Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Het welvaartsverlies bij het niet tot stand komen van het marktevenwicht

- Beschouw gekleurde driehoek in Figuur 8.11.:

- Welvaartsverlies

- Verliesdriehoek

- Deadweight loss

- Excess burden

- Maximumprijs verhindert pareto-efficiëntie

- Producentensurplus: SEK => LMK

- Verlies: LSEM

- Consumentensurplus: SRE => LRQM

- Verlies: TQE

- Winst: LSTM

- Finaal verlies: MQE

Pareto-(in)efficiëntie bij hoeveelheid > bij marktevenwicht

Lees meer...

Het eerste welvaartstheorema

- Eerste welvaartstheorema

- “Wanneer prijsvorming vrij wordt gelaten in markt van perfecte concurrentie, leidt de evenwichtsprijs tot een Pareto-efficiënte situatie”

- Beschouw Figuur 8.10.:

- Voor 200ste broodje: bereidheid tot betalen (hier €4) > marginale productiekosten (€2)

- Potentiële ruilmogelijkheden blijven onbenut

- Stel: extra broodje geproduceerd en verkocht tegen €3,5

- Goed voor consument (bereidheid tot betalen > €3,5)

- Goed voor producent (marginale kosten < €3,5)

- Pareto-efficiëntie: Som van consumenten- surplus en producentensurplus is maximaal

- d.w.z. alle Paretoverbeteringen zijn uitgeput

Lees meer...

Welvaartsinterpretatie van vraag en aanbod

- Veronderstel:

- Waarde van goed = bereidheid tot betalen voor dat goed

- Consumentensoevereiniteit

- Consumentensurplus(stijgt met afname prijs)

- = Totale bereidheid tot betalen (OABC) – Hetgeen alle consumenten samen werkelijk betalen (Op0BC)

- Producentensurplus (daalt met afname prijs)

= Totale opbrengsten (Op1EF) – Totale kosten (ODEF)

- Perfecte concurrentie met identieke ondernemingen (vlakke aanbodcurve): producentensurplus = 0 (niet op grafiek)

Figuur 8.9.: De vraagcurve en de bereidheid tot betalen voor broodjes (a) en het consumentensurplus (b)

Figuur 8.9: De aanbodcurve en de prijs die de productenten vragen voor broodjes (a) en het producentensurplus (b)

Lees meer...

Het criterium van Pareto

“Een maatschappelijke toestand is Pareto-optimaal indien het onmogelijk is om een wijziging door te voeren waarbij de welvaart van tenminste één individu toeneemt, zonder dat de welvaart van ten minste één ander individu afneemt.”

= normatief

- Paretoverbetering: verandering zó dat minstens één individu erbij wint zonder dat iemand erbij verliest

- Grafisch: Paretogrens geeft weer hoeveel welvaart het ene individu maximaal kan verwerven, wanneer welvaart van alle andere individuen is vastgelegd

- Pareto-efficiënt:

- PuntenA,B,C,D,E,…

- Meer algemeen: Paretogrens

- Pareto-inefficiënt:

- Punten M, N, …

- Meer algemeen: onder Paretogrens

- Mogelijke oorzaken van inefficiëntie:

- Weinig aanbieders

- Externe effecten

- Publieke goederen

- Kritiek op criterium van Pareto:

- Veel punten zijn onvergelijkbaar

- Voorbeeld: punten C en M

- Pareto-efficiënte punten, maar welk is ‘best’?

- Voorbeeld: punt A beter dan punt C???

Lees meer...

Het competitieve evenwicht op lange termijn

Welvaartsinterpretatie van het competitieve evenwicht

- Competitief marktevenwicht op lange termijn

a) uit winstmaximalisatie door individuele onderneming volgt dat prijs = marginale kosten;

b) uit vrije toetreding volgt dat prijs = minimum van gemiddelde kostenfunctie, zodat geen winst meer wordt gemaakt;

c) aantal ondernemingen is zodanig dat marktvraag = marktaanbod

Lange termijn evenwichtsvoorwaarden

- Iedere onderneming maximaliseert haar winst (MK=p);

- De winst van de onderneming is nul zodat er geen toe- of uittreding meer is (p=GK);

- De totale marktvraag = totale marktaanbod

- Indien alle ondernemingen een identieke kostenstructuur hebben:

- Marktaanbod op lange termijn volledig horizontaal

- Prijsstijging: winstperspectief: toetreders

- Prijsdaling: verlies: uittreders

- Vraag bepaalt enkel aantal bedrijven in markt en daaruit voortvloeiende totale productie

- Indien ondernemingen een verschillende kostenstructuur hebben:

- Verschillende technologie: verschillende kostenstructuur

- Marktaanbod op lange termijn niet horizontaal

Beschouw Figuur 8.7.:

- Ondernemingen type A (links)

- Max 50

- Betere productietechnologie

- Onderneming type B (rechts)

- Onbeperkt in aantal

- Slechtere productietechnologie

- Vlakke aanbodcurve vanaf prijs = 3,6

- Vanaf dan biedt ook type B aan (onbeperkte technologie)

- Ondernemingen van type A: inframarginale toetreders

- Maken wel degelijk ‘winst’

= Economische rente

- Meest efficiënte ondernemingen halen economische rente binnen omdat zij toegang hebben tot schaarse technologie

Lees meer...

Het competitieve evenwicht op korte termijn

- Competitief marktevenwicht op korte termijn

a) uit winstmaximalisatie door individuele onderneming volgt dat prijs = marginale kosten op korte termijn;

b) uit prijsmechanisme volgt prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn

Figuur 8.5.: competitief marktevenwicht

a) prijs = marginale kosten (KT) = 3,4

b) vraag = aanbod (80*35) = 2800

Lees meer...

De marktvraag als horizontale sommatie van individuele gevraagde hoeveelheden

- Marktvraag: som van gevraagde hoeveelheden bij gegeven prijs

- Beschouw markt met

- 100 vragers type X

- 50 vragers type Y

- Bij marktprijs = €2,5

- Totale gevraagde hoeveelheid = 700 (6*100 + 2*50)

- Marktaanbod: som van hoeveelheden bij gegeven prijs

- Onderscheid

- Korte termijn

- Sommige productiefactoren vast

- Individuele aanbodfunctie

~ KT marginale kostenfunctie

- Lange termijn

- Alle productiefactoren variabel

- Individuele aanbodfunctie

~ LT marginale kostenfunctie (minder stijl)

- Vrije toe- en uittreding

Lees meer...

Het marktevenwicht onder perfecte mededinging

Marktvraag en -aanbod

- Individuelevraagfuncties => Marktvraag

- Individueleaanbodfuncties => Marktaanbod

Prijs

- Exogeen voor individuele consumenten (assumptie) en individuele producenten (perfecte mededinging)

- Endogeen op niveau van markt

Lees meer...

Het aanbod van de individuele onderneming op lange termijn

Lange termijn:

- Marginale kostencurve op lange termijn

- Vlakker dan marginale kostencurve op korte termijn

- Meer ruimte voor optimale combinatie inputs

- Gemiddelde totale kosten

- Alle kosten zijn variabel

- Outputregel:

- Sluitingsregel:

- Productie op lange termijn is verantwoord:

- Als prijs minstens gemiddelde kosten dekt

- Als winst niet-negatief is

Constructie van aanbodfunctie op lange termijn:

a) Voor een marktprijs onder het minimum van de (LT) GK-functie is het aanbod van de competitieve onderneming gelijk aan nul (sluitingsregel)

b) Voor prijzen gelijk of hoger dan de (LT) GK- functie volgt het aanbod het stijgende deel van de (LT) MK-functie

Figuur 8.3.: De langetermijn aanbodcurve voor een individuele onderneming

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen