Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Lichte kleine misdrijven zijn het gevolg van situationele beslissing

Wanneer mensen in een situatie zitten waar er weinig kans op betrapping is, dan zal men de overweging maken dat het nadeel kleiner is dan het voordeel, dus de wet zullen overtreden.
 'Het is de gelegenheid die de dief maakt'.
 Als er veel plotselinge mogelijkheden zijn, is de kans op overtreding zeer groot.
Vooral kleine misdrijven worden niet gepland, deze hangen meestal af van de
situatie.

Opmerking:

  • Dit is eerder geslachtsgebonden.
     Mannen zijn veel slordiger en zullen gemakkelijker iets meenemen.
     Terwijl vrouwen een gewetensprobleem hebben.
  • We zullen deviant gedrag, in eigen voordeel, stellen als er een lage kans op bestraffing is. Bv. spieken, frauderen, stelen,... .

Theoretische conclusie

  • Zeer interessante theorieën, die deviant gedrag bekijken vanuit verschillende standpunten. Waardoor we tot belangrijke inzichten komen.
  • Er bestaat geen kloof tussen deviant en normaal gedrag.
  • Deviant gedrag zeer subjectief is, wat voor de een deviant is, is dat niet voor de ander.
  • De context speelt een zeer belangrijke factor in deviant gedrag.
     Of men nu spreekt van aangeleerd of aangeboren, of het feit dat iemand
    pas deviant wordt doordat de anderen hem een label opkleven:
    Telkens blijkt het belang van de context naar voor te komen.
     Alleen de rational choice vormt hierop een uitzondering.
  • De labeling theorie lijkt totnogtoe, de beste analyse, ondanks haar zwakheden.
     Ze kan ook het best worden aangevuld met andere perspectieven; historische en situationele benadering.
    • De situationele benadering
      kan verklaren waarom mensen die op geen enkele manier abnormaal genoemd kunnen worden, toch criminele daden stellen.
    • De historische analyse
      kan een verklaring geven voor het feit dat bepaalde labels belangrijker worden en andere minder belangrijk.
      Bv. heks of ketter.



Lees meer...

Rational choice en 'situationele' interpretaties van criminaliteit

  • Verschil met voorgaande theorieën:
    Deviant gedrag wordt aanzien als reactie en niet als actie.
    =
    Het wordt aanzien als een gevolg van allerlei externe invloeden, i.p.v.
    gedrag dat bewust en rationeel gesteld wordt door individuen om
    bepaalde doelen of voordelen te bereiken.
  • Differentiële associatie
    =
    nadruk op interacties met anderen
  • Anomietheorie
    = nadruk op de sociale druk die individuen ondervinden in een
    maatschappelijke context gericht op het verwerven van materieel succes.
  • Labelingtheorie
    = nadruk op het feit dat bepaalde gedragingen van een individu door anderen
    worden bestempeld als afwijkend.

    Maar rational choice:
    Criminele daden worden net doelbewustgepleegd
    = ze weten zeer goed wat de risico's zullen zijn.

    Deze theorie stelt het individu in staat zelf te kiezen om crimineel te handelen.
     Zij wegen voor- en nadelen af tegenover elkaar en waar ze besluiten dat het toch
    de moeite is, dan stelt men deviant gedrag.
    = Wat niet wil zeggen dat deviant gedrag lang op voorhand gepland en beraamd
    wordt!
Lees meer...

Kritiek op “labelingtheorie”

  • Ze geeft verklaring waarom en hoe labels gekleefd worden, maar niet waarom individuen zulke gedragingen stellen. (oorzaak van deliquent gedrag)(recidivisme)
    Bv. verklaring waarom dat drugsgebruiker label krijgt opgekleefd. Maar niet wat hem aanzette tot dit gedrag.
  • In hoeverre het “labelingproces” het afwijkend gedrag in de hand werkt.
     De theorie zegt: iemand die gelabeld wordt, verwacht men dat hij dit
    gedrag opnieuw zal vertonen.
     In de praktijk stelt men inderdaad vast dat veroordeelde, dus gelabelde
    individuen dit gedrag vaker zullen vertonen, dan niet-veroordeelden.

    Maar komt dit nu door “labelingsproces” of door contact met andere delinquenten?

Ook het subjectieve aspect van deviant gedrag wordt niet verklaard.
Waarom dit wel deviant gedrag en niet in andere maatschappij?
 Deze verklaring zullen we in de historische feiten moeten zoeken.
Bv. VS straffen voor misdrijven tegen grondeigendom na de revolutie veel
minder streng dan daarvoor. Er werd namelijk nadruk gelegd op
economische expansie, zodat het agressief in gebruik nemen van
gronden, minder streng werd bestraft dan voordien.

Lees meer...

Labeling theorie van Becker

In deze benadering staat het interactieproces tussen devianten en niet-devianten centraal.
Kern: Hoe komen mensen ertoe om anderen als deviant tebeschouwen?

Machtsverhouding?
= tussen diegene labels opkleven en de devianten, die ze opgekleefd krijgen.

Label of etiket:
wordt opgekleefd door vertegenwoordigers van de wet en de gevestigde orde.
 Het dient om een onderscheid te maken tussen wat past en niet past.
 Het is dus een middel om orde en duidelijkheid te handhaven.
 Het etiket word je opgekleefd en is dus gemakkelijk te verwijderen.

Bijgevolg:
Overal waar labels gekleefd worden, ontstaat er een machtsverhouding.
Afhankelijk van de sociale klasse wordt eenzelfde gedrag al dan niet tot deviant aanzien. Bv. man- vrouw, rijk- arm, oud- jong,....

Bv. Kind uit lagere klassespeelt in tuin van buurman en breekt een raam
 Deviant gedrag: aanzet tot jeugdcriminaliteit.
Men gaat dit doorverwijzen naar de jeugdrechter, hij wordt als delinquent
aanzien.
 De omgeving beschouwd hem nu als onbetrouwbaar.
Gevolg: kans op hervallen in crimineel gedrag, zodat het labelingsproces
intensiever wordt.

 Terwijl als een kind dit doet van een middenklasse, dit aanzien wordt als
'onschuldig, kinderlijk' gedrag.

Als de delinquent vaak gewezen wordt op zijn gedrag, gaat hij zich vereenzelvigen met deze label.
 Hij gaat zich dus als misdadiger aanzien en dit wordt deel van zijn persoonlijkheid.
 Het label verandert in een stigma.

Door het etiket te krijgen, verandert de omgeving van verwachting en houding.
= Ze gaan zich anders gedragen t.o.v. de deviant en verwachten dat hij terug
deviant gedrag zal stellen.

Gevolg:
Hierdoor bouwt de deviant een negatief zelfbeeld op en gaat op zoek naar soortgenoten, die zich in gelijke situatie bevinden.
 De deviant wordt nu wel aanvaard en zal een positief zelfbeeld opbouwen.
Hij blijft in het gezelschap van deze mensen, want hier voelt hij zich goed.

 Hierdoor komt hij in een negatief milieu terecht waar deviant gedrag aanvaard
wordt en zal terug deviant gedrag stellen, zoals de omgeving dit verwacht.
= Je gedraagt je volgens je etiket!!

Lees meer...

Studie van Cloward en Ohlin over jeugdbendes (gangs).

  • Gangs ontstaan in bepaalde subculturele gemeenschappen waar de kansen om op een legitieme manier succes te verwerven zeer beperkt zijn.
     De leden streven nog wel naar de heersende waarden, maar vatten ze op
    eigen manier op.
  • De buurten waar volwassen criminelen uithangen zijn de ‘gangs’ de leerscholen voor een carrière in de georganiseerde misdaad.
  • De reden waarom sommige criminelen in gelijke situaties soms rebels of retraetist doen, hangt dus af van de kenmerken van de subcultuur waar het individu zich in bevindt.
  • Retreatist:
    sociaal geïsoleerde mensen die geen deel uitmaken van een 'gang'.
     Maar zich ook niet aan de heersende waarden en normen willen houden
    van de dominante cultuur. Bv. drugsgebruik.
  • Rebelie:
    sociaal deelnemende mensen; die wel deel uitmaken van een gang.

  • Innovator: lid van de gang dat zich aansluit op een georganiseerde misdaad. Bv. diefstal, heling
    Bv. diefstal, waarna je de gestolen goederen verder verkoopt.


(Zie schema p 167)

Cohen (1955):
spreekt bovenstaande theorie net tegen.
 Mensen die in delinquente wijken leven is gebaseerd op de afwijzing van de
dominante cultuur.
Bv. Mensen gaan bijgevolg niet stelen, omdat ze naar het materieel succes
streven. Maar omdat ze zich willen afzetten tegen de huidige samenleving.

Het onderscheid tussen al deze vormen van deliquent gedrag is dus niet fundamenteel
want ze willen allen hun afkeer tegen de gevestigde maatschappij uiten. + aanhang van de tegenovergestelde, heersende waarden en normen

Lees meer...

Mertons anomietheorie

  • Criminelen zijn normalemensen.
  • Hij baseerde zich op Durkheims anomiebegrip

= dat in moderne samenlevingen de traditionele waarden en normen niet
langer gelden, terwijl er nog geen nieuwe stabiele waarde en
normenpatronen zijn ontwikkeld.
 'Anomisch' zijn individuen die gedragsstandaarden ontberen.
Deze mensen voelen zich gedesoriënteerd en angstig.

  • Men bevindt zich dus in een toestand waar geen duidelijke normen gelden.

Durkheim meende dat anomie één van de sociale factoren is die mensen tot zelfmoord kan aanzetten.

Verschil met Merton?
Sommige mensen kunnen opklimmen, waar ze zich goed bij voelen.

Anomie:
Sociale druk waaraan individuen in bepaalde situaties bloot staan, waneer de algemeen aanvaarde waarden en streefdoelen conflicteren met wat in de werkelijkheid mogelijk is.

Bv. Amerika hecht veel belang aan materieel succes (vooruit komen in het leven, geld verdienen).

Men verondersteld dat men succes kan behalen door hard te werken een strenge zelfdiscipline. Maar in werkelijkheid klopt dit niet!
 Kansarmen hebben weinig materieel succes, omdat ze maar weinig mogelijkheden
bezitten om het te maken.
 Hierdoor krijgen ze van de omgeving wel eens het verwijt dat ze niet hard genoeg
werken.
 Ze staan dus onder grote sociale druk om toch maar meer materieel succes te
behalen. Als het niet met de legitieme middelen kan, dan maar met illegitieme.

Anomie kan leiden tot crimineel gedrag.

Deze mensen streven wel naar bepaalde waarden, maar kunnen het niet bereiken binnen de normen van de samenleving.
 Ze doen aan normoverschrijding om hun maatschappelijk doel te bereiken.

Gevolg:
Er ontstaat dus een tegenstrijdigheid (discrepantie) tussen de nagestreefde waarden en je beschikbare middelen om deze waarden te bereiken.

Maar Merton heeft deze theorie nog genuanceerd.
 Niet iedereen die leeft in een situatie van anomie wordt crimineel.
Er bestaan verschillende reacties op situaties met een grote spanning tussen
algemeen aanvaarde waarden en beperkte middelen om deze te verwezenlijken.



Waarden

Middelen

conformist

+

+

geen deviant gedrag

innovator

+

-

Deze persoon wil succes en sociale mobiliteit, maar beschikt niet over de juiste middelen

Bv. niet naar school geweest.

Bv. kunstdiefstal, drugshandelaar

ritualist

-

+

Hij vindt slechts enkele waarden belangrijk, maar past zijn gedrag wel aan binnen het kader. Ze denken enkel verkeerd maar doen het niet.

Bv. vinden succes niet belangrijk, willen niet opgroeien,...

- uiterlijke onderworpenheid maar innerlijk
niet!

retreatist

-

-

Geen succes maar ook niet normgebonden:

Twee soorten:

- retreatist: stiekem doen

Bv. stiekeme drankverslaving

- rebel: uiterlijk waarneembaar

Bv. vandalen

rebel

-

-

Opmerking:
Het is een te beperkte theorie. Men kan het verschil niet verklaren tussen rebel en retraetist.

Aanvulling op deze theorie door combinatie van Sutherlands, differentiële associatie en Mertons' begrippen.

Lees meer...

Sociologische verklaringen voor misdaad

Sutherland (Chicago school)
: Verschillen in crimineel gedrag tussen individuen worden dus verklaard door
verschillen in de mate waarin ze geassocieerd zijn met bepaalde subculturen.

  • Sommige sociale milieus werken illegale activiteiten in de hand en andere niet.
  • Als een individu crimineel gedrag pleegt, komt dit doordat hij behoort tot een subcultuur die illegaliteit in de hand werkt of omdat hij contacten heeft met mensen die tot dat milieu behoren.

     Men vertrok vanuit de gedachte dat gedrag aangeleerd is, en dus ook
    crimineel gedrag.

 Sommige individuen leren zich conform te gedragen, anderen net crimineel.
Hierbij spelen de primaire groepen, en vooral de peer group een belangrijke
rol.

De rol van de omgeving is dus zeer belangrijk.
 Criminelere omgevingen zijn hier dus een aanzet voor.
Meestal komen de devianten uit deviante subculturen, waar deviant gedrag als
'normaal' wordt aanschouwt.

Toch is het verschil tussen conform en deviant gedrag niet groot.
Beide willen ze gelijke waarden en behoeften vervullen. Enkel de wijze waarop ze dit doen is verschillend.

Opmerking:
Aangezien gedrag is aangeleerd, krijgt de crimineel slechts een beperkte verantwoordelijkheid. Bv. het was de omgeving, zijn vrienden,..

Lees meer...

Psychologische verklaringen voor misdaad

  • Karakteriële verschillen
    Bv. Oudheid: als de lichaamssappen niet in evenwicht waren, dan stelde men vreemd gedrag. Normaal moeten die in evenwicht zijn.
  • Op zoek gaan naar trauma'sin de kindertijd, waardoor men het huidig gedrag kon afleiden. (psychoanalyse)

 Trauma:een psychisch letsel veroorzaakt door extreme emotionele
gebeurtenis OF fysisch letsel veroorzaakt door een externe
kracht.


Opmerkingen:
De biologische, genetische en pyschologische verklaringen zijn niet foutief, maar zijn soms te beperkt:

  • Crimineel gedrag is nu eenmaal: subjectief, relatief en tijds- en ruimtegebonden.
  • Ook is het afhankelijk van de sociale klasse van de dader.
    Bv. minder bedeelde klassen plegen andere soorten misdrijven dan meer bedeelde klassen.
Lees meer...

Verklaringen voor deviant (crimineel) gedrag

Biologische verklaringen

Lombrosso:(19de eeuw) deviantie verklaren door middel van biologische aard.

 Sommige mensen worden geboren met criminele neigingen.
Zij bevatten nog sporen van primitieve mensen.
Men kan dit opmerken aan de vorm van de schedel.
 Hij onderzocht verschillende mannelijke gevangenen door exacte lichamelijke
metingen te doen.


Tijdens W.O.II heeft men zich hier verder op gebaseerd. Zij voerden namelijk een rassenonderzoek, waarbij men op basis van lichamelijke kenmerken in een bepaalde groep werd ingedeeld.

Sheldon: (‘40) verband tussen lichaamsbouw en crimineel gedrag.

Nuworden deze theorieën nietmeer aanvaard.
Maar sommige mensen blijven geloven dat crimineel gedrag een genetische oorzaak kent.

Toch moeilijk te bewijzen. Familiegeschiedenis onderzoek gedaan waar men naging of criminaliteit in bepaalde families vaker voorkomt dan in andere.
Ze kwamen tot de conclusie dat dit inderdaad zo was.

MAAR komt dit door sociale of culturele factoren of toch eerder door genetische? Want men kwam tevens tot de conclusie dat het opvoedingspatroon van criminelere families grondig verschilt van die van 'normale' families.

 Door opvoeding of genetisch verworven?

Recenter onderzoek heeft aangetoond dat er een verband zou zijn tussen crimineel gedrag en de chromosomenstructuur.
 Sommige criminelen mannen zouden een extra Y-chromosoom hebben.
Dit wordt niet algemeen aanvaard, wegens te beperkt onderzoek.
 Bij ruimer onderzoek constateerde men dat er evenveel normale mannen zijn.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen