- Broederlijkheid ; blijft hierdoor ook niet meer veel van over

 indien ernstig nemen, ook omstandigheden scheppen waarin realiteit kan worden

De ontwikkeling van de mensheid ; # belangerijke stappen

- idee: mens pas ‘mens’: bewust en vrij gaat produceren mbv arbeid

-> plannen, ontwerpen, veranderen, ontwikkelen mbv technologie

- eerste fase: werken om leden vd stam in leven te houden; gn tijd cultuur,wetenschap

= primitieve communisme (weinig verschil dieren; geen klassen)

- dr ontwikkeling technologie -> meer dn voor direct gebruik ; meerproductie

- hierdoor beter planning en arbeidsdeling

- door ruil met andere stammen: handel

- door die handel: # vrijstellen voor studie, cultuur, wetenschap, … en filosofie

-> dit proces verloopt anders in elke stam
-> westerse klassenmaatschappij: slaven - feodalisme – kapitalistisme

Marx stelt een alternatief voor; democratische, socialistische maatschappij

- 2 pijlers: democratie (politiek én economisch) en socialistisatie

- afschaffing privébezit noodzakelijk

 dit zal de heersende klasse niet zonder meer aanvaarden; verschillende overgangsvormen

democratisch-legaal vs revolutionair

Aliënatie is voor hem: - de planning werd de meeste arbeiders ontnomen

- het product dat ze maken hoort hun niet toe

- het loon dat ze verdienen is maar een klen deel v winst (meerwaarde)

- talenten die ze bezaten, verdwijnt door fabrieksarbeid

Hiernaast staat een dubbele reïficatie (Verdinglichung)

- vroeger was een werktuig een aanhangsel vd mens nu zijn wij aanhangsels vd machine

-> ipv mensen staan dingen meer centraal

- hetzelfde geldt voor ruilmiddelen: geld leidt bijna een eigen leven en bepaalt leven,status, …

Samengevat - ideeën alleen veranderen de wereld niet

- filosofie is een theorie die inzicht verschaft omtrent concrete mensen die hun over hun reële toestand

informeert

- de bevrijding van de arbeidersklasse kan alleen het werk zijn vd arbeiderskl.

-> niet de taak vd filosofen

Kritiek - verwijten van kerk, adel en burgerij omdat hij aanviel op de bestaande orde

- traditionele filosofen odmat hij economie, sociologie en politek erbij betrok

- # progressieve denkers verweten hem zijn optimisme, waarom dat wel beter?

- anarchisten geloofden niet in rol van de partij vn Marx

- andere socialisten verwierpen dialectiek: feodale tijd (T) – kapitalisme (A) – socialisme (S)

Lees meer...

Ludwig Feuerbach

het materialistisch humanisme

Basisprincipe = synthese tss materialisme en idealisme

- nadruk op natuur die zintuiglijk begrepen kan worden

- abstractie om te spreken van ‘onsterfelijke ziel in sterfelijk lichaam’
want mens bestaat uit geest én stof en na de dood is er geen mens meer

Zin-zicht

- door ervaring vd menselijke ellende, onrechtvaardigheid, armoede, onvrijheid

 verlangen ‘hogere werkelijkheid’

- dit wordt geprojecteerd op een niet-bestaande God (God is schepping vd mens)

 gevaarlijke vergissing: we verspillen onze energie aan illussie ipv echte oorzaken

 ‘entfremdung’ of ‘aliënatie’ ; opdracht afgestaan aan geprojecteerde bovennatuur

- ‘antropocentristische’ filosofie

Kritiek

- christelijke denkers, kerken, hegelianen

- ‘linkse’ hegelianen rond Marx

-> te weinig over historisch en sociaal concreet bepaalde mensen

-> verwerping dialectiek, terwijl juist sleutel!

Lees meer...

Georg Wilhelm Friedrich Hegel

duitse idealisme

Basisprincipe 3 pijlers

- over Zijn van God voor de Schepping logica; zijnsleer

- God bestaat zonder enige innerlijke tegenstelling

- door de schepping ‘vervreemdde’ God zich id materiële wereld natuurfilosofie; aliënatie

- bijgevolg onstaat er een ongelooflijk contradictie tss zuivere geest en stof

= motor van verdere ontwikkeling

- pas in de mens begint de terugkeer vd geest naar zijn oorsprong filosofie vd geest

 de ontwikkeling is dus een terugkeer van de geest uit het ‘anders zijn’

 de mens maakt hier verschillende fasen door mee:

1) bezield, intuïtief wezen (zoals puber)
2) bewuste denken (filosofie)

