Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Onderzoek Correl et al

  • Opdracht: videospel dat de deelnemers moesten spelen waarbij gevaarlijke personen uitgeschakeld moesten worden. Ze moesten zo snel beslissen als een politieagent, schieten of niet schieten? Ze kregen foto’s te zien van blanken en afro-amerikanen in een alledaagse situatie (op het trotoir, in het park,…) met ofwel een werktuig in hun handen ofwel een wapen. Zij moesten dan op een knop met “schieten” drukken als de persoon een wapen vasthad of op de knop “niet schieten” als de persoon geen wapen vasthad.
  • Onafhankelijke variabele: ras van de persoon + wapen of niet
  • Afhankelijke variabele: schietgedrag
  • Resultaat: Er wordt meer ten onrechte geschoten naar een zwarte dan naar een blanke, de zwarte wordt minder ontzien dan de blanke.
Lees meer...

Onderzoek van Payne

  • Er werden foto’s per paar aangeboden (1 foto was een persoon, de ander foto was een object)
  • Deelnemers: niet-zwarte studenten
  • Opdracht: zo snel mogelijk oordelen over de tweede foto, het object want hoe sneller een reactie komt  hoe meer je er vanuit kan gaan dat die reactie afkomstig is van automatische processen
  • Onafhankelijke variabele: persoon die blank of Afrikaans-amerikaan is
  • Afhankelijke variabele: herkenning van het object als pistool of werktuig
  • Resultaat: er zijn meer missers (werktuig als pistool aanzien) na de foto van Afrikaans-amerikaan
  • Opmerkelijk: als de vraag is: reageer zo juist mogelijk  mensen denken er gecontroleerd over na, er zijn veel minder missers
  • Zo’n stereotypes kunnen dus een rol spelen bij bv. Agenten: trekt iemand een pistool of niet?
Lees meer...

Schema’s en stereotypen

Als schema’s worden toegepast op leden van een sociale groep zoals een dispuut, geslacht of ras  aangeduid met de term stereotypen

Stereotypen kunnen snel en automatisch worden toegepast in onze ontmoeting met andere mensen.

Lees meer...

Mensen als alledaagse theoretici: automatisch denken met schema’s

  • We gebruiken schema’s, mentale structuren die onze kennis over de sociale wereld organiseren rond thema’s of subjecten en die invloed hebben op de informatie die mensen opmerken, waarover ze nadenken en die ze zich herinneren. Bv. Als we iemand voor het eerst ontmoeten, beginnen we niet bij nul om te bepalen hoe hij of zij is, we categoriseren de betrokkenen als eerstejaarstudent of iemand zoals mijn nichtje,…
  • Schema’s bevatten onze basiskennis en de indrukken die we gebruiken om wat we over de sociale wereld weten te organiseren en om nieuwe situaties te interpreteren.
  • Schema’s gebruiken we bij mensen die we stereotyperen of categoriseren (“dit is iemand zoals….) of in situaties waarin we terechtkomen (moet ik hier knikken, de hand schudden, zoenen,…?)
  • Ze beïnvloeden ook de manier waarop we naar de werkelijkheid kijken: de informatie die we opmerken, waar we over nadenken en die we onthouden
Lees meer...

Sociaalpsycholoog Bargh

“The four horsemen of automaticity”

  • Niet bewust
  • Niet intentioneel: geen motivatie voor nodig, ze zijn er zo en verlopen quasi moeiteloos
  • Onvrijwillig
  • Quasi moeiteloos: meer moeiteloos dan niet automatische gedragingen bv. Ook fysiologisch (bv. Sport) minder energie voor getrainde sporter dan bij niet getrainde sporter
Lees meer...

Op de automatische piloot: denken zonder inspanning

Automatisch denken = denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en zonder inspanning geschiedt. Bv. Je ontmoet een nieuwe persoon, onbewust ga je nadenken of dat je die persoon nu leuk vindt of niet op basis van hetgene je juist via het gesprek te weten bent gekomen

Wij, de mens, kan als “superieure soort” op automatische wijze met complexe feiten omgaan, we kunnen snel conclusies trekken.

De wereld is zeer complex: het is moeilijk om artificiële intelligentie te doen slagen.
Artificiële intelligentie = ervaringen worden opgenomen in ons automatisch geheugen. Als je weinig beschikbare energie hebt, moet je investeren in moeilijke taken waar je geen automatische reactie op hebt (= moeilijkheid van het te doen slagen)

De mens structureert die complexe wereld op basis van ervaringen uit het verleden, daardoor wordt zelfs een nieuwe situatie snel voorspelbaar.

Lees meer...

Sociale cognitie

Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld. Hoe mensen sociale informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en beslissingen te nemen.

Twee vormen/types van sociale cognitie:

1) Automatische processen: niet bewuste processen

= hoe iemand reageert wanneer heel snel een oordeel of beslissing nodig is (bv. Noodgeval)

= hoe iemand reageert wanneer er weinig bewuwste aandacht naar de beslissing gaat (keuze die je op automatische piloot neemt)

2) Deliberatieve, gecontroleerde processen

= beslissingen en oordelen waarbij we de sociale informatie bewust wikken en wegen, beïnvloedend voor welk gedrag we uiteindelijk stellen

  • De twee vormen gaan vaak goed samen
Lees meer...

Onderzoek Ross & Samuels

  • Deelnemers worden selectief gekozen op basis van oordeel van kennissen: competitieven versus coöperatieven (= Onafhankelijke Variabele 1)

Indeling in groepen op basis van wat andere mensen van ze denken

  • De deelnemers moeten een samenwerkingsspel spelen:

De regels van het spel zijn hetzelfde, enkel verschillende normen

De ene helft speelt “Wall street game”, de andere helft “Community game”

Verschil in namen= Onafhankelijke variabele 2

  • Je kan gaan voor het eigen maximale profijt of om samen alles te winnen
  • Hoe competitief speelt iemand? = Afhankelijke variabele
  • Voorspellingen:

Kennissen: eigen inborst speelt een rol (comperatief of competitief)  zelfde in de twee spelen

Situationeel element: Persoonlijkheid van de kennissen is belangrijk want mensen hebben dat geleerd door de persoonlijkheid te observeren. De vrienden hebben de deelnemers een comperatief of competitieve eigenschap aangemeten vanuit hun ervaring in een specifieke situatie. Bv. Die persoon speelt veel sport, hij is competitief, die persoon zet zich in voor het goede doel, hij is comperatief.

  • Duidelijke verschil: de naam van het spel

De naam van het spel roept allerlei associaties op:

Wall street: competitief interpreteren

Community: comperatief interpreteren

  • Los van de persoonlijkheid die hun eigen vrienden hen toelichten
  • De deelnemers werden sociaal beïnvloed:
    • Naam van het spel (via eerdere processen geassocieerd met cognities over hoe zo’n sociale situatie (wall street vs community) werkt.
    • Vanuit de cognities: veranderde perceptie van de eigen functie en die van de medespeler (cf. impliciete sociale rollen)
    • Resulteert in een verschil in observeerbaar gedrag
    • Dat verschil interpreteren we zo spaarzaam mogelijk naar onobserveerbare theoretische concepten.
  • Fundamentele attributiefout:

We laten ons misleiden om anderen een persoonlijkheid toe te kennen, we verwachten dat degenen die we als competitief beschreven competitief gaan handelen en degene die we als comperatief beschreven, comperatief gaan handelen. Terwijl ze in de werkelijkheid, handelen naar de echte situatie.

Lees meer...

Wat wel uniek is voor sociale psychologie:

  • Kijkt naar de door het individu geïnterpreteerde context (perceptie en cognitie)
  • Vertekende beslissingsheuristieken
  • Staat los van structuren
  • Kwantitatief empirisch

Sociale psychologie is geen wetenschap die voor jou persoonlijk natuurlijk moet aanvoelen, jij zou bijvoorbeeld helemaal anders kunnen handelen MAAR het is belangrijk je te realiseren dat het gaat over effecten waar je je niet helemaal bewust van bent. Het gedrag van anderen kan je best verklaren vanuit hun persoonlijkheid, je eigen gedrag vanuit de werkelijkheid.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen