Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Balans der machten

In dat dialectisch proces zijn de grote verliezers talloze lokale heren en territoriale vorsten en werden bepaalde bevolkingsgroepen ook cultureel achtergesteld (Ieren, Welshmen, enz.).

Autonomie

  • steden moesten, ondanks de sterke concentratie van mensen en kapitaal, hun autonomie grotendeels prijsgeven aan de monarchieën omdat de staten geleidelijk over meer machtsmiddelen gingen beschikken
  • Steden kwamen er maar zelden toe als tegengewicht tot de vorsten een duurzame en effectieve samenwerking tot stand te brengen.

Versterking van staatsmacht

Versterking van staatsmacht was dus een overheersend patroon tijdens de late Middeleeuwen:

  • Staten besloegen doorgaans een groter territorium
  • ze concentreerden een groter overwicht aan geweldsmiddelen tegenover andere machtskernen in de samenleving
  • bouwden een ambtenarenapparaat uit voor de rechtshandhaving en de belastinginning

Kerk

verloor in de 14de en de 15de eeuw op alle niveaus terrein:

  • Kruistocht heeft afgedaan;
  • De Kerk werd afhankelijk van wereldlijke heersers;
  • Kerkelijke goederen werden regelmatig belast
  • Exclusieve bevoegdheden van de kerk werden door leken overgenomen (ziekenzorg, rechterlijke uitspraken over huwelijken en ketterij, bestuur, enz)
  • Moreel gezag van de paus nam af door grootmoediger toepassing van aflaten en dispensaties.

Lees meer...

Onderdanen

Vorming van staten

  • oude feodale heren, grootgrondbezitters, vorsten, enz. waren degenen die voor de vorming van de staten zorgden, doordat ze die personen en/of instanties meer macht naar zich toe wilden trekken
  • feodale heren die het in de strijd tegen machtiger rivalen moesten afleggen, verbonden zich soms tegen hun overheersers, en zochten daarbij zelfs steun bij hun natuurlijke tegenstanders in de steden of bij kerkelijke instanties
  • vorming van sterkere machtsconcentraties lokte tegenreacties uit waardoor uitgeschakelde partijen coalities vormden die bij de eerste zwakheid van de overheerser het getij konden doen keren.

=> In dat dialectisch proces ontstonden vormen van vertegenwoordiging en kon men stilaan spreken van enige parlementarisme.

Opvolging

De opvolger van een vorst of een feodale heer na diens dood was een veel terugkerende grond van problemen. Doorheen de tijd werden opvolgingsregels (primogenituur – eerstgeborene, toelating van vrouwen aan de macht, enz.) uitgevaardigd, maar die losten niet alle problemen op.

  • Bij één opvolging op twee rezen immers problemen omdat er meer gelijkberechtigden waren, of omdat de wettige opvolger minderjarig was, onbekwaam of een vrouw (hierbij komt nog in landen waarbij de vrouwen erfrecht hadden de keuze van de huwelijkspartner)
  • Door die omstandigheden kregen die onderdanen die geroepen werden om een nieuwe vorst te erkennen, ruimte om hun voorkeur te laten gelden en om voorwaarden te verbinden aan hun instemming.
  • In heel Europa treft men vanaf de twaalfde eeuw bewijzen aan van het optreden van vertegenwoordigers van verschillende standen, inclusief burgers, bij de erkenning van een vorst en het formuleren van de grondregels van zijn bestuur.

In verstedelijkte gebieden

In verstedelijkte gebieden hebben de burgers niet gewacht op de dynastieke moeilijkheden van hun vorsten om op eigen initiatief overlegstructuren op regionale en interregionale schaal tot stand te brengen

  • behartigden op die manier hun handelsbelangen met alle implicaties inzake munt, rechtspraak en veiligheid.
  • Deze staatsapparaten konden blijven bestaan, daar vorsten in die tijd zich nog niet echt bezighielden met economische zaken.
  • Het vergroten van het territorium vanuit die staatsapparaten en de negatieve gevolgen van dynastieke oorlogen zorgden ervoor dat er toch soms wrijvingen waren.

Waar de balans der machten tussen de vorst en de diverse standen noodzaakte tot geregelde onderhandelingen, bleken de vertegenwoordigers van de onderdanen een daadwerkelijk territoriaal bewustzijn te ontwikkelen (bv. eigen taal gebruiken in rechtsgang).

Lees meer...

Belastingheffing

Moeilijkheden

Het was in Europa betrekkelijk moeilijk voor de monarchieën om de inning van belastingen via eigen ambtenaren of ontvangers in het hele territorium te centraliseren en zo’n netwerk op te bouwen.

  • Reden:

- autonomie van de heerlijkheden, kerkelijke domeinen en steden die geen belastingen dienden te betalen

- inning van de belastingen verkozen ze onder controle te houden. Ze betaalden dan een totaalbedrag voor hun grondgebied. (contradictie: hoe meer de vorst dan belastingen oplegt of geld vraagt, hoe meer die autonome gebieden eisen stelden en autonomer werden)

Zilvergeld

Toch vergemakkelijkte de komst en de circulatie van voldoende zilvergeld in bepaalde regio’s voor een nieuwe vorm van inkomsten voor de koning, namelijk de heffingen in geld.

a) In sommige gebieden zijn belastingen voor de vorst een fiscaal succes, in andere gebieden niet. Voor de bekostiging van de 3de kruistocht werd in Engeland (1185) 10% geheven op de roerende goederen. Dit was een succes dat niet kon herhaald worden bij een gelijkaardig project in Frankrijk doordat er territoriale vorsten waren die machtig genoeg waren om er niet mee in te stemmen te betalen en doordat het principiële bezwaar bestond dat de koning niet eigenmachtig belastingen kon heffen op roerende goederen en inkomsten.

b) In sommige gebieden waren de fiscale opbrengsten groter dan in andere. In Engeland kon men in de vooravond van de honderdjarige oorlog meer tonnen fijn zilver genereren dan in Frankrijk. Deze laatste reageerde met een nieuwe belasting: gabelle (belasting op zout en een heffing van 1/30 van de waarde van de handelswaren).

Aanleidingen voor heffingen

Het heffen van belastingen kwam naar aanleiding van verschillende redenen:

  • Kruistochten
  • Verdediging tegen dreigende invasies (vb. Vikings: als gevolg daarvan werden algemene belastingen geheven en stond bekend onder de naam heregeld.);
  • Verdedigen van territoria, oorlog (hoe meer een vorst zich tot oorlogvoering liet verleiden, des te meer belastingen moest hij aan zijn onderdanen opleggen);
  • Politiek en economisch strijdmiddel (vb. in begin 13de eeuw werden indirecte belastingen geheven op de uitvoer van wol naar de Italianen, Vlamingen en Noord-Duitsers.).

Op termijn niet voldoende

MAAR, op termijn waren sommige redenen niet meer voldoende om belastingen te heffen. Zo werden de begrippen ‘noodzaak’ en ‘noodweer’ opgediept, toen in de 14de eeuw in Engeland het motief van kruistochten niet langer bruikbaar was.

Boycot

Ook bepaalde representatieve instellingen, waarin volksvertegenwoordigers zetelden, konden een belasting van de vorst boycotten. Als bijvoorbeeld een oorlog niet deftig gerechtvaardigd kon worden, dan kon de vorst in bepaalde gebieden niet rekenen op financiële steun (vb. Nederlanden en Engeland).

Belastingen en oorlog

  • Oorlogen lokten steeds nieuwe en hogere belastingen uit.
  • Vorsten lieten zich niet leiden door macro-economische afwegingen en vaak haalden ongeplande uitgaven voor oorlogsdoeleinden de gehele staatsfinanciën overhoop.
  • Oorlogen konden lang duren en daarom moest men steeds veel geld uitgeven, dat tegen hoge interesten geleend was en waarvan de afbetaling en de renten decennia lang met een sneeuwbaleffect op de uitgaven bleven drukken.
  • Die renten zorgden ervoor dat de rijken, die het krediet leverden, meer invloed kregen en rijker werden en dit ten koste van de gewone onderdanen die ervoor moesten zorgen dat de belastingen betaald werden.

Lees meer...

Bureaucratisering

De groei van de beambtenstaat

- concentrische uitbreiding, die begint in de hofhouding van een territoriale vorst

- meest elementaire functies groeiden uit tot gedifferentieerde hofambten, waarvan de structuur min of meer hetzelfde bleef tussen de 12de en de 17de eeuw.

- Engeland liep ver vooruit op de rest van Europa wat betreft bestuurlijke organisatie:

* gevolg van enerzijds de sterke Angelsaksische organisatie en anderzijds de noodzaak voor de Normandiërs om het veroverde land strak in hun greep te houden.

* Reeds vanaf de 12de eeuw splitsten zich uit de koninklijke raad 2 gespecialiseerde hoven: de ‘Bench of Common Pleas’ (centrale koninklijke rechtbank voor vrije mannen) en de ‘Exchequer’ (rekenhof).

De rol van de geestelijkheid in het prille staatsapparaat

Voor het opstellen en uitgeven van schriftelijke stukken deden de vroegste vorsten een beroep op de geestelijken in hun omgeving, die immers de enigen waren die konden lezen en schrijven.

De geestelijken bekleedden dus belangrijke functies in binnen kanselarijen (vorstelijke schrijfkamers), maar ook als raadsheer en diplomaat (hun internationaal gestandaardiseerde opleiding, kennis van het Latijn, onschendbaarheid van hun rechtspositie en het vertrouwen dat hun geestelijke status uitstraalde zorgde ervoor dat ze perfecte diplomaten waren). Op een heel directe als discrete manier kon de Kerk haar eigen belangen verdedigen.

De bestuurstaal

Doordat de geestelijkheid wat bestuurszaken belangrijke posten bekleedden en de enigen waren die konden lezen en schrijven, aanvankelijk toch, was het Latijn van de Kerk in heel Europa ook de bestuurstaal van de vroege staten.

Rond het midden van de 13de eeuw zouden in het Westen toch de volkstalen doordringen tot de officiële documenten. Gevolg is dat burgers een grotere rol zullen spelen in het bestuur en het landsbestuur in alle opzichten toegankelijker wordt voor de onderdanen. Vorst, ambtenaren en vertegenwoordigers van onderdanen konden zo rechtstreeks met elkaar praten (vandaar de term ‘parlement’).

Er bestond weliswaar nog het probleem dat er in ieder taalgebied een veelheid aan regionale talen bestond.

Lees meer...

Hiërarchisering van de rechtspraak

Koningen en territoriale vorsten poogden boven de diverse traditionele vormen van rechtspleging hun hoger gezag te vestigen en hun wetten bij voorrang op lokale privileges te laten gelden voor alle onderdanen binnen hun territoria, en aan hun rechtspraak zoniet het monopolie, dan toch de hoogste geldigheid toe te kennen (in Engeland hadden de koninklijke rechtbanken – King’s Bench en de Bench of the Common Pleas – veel succes, terwijl in Frankrijk het parlement van Parijs met hun onafhankelijke rechters veel bijval oogstte).

Op die manier was er de mogelijkheid als politiek of economisch zwakkere in beroep te gaan tegen uitspraken op regionaal of lokaal niveau. Op lange termijn versterkte de rechtspraak van de kroon de positie van de boeren en daarmee ook die van de koning als hoogste waarborg van rechtvaardigheid. De vorst kon gratie verlenen en iedere rechtsgang ontbinden.

Romeinse recht

  • bevatte veel elementen die de vorsten goed konden gebruiken in hun pogingen om hun centraliserende optreden te rechtvaardigen.
  • sterk centralistische en absolutistische inslag (vb. ‘de vorst is niet gebonden door de wet’). Daartegen bestond er weerstand.
  • geestelijke rechter aan de King’s Bench in de 13de eeuw, Henry Bracton, schreef een traktaat over de wetten en gewoonten in Engeland, waarbij hij de superioriteit verdedigde van de Engelse openbare juryrechtspraak en het natuurrecht.
  • Het Engelse recht beschermt meer het belang van het volk (dan dat dit bij het Romeinse recht het geval was).
  • Pogingen tot codificatie van het geldende recht op de schaal van koninkrijken bleven uitzonderlijk tijdens de Middeleeuwen.

Kerkelijk recht

  • aanzienlijke invloed in de bestuurs- en gerechtspraktijken van de jonge staten
  • rationele onderzoek van feiten door de rechter alvorens iemand in beschuldiging te stellen vond zijn model in de Kerk: de inquisitio, het gerechtelijk onderzoek

Recht aan de universiteiten

Aan de jonge universiteiten kon men rechten studeren, zowel kerkelijk recht als Romeins recht. Er was dus ruimte om een rationeel rechtsdenken te ontwikkelen, los van religieuze voorschriften. Dit gaat samen met de opkomst van het stedelijk milieu.

