Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Aanval op het hegeliaanse christendom: Feuerbach

  • Fout van Hegel

Filosofie gaat uit van de theologie

  • Nieuwe filosofie

Moet in de eerste plaats op de mens gericht zijn: ombuigen van de filosofie van het Absolute tot een filosofie van de mens (= antropologie)

- Aandacht voor zintuiglijkheid

- Aandacht voor de medemens

- Mens = eindig, sterfelijk, heeft behoeften, gewaarwordingen, overtuigingen en gevoelens

  • Antropologie als kern van de godsdienst
    • “Das Wesen des Christentums”

Ontwikkeling godsdiensten = groeien naar het inzicht dat de mens zichzelf als hoogste voorwerp van inzet en verering moet stellen

    • God is een projectie van de mens

- Goddelijk wezen = wezen van de mens dat geobjectiveerd, aanschouwd en vereerd wordt alsof het een ander, vreemd wezen was

- God = projectie van eigenschappen die de mens bij zichzelf positief vindt

- God = mens ontdaan van alle beperkingen

    • Historische visie

Religie en ontwikkeling ervan = positief : opeenvolging van noodzakelijke tadia in de groei van de mens tot zelfkennis

    • God – is – dood – theologie

(100 jaar voor Nietsche!)

Stelde vast dat in het alledaagse leven van de mens de godsdienst geen realiteit meer was, maar een loutere ‘idée fixe’

  • Historische betekenis van Feuerbach

- Antropologie en godsdienstopvattingen had grote invloed op Marx

- Godsidee is projectie van de menselijke natuur inspireerde in de 20ste eeuw tal van vrijzinnige kringen

- Antropologisering wordt aangevoeld als één van de meest overtuigende aanvallen op het godsgeloof, waardoor het een vaak terugkomend thema van de apologetica (‘geloofsverdediging’) werd

Lees meer...

De paradox van de Hegelianen

  • Oud – Hegelianen

- Rechts – Hegelianen

- Volgden Hegel na, zonder veel afwijkingen of creativiteit

- Verdedigers van kerk en staat

- Bekleedden leerstoelen aan universiteiten

- Hadden weinig invloed

  • Jong – Hegelianen

- Links – Hegelianen

- Denkers die schrijven voor de toekomst, in een bijna journalistieke taal

- Tot grote massa’s gericht en in nauw contact met het wereldgebeuren

- Tasten gevestigde waarden aan: * christendom

* politieke structuur

* sociale structuur

* economische structuur

- Vertrekken vanuit Hegel, maar radicaliseren zodanig, dat hun werk uiteindelijk als afbraak van Hegel kan worden beschouwd

- Feuerbach : stelde Hegels godsdienstige visie in vraag

- Marx : wilde maatschappelijke structuur hervormen

  • Oorzaken van grote verschil leermeester – leerlingen
    • Veranderde tijdsomstandigheden

1830: definitieve einde van het Ancien Régime

1831: Hegel sterft

DUS: gewijzigd tijdsbeeld vereist een nieuwe ideologie, een vernieuwde kritiek op het staatsbestel en het christendom

- kritiek op de Kerk als vernieuwing in het denken, maar ook als omvorming van de maatschappij zelf

- revolutionaire denken moet de massa kunnen bereiken

  • Filosofie van Hegel zelf

- Geschiedenisvisie

= theorie van ontwikkeling

 begrippen tegenspraak en negatie konden ook als omwenteling worden geïnterpreteerd

- Religie en maatschappijordening

Hegel meende een filosofie te hebben opgebouwd die greep had op de werkelijkheid

 Jong – Hegelianen verwijten hem dat hij via zijn begrippenspel niet met de ware religieuze mens / maatschappij in voeling kan komen

- Synthese van staat en religie

Eenheid van staat en godsdienst als ideaal

 Jong – Hegelianen verwerpen dit omdat juist hierin de macht van de traditie het sterkst was

Lees meer...

Opmerkingen

  • Maatschappijvisie

- Ancien Régime en romantiek als waardevolle stadia in een ontwikkeling, waardoor hij als het ware de wapens van de Verlichting heeft bot gemaakt

- Meest irriterende / fascinerende aspect van de hegeliaanse denkwijze = het enerzijds waarderen en anderzijds relativeren van om het even welke instelling of gedachte

  • Werk van Hegel vanuit wetenschappelijk standpunt

- Analyses geven blijk van psychologisch en historisch doorzicht

- Bedolven onder ingewikkeld netwerk van begrippen

- Onderlinge samenhang is grotendeels zoek

  • Vergooide zoveel fantasie en reële denkkracht aan een zo hopeloze onderneming als zijn filosofische opzet

Lees meer...

Geschiedenisfilosofie

  • These – antithese – synthese
    • These

Oosten: Geest is massief en eenvormig

    • Antithese: Grieken

- individuele ontplooiing bij en enkele grote individuen

- Menigvuldigheid

- Beweeglijkheid

    • Synthese: Rome

Politieke eenheid verzoenen met individuele vrijheid  kwam tot uiting in de schepping van het privaatrecht

MAAR: vrijheid bestond nog niet: almachtige rol van de orakels  interne tegenstelling tussen vrijheid (autonomie) en onderworpenheid (heteronomie)

  • Intrede van het christendom

= definitieve opheffing van de contradictie tussen vrijheid en onderworpenheid

- Onderworpenheid wordt doorbroken aangezien de mens hier met het goddelijke verbonden wordt

- Absolute treedt de geschiedenis binnen

- Tijdelijke (= geschiedenis) krijgt absolute betekenis

- Nieuw vrijheidsprincipe: absolute vrijheid waardoor de mens zich identificeert met de macht waartegenover hij staat

 God is in de mensheid, mensheid is in God, dus zijn wij deelgenoot aan de macht die onze vrijheid zou kunnen beperken, en bepalen we dus zelf deze vrijheid

  • Verdere geschiedenis van het Westen

= uitbouw van het vrijheidsideaal

Opkomst katholieke kerk en haar strijd tegen wereldlijke macht  ontstaan tegenstelling tussen geweten en recht

OPLOSSINGEN

- Reformatie van Luther

- Aufklärung en Franse Revolutie voltooien wat Luther startte

 Geschiedenis is tot haar eindpunt gekomen; hegeliaanse rede is het laatste stadium van de religie, van het weten en van de kunst

Lees meer...

Basisintuïtie en methode

- Hegel ziet beperkingen van de Aufklärung in

- Wil systeem uitbouwen waarin alle waardevolle elementen (van Aufklärung, Romantiek, atheïsme, godsdienst…) een zinvolle plaats krijgen

- Systeem = geschiedenistheorie met een dialectiek

  • Systeem moet rationeel zijn: 3 aspecten
  1. tendens tot eenheid: alleen een totaalsysteem kan waarheid verschaffen (‘das Wahre ist das Ganze’)
  2. het ware weten is een weten door begrippen  intuïtie

 ‘Einfühlung’ van de romantici

  1. intersubjectief aspect van de kennis

  • Het ware

Moet eenheid vormen EN diversiteit van de werkelijkheid weergeven

    • Werkelijkheid als statische substantie

Tegenstellingen krijgen hier nooit een plaats

    • Werkelijkheid als subject

Alleen het subject maakt intrinsieke beweging van het zichzelf poneren en anders worden mogelijk

- Subject: vormt splitsing in zichzelf door anders te worden

- Ogenblik later: subject is niet meer hetzelfde als daarvoor

- Volgend stadium: ‘Aufhebung’ van de tegenstellingen zodat ze toch ergens weer dezelfde zijn

 ‘het ware’ kan zich nooit als een oorspronkelijk of onmiddellijk gegeven voordoen

  • Tot stand komen van het hegeliaans denken

Vanuit zijn inzicht dat hij het ‘absolute weten’ noemt, zal hij nu aantonen wat de noodzakelijke ontwikkelingsgang is die een subject moet doorlopen om tot dit absolute weten te komen.

Zwakheid van het systeem: wat zich aan Hegel als noodwendige ontwikkeling voordoet, geeft voor een buitenstaander vaak de indruk van een manifeste betekenisverdraaiing van de begrippen

  • Centrale problemen van het idealisme

- relatie tussen Absolute Geest en het individueel ik

- probleem van de intersubjectiviteit (= bewustwording van het bestaan van andere subjecten)

 worden bij Hegel de basisstellingen waarop het gehele systeem is gebouwd: verheft het probleem tot grondslag van de oplossing!

  • Absolute Geest – individueel ik

Komt voortdurend terug onder de algemene vorm van de antithese tussen algemeenheid (van de geest) en particulariteit (van het individu)

  • Intersubjectiviteit

Ligt aan grondslag van de antinomie tussen knecht en meester die in de “Phänomenologie des Geistes” het ontstaan van de arbeid en daarmee van de hele ontwikkeling van de cultuur verklaart

Lees meer...

Algemene karakterisering van Hegels leer

- Hoofddoel = inzicht krijgen in de totale werkelijkheid

- Wereld is in ontwikkeling  totale werkelijkheid is onderhevig aan onomkeerbare wijziging

- Ontplooiing van de werkelijkheid als die van het bewustzijn

- Geschiedenis van de mens staat centraal

- Kernmotief = Geist

- Dialectische methode: these – antithese – synthese

 opeenvolging van eenheid en diversiteit in de werkelijkheid kan worden begrepen door het onderzoek van de tegenstellingen die het denken hanteert

Lees meer...

Georg Wilhelm Friedrich Hegel

- ° Stuttgart, protestantse afkomst

- Vier belangrijke werken: * Phaenomenologie des Geistes

* Wissenschaft der Logik

* Enzyclopaedie der philosophischen Wissenschaften

* Grundlinien der Philosophie des Rechts

- Heel invloedrijk

Lees meer...

HET DUITSE IDEALISME

Inleiding

Duits idealisme biedt reeks van metafysische systemen, hoewel het uitdrukkelijk op Kant teruggaat. Verklaringen??

Idealistische elementen in filosofie van Kant

  • Regulatieve ideeën worden gebaseerd op praktische rede (=het handelen, het willen)
  • Uiteenzetting over de rede bevat basisbegrippen van de traditionele metafysica (bv. God, wereld, ziel, het Ik)
  • Dualisme: vrijheid van het Ik  determinisme van de Natuur
  • Er kan enkel over fenomenen worden gesproken en niet over het Ding – an – sich

Ontstaan van de Goethezeit

    • Kenmerken periode
  • Zowel verderzetting van als reactie tegen de Verlichting
  • Aufklärung: Rede staat centraal  onstaan van een behoefte aan een filosofie die verder gaat dan een op fysica geconcentreerde theoretische rede
  • Geist = oog voor cultuur en alle ermee verband houdende menselijke waarden

    • Typische figuren
  • J.G.Herder : evolutie van de mensheid: ontwikkeling naar een hogere vorm van Christendom

+ fundamentele eenheid tussen Natur en Geist

  • J.W.Goethe: wetenschap aanvullen met kunst

+ streven naar de ‘edele mens’

  • F. Schiller: geschiedenisfilosofie in teleologische zin: zoeken naar synthese tussen Natur en Geist

+ hecht groot belang aan esthetische opvoeding (kunst als contact met geestelijke dimensie)

  • F.H.Jacobi: Geistige als bovenzinnelijke, ware en goede

+ ‘wereld van het hart’ benaderen vanuit het geloof

    • Samenvattend: nieuwe waarden
  • Vrijheid en scheppingsdrang van de mens
  • Nieuwe culturele waarden zoals kunst, taal en geschiedenis (als vooruitgang gezien)
  • Nieuwe ethiek die nadruk legt op de edele mens
  • Het schone dat als belangrijke categorie wordt geïntroduceerd

  • Thema’s van de romantici
  • Het ongrijpbare en onzegbare (onwezenlijk ‘Weltgefühl’)
  • Natuur is niet alleen wat de fysica ervan zegt, maar krijgt een magisch – mythische realiteit
  • Moraal beklemtoont het belang van het individuele en van het ogenblik; opgaan in het onmiddellijke wordt als belangrijk en waardevol beschouwd
  • Nieuwe religieuze belangstelling

  • Conclusie
  • Ontstaan uit synthese van idealistische elementen in het denken van Kant en belangstelling voor de ontwikkeling van de ‘Geist’ in de Goethezeit
  • Spiritualisering van de wereld omdat God wegvalt als grondslag
  • Wereld evolueert naar een hoger stadium
  • Kantiaanse Ik wordt geïdentificeerd met het ‘Geistige’

gevolgen

  1. analyse van het Ik kan wetten van de Geist blootleggen
  2. 2. ontwikkeling van de werkelijkheid (Geist) valt samen met ontwikkeling van een bewust ik (geest)
Lees meer...

Immanuel Kant wijsbegeerte

  • Jean Jacques Rousseau

Mens kan het beste leven leiden in een ‘natuurtoestand’

= leven zonder:

- maatschappelijke structuren

- regels en wetten

- kunstmatige moraal

  • Verandering van de natuurtoestand door:

- eigendom  eerste persoon die een van een stuk grond heeft beweerd dat het zijn grond is, is verantwoordelijk voor het ontstaan van hebzucht, heerschappij en geweld

- ontwikkeling van de overheidsinstelling

  • Oplossing

Meer natuurlijke vorm van leven  gevoelsmatige aspecten kunnen opnieuw tot volle bloei komen

NIET: afschaffen van de staat

WEL: macht bij het soevereine volk leggen

  • Opvoeding

“Emile, ou l’éducation”  mens is van nature goed, maar wordt gecorrumpeerd door de samenleving

DUS: kinderen moeten in harmonie met de natuur worden opgevoed

  • Analyse van ons kenvermogen

- Cf. Hume: noch voor natuurkunde, noch voor ethiek is er een rotsvast fundament, aangezien ons gevoel van zekerheid gebaseerd is op een ‘neiging’ van ons psychisme en bepaald wordt door ons kennisapparaat

- Wilde zekerheid van de Newtoniaanse fysica redden

    • Copernicaanse onmwenteling

- Grond van zekerheden ligt in het subject

- Inhouden van onze kennis worden verschaft door empirie

- Kennis wordt geordend door vormen, die we vooraf in onze geest hebben

Kennis = synthese van de inhouden van de empirie en de ordeningsvormen van het denken

    • Transcendentaal

Zonder de ordenende vormen zouden de zintuiglijke gegevens voor ons een onoverzienbare chaos zijn en gestructureerde kennis onmogelijk

- Vormen zijn a priori (inherent aan ons kenapparaat)

- Onze kennis van de werkelijkheid is afhankelijk van over welke vormen ons kenapparaat beschikt

Bv. bandopnemer heeft geen vorm waardoor het kennis van beelden kan verkrijgen

    • Analytische oordelen

Zijn a priori, voor alle ervaring waar omdat het predikaat niets anders is dan de analyse van het onderwerp

    • Synthetische oordelen

Predikaat voegt iets nieuws aan het onderwerp toe

- A posteriori = oordeel dat na de ervaring tot stand is gekomen

- A priori = oordelen die resultaat zijn van een analyse van de a priori vormen

 a priori vormen van zintuiglijkheid : ruimte en tijd

 a priori vormen van verstand : categorieën (causaliteit, eenheid, veelheid, totaliteit…)

  • Kritik der reinen Vernunft

= analyse van de beperkingen van ons kenvermogen

- We kunnen over relaties tussen dingen spreken, maar niet over de dingen op zichzelf die er de oorzaak van zijn

- Metafysica is onmogelijk: vormen kunnen niet worden toegepast op iets wat geen ervaringsgegeven is, zoals bv. een abstract begrip

  • Kritik der praktischen Vernunft

“categorische imperatief”

  1. ‘Handel steeds zo dat de regel die uw handelen leidt, een voor iedereen bindende wet zou kunnen worden.’
  2. ‘Gebruik in uw handelen de medemens nooit als louter middel, maar erken hem steeds als iemand die zijn eigen doel is.’

  • Godsbeeld

Het feit dat mensen de categorische imperatief volgen is een morele grond om het bestaan van God en de onsterfelijke ziel aan te nemen. (dus geen echt godsbewijs!)

Lees meer...

De Aufklärung wijsbegeerte

  • Definities

Aufklärung = gedachtenstroming die zich in XVIII voordeed, waarbij grote groepen van intellectuelen gefascineerd werden door de

ontdekkingen van de nieuwe wetenschap en door de filosofische reflecties die hierover waren gemaakt in de vorige eeuw

= (volgens Kant) loskomen van de mens uit een onmondigheid waaraan hij zelf schuld heeft; onmondigheid is het onvermogen zich van zijn verstand te bedienen zonder leiding van een ander. Men heeft er zelf schuld aan, als de oorzaak niet ligt in een gebrek aan verstand, maar in een gebrek aan moed.

  • Aspecten van deze mentaliteit

- Groot vertrouwen in de rede: voor alles redelijke grondslagen zoeken

- Geloof in vooruitgang: de rede kan de wereld veranderen en verbeteren

- Interesse voor wetenschap

- Streven naar een ‘natuurlijke godsdienst’ = God zonder mythische, irrationele en immorele trekken  deisme

- Streven naar een ‘natuurlijke moraal’ = moraal gebaseerd op een verantwoord mensbeeld

 * strenge plichtsmoraal

* moraal in functie van nutsoverwegingen

* libertijnse houdingen

* amoralisme

- Streven naar rationalisatie en ordening op maatschappelijk vlak

- Vrijheid als hoog goed (mag enkel beperkt worden omwille van het algemeen welzijn)

- Groot belang hechten aan opvoeding

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen