De halte van het onwetende kind dat zich vasthoudt aan uiterlijke voorschriften
- Gepubliceerd in Sociologie
Door het volgen van ethische en sociale regels merkt men dat het harde leven leefbaar wordt.
Door het volgen van ethische en sociale regels merkt men dat het harde leven leefbaar wordt.
De dierlijke instincten naar de bevrediging van de basisbehoeften en drang tot voortplanting. Geen onderscheid tussen goed en kwaad, geen enkele vorm van medeleven.
Cultuur was een complex geheel van een ongelofelijke rijkdom en diepgang, soms als overweldigend en verwarrend ervaren. Het was slechts toegankelijk voor de toplaag van de maatschappij, veel sociale uitbuiting en politieke onrust welbespraaktheid in vraag stellen
Medeleven: vriendelijkheid, betrokkenheid positief beoordeeld, als richtingaanwijzer.
Wijsheid: in het eigen hart schouwen, innerlijke persoonlijke zoektocht als enige mogelijke beginpunt.
1) Inleiding: De Japanse levensbeschouwelijke tradities
Shintoïsme: nabijheid van de natuur beroering bij de mens: dankbaarheid voor haar zegenende activiteit. Vruchtbaarheid en Vitaliteit, Rituele Zuiverheid (zuiver is alles wat de vruchtbaarheid en vitaliteit van mens en natuur bevordert).
2) Modellen van veellagigheid: Kukai en het Shingon-boeddhisme
Japanse monnik Kukai (774-835n.C.): stichter van de Shingon-school; erkend en vereerd als cultureel en spiritueel icoon van de Japanse geest
3) De theorie van de ‘Tien lagen van de geest’
2 belangrijke werken van Kukai:
1) Algemeen
Het begrip ‘boeddhisme’: de creatie van westerse filologen die de historische en inhoudelijke banden ontdekten tussen een aantal verschillende ‘boeddhistische’ teksten en tradities. Er zijn wel grote overeenkomsten.
2) Wie moeten wij geloven?
Boeddha stelt dat je niet moet voortgaan op traditie, geschriften, autoriteit of filosofie (ze bieden gaan valide argumenten voor of tegen een leer).
Wanneer je zelf ziet dat het beoefenen van een leer lijden tot gevolg heeft, verwerp hem dan. Als je ziet dat het beoefenen van een leer geluk tot gevolg heeft, aanvaard hem dan.
een praktijk over het omgaan met lijden.
3) 4 edele waarheden
De eenvoudige vaststelling dat er leed in het leven is.
Begeerte, afkeer en verwarring: buiten de korte en incidentele momenten van onmiddellijke behoeftebevrediging is er geen rust of welbehagen. De oorzaak wordt aangeduid als de dorst (onze behoeftigheid, of de manier waarop we met die behoeften omgaan).
Bevrijding door:
v Liefde: het verlangen dat het goed gaat
v Mededogen
v Blijheid: het vermogen om te appreciëren wat er is
v Onbevangenheid: onpartijdige aandacht
= de Boeddhanatuur, fundamentele menselijkheid.
Een organisch, onderling afhankelijk geheel.
v Inzicht: voldoende vertrouwen in de redelijkheid van de voorgestelde weg en de intentie om hem ten minste een kans te geven. Het besef van eigen verantwoordelijkheid.
v Deugd: beschrijvend (↔ moraliserend), besef van het dragen van eigen verantwoordelijkheid, het ondervinden van de consequenties van je eigen gedrag (= karma: de ethische regels beschrijven grenzen waar je best niet overheen gaat als je geen onheil wilt veroorzaken)
v Meditatie: enkel als het gedragen en gemotiveerd wordt door inzicht en deugd. Het vrije onderzoek
v Inzicht: eigen ervaring en eigen inzicht (↔ voor: kritisch vertrouwen in de ervaring van een ander). Inzicht in de absurditeit van onethisch gedrag.
4) Besluit
Het pad draagt zijn vruchten van in het begin: goed in het begin, goed in het midden en goed in het einde
‘filosofisch taoïsme’: oorspronkelijke ideeën van Lao Zi en Zhuang Zi
‘religieus taoïsme’: bepaalde ontwikkelingen van enkele eeuwen later.
Zhuang en het boek Zhuangzi
Kerngedachten van de Zhuangzi
Lao Zi en de Daodejing (het Boek van de Weg en de Deugd)
Het boek is een lang filosofisch gedicht:
Kerngedachten van de Daodejing
Terugkeren naar Dao
Gezondheid, lang leven en onsterfelijkheid
Vanaf de 2de eeuw v.C.: confucianisme wordt uitgeroepen tot officiële staatsideologie.
Zijn onmiddellijke volgelingen: Mencius en Xunzi.
Asian Values als zijn politieke hedendaagse variant.
‘li’ : rite/ritueel het juiste gedrag in het openbaar (beleefdheid en fatsoen).
Confucius (= meester Kong)
Het Chinese Denken
1.1. Historische achtergrond
1.2. De bloeiperiode van het Chinese denken
De Oostelijke Zhou: oorsprong van verschillende invloedrijke stromingen in het Chinese denken, in de periode van politieke desintegratie, verwarring, chaos en onzekerheid. Bij de aftakeling van morele waarden in deze turbulente periode, ontstond de nood om op zoek te gaan naar nieuwe zekerheden.
Wat is de juiste Weg (= dao)?
Uiteenlopende antwoorden: ‘de Honderd Scholen’. Het confucianisme op de voorgrond en het taoïsme op de achtergrond domineren.