- universitair geschoolde juristen verwierven sleutelposities in alle openbare besturen, in en buiten de staat.

- Daarnaast werd de rechtspraak en regelgeving steeds vaker vervuld door academisch opgeleide juristen. Hun activiteit droeg bij tot de verrechtelijking van het openbare leven (vb. verdediging van private eigendommen, beschikking bij testament, enz.).

- universitaire studie zorgde ook voor de sociale stijging voor burgers die dankzij hun technische kennis via een kerkelijke of lekencarrière invloedrijke posities verwierven in steden en vooral ook aan hoven, waarmee het machtsmonopolie van de ridders doorbroken raakte.

Lokaal

De lokale voorschriften en rechtspraak stonden veel dichter bij de werkelijkheid en waren ook veel eenvoudiger afdwingbaar dan de wetgeving van de vorsten door de combinatie van sociale controle en gemeenschappelijk belang.

Lees meer...

Oorlog

Charles Tilly

Amerikaans historisch socioloog Charles Tilly zegt dat ‘oorlogen staten maakten en staten oorlog maakten’. Hiermee bedoelt hij dat d.m.v. oorlog de grenzen van een staat werden gevormd en dat instellingen binnen die staat gevormd werden door de onderlinge competitie tussen diverse politieke eenheden. Staten gebruikten anderzijds veruit het grootste deel van de middelen (financiële, materiële en diensten) om oorlogen te voeren.

Oorlog

De oorlog zorgde voor schulden en die schulden dienden met forse rente terugbetaald te worden. In deze ontwikkeling speelden ook belangengroepen een rol die, omdat ze baat hadden bij hun staat in oorlog, de besluitvorming in die richting stuurden.

Daarnaast komt nog de adel die steeds een drijvende kracht vormde achter de vanzelfsprekendheid waarmee oorlog werd beschouwd als een vast onderdeel van de aanhoudende politieke competitie.

Nieuw technieken

Op het slagveld deden nieuwe technieken zijn intrede:

- Condottiere: huurlingenleider die zijn compagnieën verhuurde aan de meest biedende partij.

- De boogschutters uit Wales die onder andere verantwoordelijk waren voor honderden Franse doden bij de slag van Grécy en daarmee het einde van het ridderleger als dusdanig inluidde.

- De bouw van muren rond de steden, die de belegeraars, die met grotere aantallen soldaten de stad moesten omsingelen, in de kosten deed jagen.

- Het kanon omstreeks 1330, dat dan op zijn beurt de muren van de stad bedreigde, maar wel nog duur was in fabricatie en bediening.

Toch konden degene die artillerie konden betalen om de meest geduchte concurrenten een definitieve slag toe te brengen. Opstanden waren in Frankrijk, de Nederlanden en Noord-Duitsland vaak de gelegenheid voor een vorst om met zijn militair overwicht de autonomie van grote steden te beknotten. Zo kwam in die tijd de offensieve actie weer in het voordeel, mits de militaire organisatie aangepast was aan de nieuwe uitdagingen.

Frankrijk

Wat ook modern was, was het feit dat de Franse koning 20.000 tot 25.000 soldaten en officieren in vast betaalde dienst had als gens d’armes. De oorlog werd immers meer en meer een permanent bedrijf dat constant inzetbare getrainde troepen vereiste.

Legitimatie

Naarmate meer onderdanen ingeschakeld werden bij de oorlogvoering, en er met het parlement of vergaderingen van steden en standen onderhandeld moest worden over troepenleveringen en subsidies, groeide de noodzaak deze inspanningen te rechtvaardigen. Een voor de hand liggende legitimatie was de religieuze. De cultus van een nationale heilige was een middel hiertoe (cf. Frankrijk: de heiligen Denijs en Michiel).

Lees meer...

Van vorstendom naar staat

Wisselvalligheid van de dynastieke strijd

- droeg bij dat onderdanen hun loyaliteitsgevoelens in de eerste plaats richtten op hun lokale en regionale leefverbanden

- Daarnaast kwam op ruimer niveau het gezag van een heersend vorstenhuis.

- Heraldische symbolen, publieke ceremoniën, slogans en genealogische geschiedschrijving ondersteunden de banden tussen vorsten en onderdanen.

=> Zoiets abstracts als een staat drong maar langzaam door tot het collectieve bewustzijn.

Langdurige conflicten

Anderzijds wakkerden langdurige conflicten, omwille van opvolgingskwesties, zowel de wederzijdse vijandschap als de eigen identiteit van volkeren aan (cf. honderdjarige oorlog).

-Direct gevolg van de honderdjarige oorlog is het feit dat de Franse monarchie de meubelen heeft gered en dus versterkt uit het conflict is gekomen.

- In Engeland kon de kroon na 1420 roem noch gewin halen uit alle inspanningen en bleven het parlement en de baronnen geduchte tegenspelers.

Noord Italië

In sommige gebieden, alwaar de verstedelijking hoog was, stonden het economische en demografische gewicht van de burgers de concentratie van vorstelijke macht in de weg.

Het gezag dat de Duitse keizers opeisten over Noord-Italië was al in de twaalfde eeuw gestuit op de krachtige weerstand van de Lombardische steden.

In Noord-Italië controleerden de steden de omliggende gebieden. Plaatselijke adelgeslachten voerden er een militair getint gezag uit. Enkel in Venetië was er sprake van een republikeinse staatsvorm onder het bestuur van raden en een verkozen doge.

Het verschil tussen deze ‘stadstaten’ en monarchale staten is dat vanuit de traditie van lokale rechten de dominante steden aan de kleinere steden, waarover ze controleerden, geen eenvormig bestuurssysteem oplegden. Zo vormden zich enkele grote regionale staten onder leiding van Milaan, Venetië en Florence.

Lees meer...

Dynastieën, territoria, instellingen, volkeren

De laatmiddeleeuwse staten zijn het resultaat van de krachtmetingen tussen veel tegenstrijdige ambities, belangen en weerstanden.

Dynastieke ambities en mogelijkheden.

- aantal staatkundige eenheden in Europa werden kleiner (en die werden dus bijgevolg groter en machtiger) onder andere door het huwelijk

- door huwelijk en erfopvolging kwamen zonder veel moeite nieuwe gebieden bij elkaar. (vb. dubbelhuwelijk: twee dynastieën huwden telkens tegelijk een mannelijke en een vrouwelijke telg om op die manier de band tussen die huizen te versterken.)

De samenleving in een bepaald territorium.

- sociale differentiatie binnen het territorium werd groter

- bestond niet meer uit al dan niet horige boeren: meerdere sociale groepen op de voorgrond door:

* ontplooiing van de steden

* vrije boerengemeenten

* commercialisering van het platteland

* jonge industrialisering van dit platteland

- dit resulteerde dan weer in toenemende conflicten naar aanleiding van strijdige belangen van die verschillende groepen.

Verzet van de onderdanen

Al die verschillende sociale groepen werden meer bewust van hun rechten en gingen zich hechter organiseren. Zo ontstonden er instellingen die samen een staat vormden. Op die manier vormde zich dan ook een nationale loyaliteit, naast de lokale en dynastieke loyaliteit.

Uitbouw ambtenarenapparaat

- Uitdrukking van de openbare macht

- behoorde tot de kenmerken van de staatsstructuren in de late middeleeuwen

- vorst was gebonden aan wetten en instellingen. Gezagsuitoefening was complexer en minder persoonlijk geworden.

Te meer, sommige titels waren in realiteit niet meer dan lucht. Als keizer van het Heilig Roomse Rijk had men niet meer dan theoretische macht die in de praktijk weinig voorstelde.

De concrete macht lag in het feit dat die keizer zelf landsheer is en kon beroepen op zijn ‘Hausmacht’. Sommige steden hadden soms grotere inkomsten dan sommige vorsten.

Lees meer...

Verdedigen armoede

- late ME: tegenstelling groter geworden

- In deze botsing werd de armoede verdedigd door sociaal bewogen predikanten uit de bedelorden:

* voorstanders van een aalmoezeneconomie

* fervent fanatiekeling: De fransiscaan San Bernardino van Siena, hij had communistische ideeën avant la lettre)

Girolamo Savonarola

- ventileerde soortgelijke ideeën: wilde economische rechten voor de armen

- voerde Monti di pietà in: kredietbaken waar behoeftigen tegen lage renten geld konden lenen

- ging echter te ver en er rees veel weerstand tegen zijn ideologie.

Poggio Bracciolini

- humanist

- verzamelen van geld ziet hij als een deugd

- In de vroegmoderne tijd nestelde de idee zich vast dat armen leeglopers waren.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen