Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

De sociale rol en de ‘dubbele contingentie’ van sociale interacties

Dat interacties zeer fragiel en gemakkelijk verstoorbaar zijn, wordt in sociologische theorie ook wel duidelijk gemaakt met het begrip “dubbele contingentie” (= ‘dubbele onbepaaldheid’)

è We zijn immers nooit zeker over de reacties van anderen, en zij zijn niet zeker over onze reacties.

è Met hoe meer we zijn, hoe groter de onzekerheid


Bv. Begroetingen; Moet ik nu een hand geven, een kus of volstaat een knik?

Gelukkig, worden interactiedeelnemers, bij hun pogingen om het probleem van de ‘dubbele contingentie’ op te lossen, geholpen door sociale routine.

è Ze volgen meestal voor-gevormde gedragspatronen of roll

Waarom?

1) Omdat we deze rollen aangeleerd hebben en zij deel uitmaken van onze persoonlijkheid, en vooral

2) Omdat wanneer we rollen volgen, we veel minder inspanningen moeten doen om interacties aan te knopen en in stand te houden

Alleen als interactiedeelnemers rollen spelen, kunnen ze het ‘dubbele contingentie’-probleem oplossen, d.w.z. de voor sociale interacties kenmerkende onzekerheid verkleinen.

De sociale rol

= geheel van tamelijk precieze gedragsverwachtingen die horen bij individuen die bepaalde sociale positie bekleden.

Lees meer...

Gebruik van ruimte

Eduard T. Hall heeft zich vooral bezig gehouden met de functie van het lichaam bij e opbouw van sociale interacties en onderscheidt vier zones van persoonlijke ruimte:

Belangrijke opmerking:

Mensen van verschillende culturen hebben andere gewoonten op het gebied van persoonlijke ruimte, maar wat wel hetzelfde blijft is dat men de ruimte opdeelt in 4 concentrische cirkel

INTIEME RUIMTE
 30 cm
 De zone waar enkel die personen worden toegelaten
waarmee men zeer intieme relaties onderhoudt.
Bv. relaties tussen geliefden, ouders, kindere

PERSOONLIJKE RUIMTE

 1 m

 Normale afstand waarbinnen men interacteert met vrienden en goede bekenden.
Er is een zekere intimiteit, maar lichaamscontacten zijn strikt gelimiteerd.

SOCIALE RUIMTE

 4 m

 Deze afstand wordt meestal gerespecteerd bij uiteenzettingen voor een groter publiek

Wanneer in gewone interacties de persoonlijke ruimte van individuen wordt ‘binnen gedrongen’, zullen zij trachten die terrein terug te winnen met allerlei middeltjes, gaande van een afkeurende blik tot een elleboogstoot.

Besluit: Ruimte-indeling verduidelijkt de orde

Even een mooi overzichtje:
We zagen dat individuen beschikken over een heleboel hulpmiddelen om interacties aan te knopen, in stand te houden of ordelijk laten verlopen:

1) Ze interpreteren voortdurend het gedrag en de uitingen van de ander, om er zo goed en zo kwaad als het kan op te kunnen reageren (maar dat is een erg inspannende bezigheid)

2) Ze vermijden genante voorvallen door zich zo gunstig mogelijk voor te doen (impression management), en laten talloze dagelijkse contacten door ‘beleefde inattentie’ vlot verlopen.

3) Ze maken voor zichzelf het leven dragelijk door naast de ‘front region’ een ‘back region’ in te stellen, waar de interacties wat losser verlopen

4) Ze respecteren een persoonlijke ruimte

5) Ze bakenen interacties duidelijk af (bracketing)

6) Ze gebruiken clichés

7) Het belangrijkste hulpmiddel zijn de sociale rollen

Lees meer...

Beleefde inattentie

= Ieder individu laat met één korte blik blijken dat hij de aanwezigheid van de opmerkt, maar vermijdt om gebaren te maken die de ander zou kunnen beschouwen als opdringerig.

ð Het is een wijze van handelen die we zeer vaak en bijna onbewust toepassen, maar die van groot belang is voor ons dagelijkse leven.

Door de beleefde inattentie geven mensen elkaar toe toch heel wat te kennen

  • Ze maken elkaar in een flits duidelijk dat ze de ander niet verdenken van kwade bedoelingen, dat ze zelfs niets vijandigs in de zin hebben en ook dat ze de ander niet willen vermijden.

Bv. Lift  Beleefde inattentie in versterkte mate!!

Hoe belangrijk is nu die beleefde inattentie?

Dat kan je opmaken uit situaties waar deze regel wordt overtreden.
Bv. Als iemand (vreemd) je zit aan te staren, voel je je meteen al wat bedreigd.

Lees meer...

Tact

Een groot deel van wat we vriendelijkheid, etiquette, tact noemen bestaat uit handig ontwijken wat voor de ander, of voor zichzelf, pijnlijk of gênant is.
Men ontwijkt bepaalde onderwerpen, of als ze dan toch ter sprake komen, maakt men er zich van af met enkele clichés.

Tact
= wederzijdse garantie die interactiedeelnemers elkaar geven
‘Ik zal niet spreken over dingen die onaangenaam zijn voor jou, als jij niet spreekt
over de dingen waaruit mijn zwakheden zouden kunnen blijken.’

Bv. Geen zotte gezichten trekken wanneer iemand iets vertrouwelijk vertelt
 Minimum aan empathie vertonen

In sommige gevallen (Hostessen, diplomaten) worden de lichaamsuitdrukkingen en gebaren onderworpen aan een buitengewoon hoge graad van beheersing.
= impressiemanagement

Lees meer...

Bracketing

= Duidelijk signaal waaruit betrokkenen kunnen begrijpen dat interactie gesloten wordt of juist begint.
= Je sluit de buitenwereld buiten (=buiten de brackets) zodat je niet gestoord wordt

Denk aan de lichaamshouding!

Bv. Receptie
Bv. Schoolbel (= brackets in de tijd)

Lees meer...

Conversatie-analyse

Gesprekken verlopen minder vloeiend en grammaticaal correct dan we geneigd zijn om aan te nemen.
 Voor de betrokkenen is dit niet storend, omdat ze zelf invullen wat onaf blijft.

In de conversatieanalytische benadering worden mechanismen en regels van gesprekken bloot gelegd.

Dit lijkt eerst triviaal, maar uiteindelijk gaat het om fundamenten van de sociale interacties, en dus van het sociale leven in het algemeen

Bv. Kijken naar betrokkene, even geluid maken om te laten zien dat je volgt/luistert, …  Telefoongesprekken: Als je niet af en toe geluid maakt wordt interactie
afgebroken.

Lees meer...

‘Focused interaction’ en ‘unfocused interaction’

= 2 soorten interacties

  • Ongerichte interactie
    : vindt plaats wanneer mensen op een bepaalde plaats samen zijn en wederzijds bewust zijn van elkaars aanwezigheid, zonder tot een directe interactie over te gaan
    Bv. Wachtkamer, bushalte, feest, theater, …
     Individuen in aanwezigheid van anderen zijn, zelfs als ze niet met hen praten, onophoudelijk bezig met non-verbale communicatie.
     Ze houden rekening met elkaar, zonder dat er betrokkenheid aanwezig is.
    Bv. Als er in een park enkele banken staan, ga je niet meteen naast iemand zitten, maar zet je je op een andere bank

  • Gerichte interactie
    : doet zich voor wanneer individuen zich uitdrukkelijk tot elkaar richten, dus directe aandacht schenken aan wat de anderen zeggen of doen.

ð Iedere interactie van individuen in een omgeving waar ook anderen aanwezig zijn, bestaat zowel uit gerichte als ongerichte interactie!

Een afgebakende eenheid van gerichte interactie = ontmoeting

Lees meer...

Impression management (impressie management

Eén van de belangrijkste instrumenten die individuen gebruiken om de zeer fragiele interacties te beschermen tegen verstoringen, bestaat er in een zo goed mogelijke indruk te maken op anderen.

Denk aan: Dokter met tetoscoop eerder voor ‘de show’ dan voor gebruik, omdat dit typisch is voor een dokter (= net als acteur die attributen gebruikt om personage uit te beelden)

Individu beschikt over twee manieren om uitdrukking te geven van gevoelens, ideeën, verlangens, … kortom zichzelf:

  • Verbale uitdrukkingsmiddelen die hij onder controle heeft
  • Niet-verbale uitdrukkingsmiddelen die hij minder goed onder controle heeft

Tijdens interactie gaan betrokkenen er vanuit dat ze elkaar kunnen controleren op hun waarachtigheid.
 Ze kunnen namelijk de verbale uitingen toetsen aan de niet-verbale.

Volgens Goffman bestaat de samenleving grotendeels uit zulke ‘impression management’

Voorbeeld:

Iemand die beweert (=verbale uiting) geen schrik te hebben, terwijl zijn knieën knikken van schrik (=niet-verbale uiting) valt door de mand.

Lees meer...

Voorplan en achterplan (‘Front and back regions’)

Ervin Goffman: Zijn wetenschappelijke methode leunt aan bij de antropologie

KERNIDEE

Theater opvatten als metafoor van het werkelijke leven.
 Mensen weten dat ze bekeken worden
 …

 Sociale leven kan ingedeeld worden in een voorplan en achterplan.

  • Voorplan
    : sociale interacties die min of meer geformaliseerd verlopen, volgens gestileerde rollen

  • Achterplan

: gebied waar deze interacties worden voorbereid

: mensen kunnen hier zich ontspannen, uiting geven aan gevoelens die ze in hun ‘front stage performance’ moeten onderdrukken
Bv. Dienster in restaurant, zeer vriendelijk tegen alle klanten, maar vanaf dat ze in de keuken komt kan ze luidkeels haar ongenoegen uiten over bijvoorbeeld een vervelende klant.
: het is de plaats waar mensen niets hoeven ‘op te houden’
: in zekere mate een verborgen sociaal leven

Enkele voorbeeldjes:

ü Ruziënde ouders
: slaapkamer = back stage
: woonkamer waar kinderen zijn = front stage

ü Gezinsleven
: slaapkamers, badkamers, wc’s, … = back stage
: woonkamer, keuken, … = front stage

ü Publieke leven
: huis in zijn geheel = back stage
: straat = front stage

ü School
: lerarenkamer = back stage
: klassen, speelplaatsen = front stage

ü Strandleven
: strandhokjes = back stage
: strand = front stage

ü Examensituatie
: bij professor je examen afleggen ( Zelfzeker willen voorkomen alsof je alles kent) = voorplan
: als je buiten komt en denkt wat was me dat = achterplan

Conclusie:
Bij back stages gaat het elke keer weer over plaatsen waar mensen zich minder hoeven te beheersen, zich niet zo formeel hoeven te gedragen, hun gevoelens de vrije loop kunnen laten of waar ze zich kunnen voorbereiden op een nieuwe ‘performance’ op het voorplan.

Lees meer...

Harold Garfinkel is de vader van de ethnomethodologie

Studie van de ‘etnomethoden’
: Iedereen is er onophoudelijk mee bezig, meestal zonder het te weten.
: Om de betekenis van wat anderen zeggen in te schatten, zijn er heel wat
etnomethoden

Voorbeeld van ‘etnomethode’ is dat mensen al wat gezegd of gedaan wordt in een context situeren. Bijvoorbeeld:

A: Ik heb een zoon van veertien jaar.
B: Dat is geen probleem.
A: Ik heb ook een hond.
B: Oh, het spijt me.

Lijkt volslagen onzin, maar is het niet als je weet dat persoon A op zoek is
naar een appartement om te huren en persoon B een verhuurder is die geen
honden op zijn appartement toelaat.
Besluit: Goed deel van de betekenis moet worden afgeleid uit de context!!

Alledaagse conversatie is vaak onsamenhangend omdat mensen vaak een gemeenschappelijke kennis hebben waarop ze terugvallen.
 Je zag ook in het experiment dat de ouders probeerden terug te vallen op achtergrondkennis, hoe groter deze kennis, hoe minder afgewerkt de interacties worden.
= De gebruikte woorden hebben geen voor-eens-en-voorgoed vastgelegde betekenis

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen