Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Verbijzondering van de gemeenschappelijke kosten

Er zijn 2 methoden:

1. Hoeveelheidmethode of gemiddelde kostenmethode
Na het splitsingsmoment stelt men de hoeveelheid van de eindproducten vast en verdeelt men de gemeenschappelijke kosten naar deze hoeveelheid.

Kostprijs A = (hoeveelheid A / totale hoeveelheid) × gemeenschappelijke kosten + specifieke kosten van A

2. Relatieve verkoopwaardemethode
De relatieve verkoopwaarde bestaat uit de omzet verminderd met de specifieke kosten. De verkoopprijs × productiehoeveelheid worden na het splitsingsmoment verminderd met de specifieke kosten. De gemeenschappelijke kosten worden dan in verhouding tot de relatieve verkoopwaarde verdeeld.

Kostprijs A = [ (omzet A – specifieke kosten) / totale relatieve verkoopwaarde] × gemeenschappelijke kosten + specifieke kosten A

BEOORDELING

Gebruikt men de relatieve verkoopwaarde dan past men de draagkracht toe, d.w.z. hoe hoger de relatieve verkoopwaarde hoe meer kosten het product opneemt. Gebruikt men de hoeveelheidmethode dan is de output bepalend voor de kostentoerekening.

Een aantal ondernemingen gebruikt een andere methode : men aanvaardt als kostprijs de verkoopprijs verminderd met de normale winstmarge (“backward costing”).

Kosten van nevenproducten en afval

Nevenproducten = producten die automatisch bij het productieproces ontstaan naast de eigenlijke nagestreefde producten en die bovendien verkoopbaar zijn

Onderscheid met afval omdat :

  • De verkoopwaarde van de nevenproducten groter is dan van afval
  • Men bij nevenproducten meestal specifieke kosten stelt om hun verkoopopbrengst te maximaliseren

Meest praktische methode : verkoopwaarde van de nevenproducten beschouwen als vermindering van de productiekostprijs van producten (aftrekmethode)

Lees meer...

Verdelingsproblemen bij een gemeenschappelijk productieproces

In diverse processen wordt tot op zekere hoogte in het proces kosten gemaakt die nog niet geïdentificeerd kunnen worden met de producten die uit het proces zullen ontstaan. Tot op het moment dat er verschillende producten bestaan heeft men “gemeenschappelijke kosten”. Deze moeten op een of andere manier verdeeld worden over de productie zelf.

Lees meer...

Globale toeslagmethode steunende op de waarde

a) Eerste mogelijkheid: de indirecte kosten vertonen een (causaal) verband met de totale directe kosten van de eindproducten

Berekening toeslag = totale indirecte kosten / totale directe kosten
Indirecte kosten per product = directe kosten van product × toeslag

b) Tweede mogelijkheid : de indirecte kosten vertonen een (causaal) verband met de grondstofkosten van de eindproducten

Toeslag = totaal indirecte kosten / totaal materiaalverbruik
Indirecte kosten per product = materiaalkost product × toeslag

c) Derde mogelijkheid : de indirecte kosten vertonen een (causaal) verband met de directe personeelskosten van de eindproducten

Toeslag = totaal indirecte kosten / totaal personeelskosten
Indirecte kosten per product = personeelskost per product × toeslag

2. Globale toeslagmethode steunende op kwantiteiten

a) Eerste mogelijkheid : de indirecte kosten vertonen een (causaal) verband met het aantal gebruikte machine-uren door de eindproducten

Toeslag = totaal indirecte kosten / totaal van machine-uren
Indirecte kosten per product = machine-uren per product × toeslag

b) Tweede mogelijkheid : de indirecte kosten vertonen een (causaal) verband met het materiaalverbruik (in hoeveelheden) van de eindproducten

Toeslag = totaal indirecte kosten / totaal materiaalverbruik (vb. in kg)
Indirecte kosten pp = materiaalverbruik product × toeslag

c) Derde mogelijkheid : de indirecte kosten vertonen een (causaal) verband met het aantal directe arbeidsuren in de eindproducten.

Toeslag = totaal indirecte kosten / directe arbeidsuren
Indirecte kosten per product = directe arbeidsuren pp × toeslag

Hoe berekenen we nu uit gegevens 1. En 2. De kostprijs per product?

Kost product X

Berekening

Totaal

Kost per eenheid

Materiaalverbruik

= # kg × € ?/kg × # stuks

= uitkomst berekening

= totaal / # stuks

Directe personeelskosten

= # uren × kost per uur × # stuks

= uitkomst berekening

= totaal / # stuks

Indirecte kosten

= A × toeslag

= uitkomst berekening

= totaal / # stuks

Totale kosten

Som van totalen

Som kost per eenheid

Met A is veranderlijk met keuze methode (zie eerder)



3. Gedetailleerde toeslagmethode steunende op de waarde

Door een verdere analytische kostendetaillering kan men de indirecte kosten splitsen in:

  • Kosten veroorzaakt door directe kosten in totaliteit (categorie 1)
    VB: afschrijvingen, onderhoud, energie,..
  • Kosten veroorzaakt door de behandeling van de grondstoffen (categorie 2) VB : ontvangst, inspectie, intern transport,..
  • Kosten veroorzaakt door personeelskosten (categorie 3)
    VB: planning, productiechef, kwaliteitscontrole,…

Toeslag per euro directe kost = totaal categorie 1 / directe kosten
Toeslag per euro materiaalkost = totaal categorie 2 / totaal materiaalverbruik
Toeslag per euro arbeidskost = totaal categorie 3 / totale personeelskosten

4. Gedetailleerde toeslagmethode steunende op kwantiteiten

Toeslag per machine-uur = totaal categorie 1 / # machine-uren
Toeslag per kg materiaalverbruik = totaal categorie 2 / # kg materiaal
Toeslag per direct arbeidsuur = totaal categorie 3 / # directe arbeidsuren

Lees meer...

De toeslagmethode

Deze methode wordt voornamelijk door centra gebruikt die meerdere soorten niet-verwante prestaties leveren.

Kostprijs = directe kosten + toeslag indirecte kosten

Voor de toerekening van de indirecte kosten wenst men tot een eenvoudige kostprijsformule te komen door het berekenen van een toeslag. Deze toeslag wordt dan vermenigvuldigd met het gebruik van de veroorzakende factor door elk product.

Lees meer...

De equivalentiemethode of relatieve kostprijsberekening

Vooral bruikbaar in meerproductondernemingen waar de producten een zekere verwantschap met elkaar vertonen. Deze kan berusten op : gemeenschappelijke grondstof, gemeenschappelijk productieproces waarbij grondstofverbruik verschilt per variëteit of gemeenschappelijk productieproces met een verschillende productietijd per variëteit.

Op grond hiervan kan men werken met een geïndexeerde delingscalculatie, waarbij de onderlinge verschillen in grondstoffen en/of productietijd als wegingsfactoren worden gebruikt.
Men neemt soms gemakhalve de verkoopprijs (marktprijs) als equivalentiecijfer.

METHODE :

1) Één van de variëteiten wordt als basis gekozen en krijgt equivalentiecijfer 1

2) De anderen worden in relatie gebracht met de basisvariëteiten waardoor men een aantal equivalentiegetallen bekomt

3) De equivalentiegetallen vermenigvuldigen met de geproduceerde hoeveelheid per variëteit zodat we een gewogen productie per variëteit bekomen

4) De totale op al deze variëteiten betrekking hebbende kosten worden door het totaal van de gewogen productie gedeeld

5) De uitkomst van 4 wordt met de gewogen productie per variëteit vermenigvuldigd waardoor men de totale kosten per variëteit bekomt

6) Bij deling door de werkelijk geproduceerde hoeveelheid per variëteit verkrijgt men de kosten per eenheid van een bepaalde variëteit

Lees meer...

Traditionele verdelingsmethoden

- De delingscalculatie

Dit is de meest eenvoudige calculatie vorm die vooral geschikt is voor éénproductondernemingen of een divisie waar homogeen product wordt vervaardigd of waar elk product evenveel draagt van de indirecte kosten.

Som indirecte kosten / som productie-eenheden = indirecte kosteenheid

NADELEN:

  • De diverse kostenbestanddelen gedragen zich niet identiek t.o.v. de productie
    Houdt verband met het feit dat de vaste kosten niet reageren op een verandering in productieomvang, zodat bij teruglopende afzet en eventueel productieafname, de kostprijs stijgt.
  • Men bekomt een “historische” kostprijs, afhankelijk van de werkelijke productiehoeveelheid

Als de kostprijs geldt als uitgangspunt in de verkoopprijsbepaling (cost plus pricing) krijgen we een cirkelredenering:
Hoe lager productie→ hoe hoger de kostprijs→hoe hoger de offerteprijs→hoe meer kans op het teruglopen van de afzet→hoe meer kans op verder teruglopen van de productie→hoe hoger de kostprijs→…

Hoe dit ongewenst effect verhelpen? Men maakt een expliciet onderscheid tussen vaste en variabele kosten en de vaste kosten worden verdeeld over een productie die als “normaal” wordt beschouwd.

Kostprijs = (VK/ werkelijke productie) + (CK/normale productie)

De vaste kosten (CK) worden in deze formule geproportioneerd : per eenheid komen zij als proportioneel variabele kosten voor een vast bedrag in de kostprijs, ook als is werkelijke productie groter of kleiner. Als de werkelijke productie groter is dan de normale => OVERBEZETTINGSWINSTEN.
Omgekeerd => ONDERBEZETTINGSVERLIEZEN

Tweede nadeel had te maken met het “historisch” karakter dat ervoor zorgt dat het geen zinvol toekomstgerichte beleidsinformatie is. Normale productie is prospectief MAAR werkelijke productie en VK zijn ex-post-grootheden.

Vanuit beheersstandpunt voorkeur voor deze formule want levert
de ex-ante-kostprijs :

Kostprijs = kosten bij normale bezetting /normale productie

Lees meer...

Toerekening versus toewijzing

Bij verdeling van indirecte kosten kan men op 2 manieren te werk gaan :

  1. Toerekening (apportioning) : hierbij gaat men indirecte kosten verdelen over de objecten op basis van een gecalculeerde verdelingsbasis met een causaal verband.
  2. Toewijzing (allocation) : consensus over arbitraire omslagsleutel

Men moet ernaar streven zoveel mogelijk kosten als directe kosten te registreren en zoveel mogelijk indirecte kosten via toerekening te verdelen!

Lees meer...

VERDELING VAN DE INDIRECTE KOSTEN : TRADITIONELE METHODEN

Volgende kostenverdeelproblemen kunnen zich voordoen :

  • Verdeling van totaal van kosten gemaakt in een hulpkostenplaats of een algemene kostenplaats over de overige kostenplaatsen
  • Verdeling van de beheerskosten over industriële kosten en verkoopkosten
  • Verdeling van de Totale industriële kosten over de verschillende kostendragers
  • Verdeling van indirecte kostensoorten over producten in bedrijven die niet met kostenplaatsen werken
  • Verdeling van indirecte verkoopkosten over producten, productgroepen, markten, regio’s,…
Lees meer...

Stukcalculatie of ordercalculatie

- Inleiding

Naargelang men continuproductie of stukproductie heeft zal de analytische informatie zich moeten aanpassen. Men zal nu de kosten moeten toewijzen aan de stuks die in productie zijn. De kosteninformatie is hier belangrijk zowel voor voorcalculatie (offerte) als voor nacalculatie (kostencontrole en resultaatbepaling).

- Administratieve organisatie

Men behoudt het systeem dat toelaat de kostensoorten naar plaats en bestemming te verbijzonderen MAAR gaat specificeren per order. De bedoeling is per order of per serie de fabricagekostprijs te kunnen berekenen.

Lees meer...

Methode ter bepaling van het kostentarief per verwerkingsproces – tarificatiemethode

Hoe gaat men tewerk?

1) Per productiestadium worden alle kosten behalve het grondstoffenverbruik gecentraliseerd (machinekosten, loon, indirecte productiekosten,..)

2) We verdelen onze kostenplaatsen dan volgens een relevante verdeelsleutel naar de productiestadia

3) Het materiaalverbruik per product wordt geregistreerd door de magazijnverstrekkingsbons.

De kostprijs per product is gelijk aan :

  • Het materiaalverbruik medegedeeld door magazijnbons
  • De tijd die aan dit product in diverse stadia wordt besteed, vermenigvuldigd met het tarief van het betreffende stadium
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen