Subculturen
- Gepubliceerd in Sociologie
Vaak in grote geïndustrialiseerde maatschappijen, moderne grootsteden, …
↔ kleine samenlevingen neigen naar culturele uniformiteit!
Vaak in grote geïndustrialiseerde maatschappijen, moderne grootsteden, …
↔ kleine samenlevingen neigen naar culturele uniformiteit!
Iets is sociologisch normaal als het frequent voorkomt, iets algemeen bekend.
Bv. Abortus, overspel, belastingsfraude, …
Wil niet zeggen dat het dan ook in ‘ethische’ zin normaal is; Het is pas ethisch normaal als het in overeenstemming komt met het geweten.
Bv. Liegen is sociologisch normaal (iedereen doet het wel eens) maar ethisch niet goed te keuren
Bv. Hedendaagse Westen: Eén van de ergste wandaden is pasgeboren kind doden, in traditionele China kwam dit vaak voor dat meisjes werden gewurgd.
- Sociale instituties zijn dwingend opgelegd bv. Taal. Ook moreel dwingend; je kan pas mens worden als je je onderhevelt aan instituties. Bv. Je moet taal spreken
- Zeer actuele uitspraak (E. Durkheim):
Sociale instituties vervagen. (Bv. Huwelijk, kan je gemakkelijk uitstappen, je kan ook in huwelijksvorm leven zonder eigenlijk getrouwd te zijn)
Variaties.
Hypothese: desinstitutionalisering
In moderne samenlevingen is de stabiliteit van de instituties verzwakt!
- De moderne mens trekt alles in twijfel
- De moderne mens neemt reflectieve houding aan
Volgens Gehlen lijkt de mens dus op de Uhrmensch: beiden worden geplaagd door onzekerheid en onrust.
= ‘EEN LEVENSBELANGRIJK INSTINCTVERVANGEND GEDRAGSPATROON’
:Cultureel geproduceerde gedragspatronen die aan het menselijk leven een stabiliteit geven die zijn biologische constitutie hem niet kon geven.
: Zij vervullen “een achtergrondfunctie”, d.w.z. ontlasten de mens van moeizaam en onophoudelijk maken van keuzes.
Lossen handelingsproblemen op nog vooraleer het individu ermee geconfronteerd wordt.
: historische oorsprong moeilijk achterhaalbaar
: vervullen levensbelangrijke functies : vervullen levensbelangrijke functies
Bv. De markt, onderwijs, gezin, religie, huwelijk, …
1. ‘De vroeggeboorte’
: we worden nog niet kant en klaar op de wereld gezet. Ook anatomisch gezien zijn wij nog niet af.
Denk aan: Vergelijking met veulen dat geboren wordt en reeds hoeven heeft om te lopen. Of de vogels die vleugels hebben om te vliegen.
Onze handen; we kunnen veel doen maar niet zoveel als bijvoorbeeld aap die beter kan grijpen met duim in het midden.
2. ‘Instinctarmoede’
Dierlijke gedragingen >< Menselijke gedragingen
Vast Je kan er van alles mee maar niets in het
bijzonder
Kortom: Mens is anatomisch niet in orde, geen instinct. Dieren weten instinctief wat ze moeten doen, zij hoeven niet na te denken. De mens wordt gedwongen om in zijn leven stabiliteit te brengen door eigen activiteit, door cultuur en door meer in het bijzonder: sociale instituties.
3. ‘Cultuur als tweede natuur’
: Onze cultuur is biologisch noodzakelijk! We kunnen niet zonder dit overleven.
: Omdat we geen instinct hebben zijn cultuur en sociale instituties onze 2e natuur.
Bv. Knipperen met ogen
- Geen complex gedragspatroon maar een eenvoudige respons.
- Mensen beschikken over een aantal basisreflexen van bij de geboorte
Bv. Zuigreflex bij pasgeborenen
- Sociobiologie reduceert de verscheidenheid en plasticiteit van het menselijk gedrag. Psychische, sociale en culturele factoren schijnen plots geen belang meer te hebben
- Verklaring seksueel gedrag is empirisch aanvechtbaar:
Het seksueel gedrag van vrouwen in moderne samenlevingen is veel vrijer dan bijvoorbeeld in traditionele maatschappijen. Bovendien zijn veel mannen niet promiscu.
Individu als drager van genen
Je moet niet het individu als uitgangspunt nemen van de sociologie, maar de genen.
Drijfveer van de genen = zich voortplanten
‘genetic pool’ van kenmerken die zich moeten voortplanten (om
eventueel nog beter uit te komen)
Anisogamie:
De dragers van de genen, als die zich willen voortplanten is verschillend voor man en vrouw.
→ Verschillend ‘strategisch reproductief gedrag’
Mannen: - zoveel mogelijk vrouwen bevruchten, losbandig
- hoe meer de spermacellen leiden tot bevruchting, hoe beter voor de
genenpoel
Vrouwen: - kieskeurig, selecteren op kwaliteit
- duurzame hechting: kinderen beschermen
- slechts nood aan één bevruchting per eicel
Op die manier kan men verschillen in seksueel gedrag verklaren, ook verschijnselen zoals verkrachting!