3) de mens ziet zijn eigen geestelijke substantie als identiek met zijn bewuste handelen

 verbonden met deze evolutie: evolutie van de ‘objectieve geest’ (het recht, de moraal, de zedelijkheid)

 dit alles culmineert in moderne staat ; ‘de verschijnende God’

=> samenvattende en verklarende encyclopedie

Optimisme -> we ontwikkelen ons tot een steeds grotere rijkdom
-> uiteindelijk komene we terug tot bij God

Dialectiek krijgt moderne betekenis Thesis -> Antithesis -> Synthese

- elke ontwikkeling dus doorheen negatie

- synthese is een resultaat van een botsing tussen T en A, dus een vooruitgang

- synthese is dus geen compromis

Lees meer...

Emmanuel Kant

combineert het emprisme met het rationalisme

Kritik der reinen Vernunft

- das Ding-an-sich (werkelijkheid op zich) zent zintuiglijke waarnemingen uit naar ons verstand

- Ons verstand is echter geen onbeschreven blad,
maar een gestructureerd instrument dat werkt met vakjes: kwantiteit, kwaliteit, relatie, tijd, …

- Het vervormt automatisch onze zintuiglijke ervaring

- We kunnen dus in feite niets over het Ding-an-sich weten

 Kant noemde het Ding-an-sich het ‘Nou-menon’ (wat niet via de zintuigen, maar geest gekend wordt) en de ervaringen van de zingtuigen ‘Fenomenen’

 Hij onderscheidde analytische oordelen (gezegde al in het onderwerp) van synthetische oordelen (verband met element of uit ervaring)

 Hij onderscheidde empirische oordelen (volledig op ervaring van u of vertrouweling) van ‘a priori’ oordelen (meer nodig dan ervaring)

Gevolg: - geen enkele van de grote waarheden nog bewijsbaar

- leidde tot wanhoop (zelfs zelfmoord) > als niets zeker, wat is de zin? > 2de boek

Kritik der praktischen Vernunft (moraalfilosofie)

- vraag naar uitzicht: rechtvaardigheid

-> kan alleen door god worden verzekerd

-> vrije wil is nodig, anders kan mens zelf niet beslissen

-> bewijst moreel, niet rationeel, het bestaan van God

- vraag naar zinzicht en geluk hangt af van beoefening ervan

 we zitten dus op 2 niveaus

- intellectueel niveau: ‘kritiek van het zuivere verstand’, diepe onwetendheid (agnosticisme)

- morele niveau: aanvaarding bestaan God, onsterfelijkheid, vrije wil

agnosticisme en verwerping metafysica zetten aanzet tot opnieuw zoeken van absolute waarheid:
- idealisme: ‘idee’ voorrang (cfr. plato)  kennistheoretisch: idee boven het zijn

 ethisch: idealen als norm

- materialisme:  kennistheoretisch: materie voorrang – geest, alles als product van deze materie

 ethisch: bezitsdrang

Lees meer...

Empirisme: David Hume

Moraalfilosofie

4 omstandigheden wrbij men rechtvaardigheid niet kan wegdenken:

- men is aangewezen op anderen voor behoeftebevrediging

- men heeft slechts een beperkte naastenliefde wrdoor men alles voor zich zou opeisen

- door schaarste van goederen dringt zicht een afbakening van bezit af

- men heeft ongeveer dezelfde basisbehoeften

-> gelijke verdeling? -> rechtvaardigheid

Kennisleer

- alle kennis begint met indrukken die ideeën veroorzaken (vb. van een blinde vs kleur)

- door verbinding van deze ideën vergroten we de stof van onze kennis
(bv. oorzaak-gevolg door herhaling)

- we kunnen het idee van oorzaak-gevolg slechts toepassen zolang we op het terrein van ervaring

blijven. -> Religieuze waarheden kunnen we nooit kennen, moeten wden geloofd.

 uiteindelijk werd Hume een scepticus, kwam tot conclusie dat dmv observatie men niets over de werkelijkheid kan weten

Zowel rationalisten als empiristen zitten op een bepaald moment geblokkeerd in hun denken. Uitweg: Kant

Lees meer...

Empirisme: George Berkeley

radicaalste onder empiristen

Basisprincipe

- hij verwierp het bestaan van de materiële wereld (bv. boom)

-> waarnemingen zijn echt, mr kunnen niet bewijzen dat er verder nog iets is

-> vb. lauwe water , zondsondergang

- nam slechts God, ziel en ‘ik’ aan

- niet enkel de secundaire maar ook de primaire eigenschappen zijn subjectief

Weerleggen? -> niet met gezond verstand

-> slechts wijzen op logische en emprische denkfouten (bv. hitte vs warmer ervaren)

Probleem? -> men geraakt niet verder dan een subjectief standpunt

Lees meer...

Empirisme: John Locke

Basisprincipe

- hij verwerpt de aangeboren concepten, de mens begint als een onbeschreven blad

- door zintuiglijke ervaringen krijgt hij inhoud, wat Locke ‘ideeën’ noemt.

-> volledig van buiten

-> bevat enerzijds uiterlijke zintuiglijke ervaring, sensation

* primaire eigenschappen: grootte, vorm, getal, … = objectief

* secundaire eigenschappen: kleur, geur, smaak, … = subjectief

-> bevat anderzijds innerlijke zelfobservatie, reflection

Hoe komen tot waarheid? slechts enkele absolute zekerheden:

-> hij aanvaart eigen bestaan en dat van God

-> hij stemt in met de waarheid van wiskunde

voor de rest altijd zekere maat van twijfel

Gevolgen

- doorbraak democratie (waarom standpunt van tegenstander eigenlijk minder?)

- grote bewegingsvrijheid voor handel, industrie en financiën

- religieuze tolerantie (geen enkele godsdienst kan absolute waarheid opeisen)

- actief pluralisme (Locke pleitte voor ondeling begrip in het algemeen)

- grondige opvoeding is voorwaarde van tolerante maatschappij

Lees meer...

Rationalisme: René Descartes

- heel filosofisch systeem uitgebouwd (sinds Aristoteles geleden)

- methodische twijfel: twijfel als methode om tot waarheid te komen. Men kan aan alles twijfelen.

- er is slechts één ding waar men zeker van is: “ik denk, dus ben ik, besta ik” ‘cogitatio’

-> het is duidelijk en van de rest te onderscheiden

- Hier stopt de twijfel, dit is dan ook ‘het eerste principe van de filosofie’

- Een tweede zekerheid is ‘het bestaan van God’ (cfr. klassieke redenering scholastiek)

-> het godsidee bevat volmaakte realiteit die ik niet bezit

-> ik kan het godsdienst mezelf dus niet gegeven hebben

-> god is dus zelf de oorzaak van het godsdee, dit is hét bewijs

- Een derde zekerheid is ‘het bestaan van de materiële wereld’ ‘extensio’

-> we hebben een klare en duidelijk voorstelling van deze wereld
-> bijgevolg bestaat ze

- De mens is een ‘denkend ding’ ‘res cogitans’

-> is verdeeld tss cogitatio en extensio

-> ons lichaam is een machine

- Probleem in principe: verhouding lichaam en geest?

plaats voor vrije wil bij handelingen indien strenge natuurwetten?

Descartes beantwoordt inzicht, maar uitzicht blijft een vraag

Lees meer...

William van Ockham

- als je iets zonder hypothese kan verklaren, moet je dat ook doen

- gods bestaan kan je niet bewijzen, dat moet je geloven

- filosofie heeft niets met theologie te maken

- geen onnodige bewijzen zoeken

- scheiding tussen filosofie en theologie (ipv onderscheid bij Thomas)

=> rode draad tussen de verschillende beweringen: één grote reactie op Thomas

Verdere evolutie:
- verval van de scholastiek

- in het spoor van Ockham ; verwerpen metafysica en natuurwetenschappelijk onderzoek

- ook mystiek keert zich af v leer kerk op basis van persoonlijke ervaring

-> interesse spiritualiteit is sterk gedaalt
-> gevoel en emoties krijgen wél opnieuw een plaats , wat niet bij Thomas of Ockham was

- voor gewone volk was einde middeleeuwen een verwarrende periode met allerlei sekten

-> opstand tegen gezag v vorst en paus

-> religieus verzet verzet vd hervorming

-> intellectuele protest vd humanisten

- beïnvloedende factoren van deze trand was het beginnende handelskapitalisme en ontdekkingsreizen

=> uiteindelijk: ontstaan moderne filosofie

Moderne filosofie:

- veel minder aan kerkelijke dogma’s gebonden; vooral steun in ontwikkeling vd wetenschappen

- crisis van het gezag (keizer, paus) doordat burgerij macht ontwikkelt -> nieuwe kijk op de wereld

- evolutie van filsofie als aparte tak

- om tot te inzicht komen gaat met uitgaan van de rede, de ervaring

- de zinvraag verdwijnt een tijd, tot Kant

rationalisme: we komen tot waarheid door ons verstand, onze ratio (17de – 18de eeuw)

empirisme: zintuiglijke waarnemingen zijn basisinstrumenten

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen