Welvaartsinterpretatie van het competitieve evenwicht
- Competitief marktevenwicht op lange termijn
a) uit winstmaximalisatie door individuele onderneming volgt dat prijs = marginale kosten;
b) uit vrije toetreding volgt dat prijs = minimum van gemiddelde kostenfunctie, zodat geen winst meer wordt gemaakt;
c) aantal ondernemingen is zodanig dat marktvraag = marktaanbod
Lange termijn evenwichtsvoorwaarden
- Iedere onderneming maximaliseert haar winst (MK=p);
- De winst van de onderneming is nul zodat er geen toe- of uittreding meer is (p=GK);
- De totale marktvraag = totale marktaanbod
- Indien alle ondernemingen een identieke kostenstructuur hebben:
- Marktaanbod op lange termijn volledig horizontaal
- Prijsstijging: winstperspectief: toetreders
- Prijsdaling: verlies: uittreders
- Vraag bepaalt enkel aantal bedrijven in markt en daaruit voortvloeiende totale productie
- Indien ondernemingen een verschillende kostenstructuur hebben:
- Verschillende technologie: verschillende kostenstructuur
- Marktaanbod op lange termijn niet horizontaal
Beschouw Figuur 8.7.:
- Ondernemingen type A (links)
- Max 50
- Betere productietechnologie
- Onderneming type B (rechts)
- Onbeperkt in aantal
- Slechtere productietechnologie
- Vlakke aanbodcurve vanaf prijs = 3,6
- Vanaf dan biedt ook type B aan (onbeperkte technologie)
- Ondernemingen van type A: inframarginale toetreders
- Maken wel degelijk ‘winst’
= Economische rente
- Meest efficiënte ondernemingen halen economische rente binnen omdat zij toegang hebben tot schaarse technologie