Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

ZIEKTE EN WAANZIN ALS OORZAAK VAN MARGINALISERING vroegmoderne tijd

 Leprozen

  • melaatsen waren nog steeds een vertrouwd beeld in de vroegmoderne samenleving
  • vormden een gevaar voor de volksgezondheid en werden aldus afgezonderd door de maatschappij
  • zelfbedruipende leprozerieën enerzijds, anders de sloppenwijken op braakliggende grond (vandaar. Akkerzieken)
  • contact met buitenwereld was streng gereglementeerd
    • schoudermantel, hoed met witte rand en een klepper
    • bedelnap voor zowel voedsel als geld (zonder lichamelijk contact)
  • melaatsen werd in de 16e E soms symbolisch begraven na de diagnose

 Mentaal zieken

  • geen duidelijk contemporaine afbakening vh begrip ‘waanzinnigen’
  • wetenschappelijke revolutie ontkrachtte de idee van de straf van god of het werk vd duivel
  • personen die ‘krank van zinnen’ waren, werden doorgaans door familie of parochie verzorgd
  • Instellingen:
    • veroorzaakten zij schandaal of waren zij gevaarlijk, dan werden ook zij vanaf de 15e E ‘opgevangen’ in instellingen
    • 18e en 19e E: exponentiële groei van instellingen en hun omvang
    • Rusland, Polen, Scandinavie en Balkan: opsluiting pas vanaf 1850
    • Zuidelijke Nederlanden: geestelijke orden zoals de Cellebroeders of alexianen zorgden voor mentaal zieken
    • Spartaanse leefosmtandigheden: dwangbuizen, draaiende stoelen, zweepslagen als tuchtmaatregelen
    • Zelfbeheersing en morele discipline werd verwacht van elke patiënt als enige kans op genezing
    • Steeds vaker artsen ipv psychologen
Lees meer...

ZIGEUNERS EN JODEN vroegmoderne tijd

cfr. The Merchant of Venice – W. Shakespeare

 Zigeuners en joden nemen binnen de groep marginalen een speciale plaats in

  • groepen die zelf bewust kozen voor een zekere mate van afzondering en bewaring van de eigen identiteit binnen de christelijke samenleving

 Zigeuners:

  • 1400: eerste zigeuners in West-Europa
    • aanvankelijk gastvrij onthaald, van onderdak en voedsel voorzien
  • in de loop van de 15eE : wantrouwen en afkeer
    • storende bedelarij
    • diefstallen
    • brutale optreden
  • vanaf de 16eE worden zigeuners gecriminaliseerd
    • bedreigd met bestraffingen van lijf en goed
    • doorgaans verbannen, na eventuele geseling en het plaatsen van een brandmerk
  • enige marginale groep in het Ancien Régime van wie de gehele levenswijze als crimineel en illegaal werd bestempeld
  • aparte zigeunerplakkaten waar voor lichte misdrijven zwaardere straffen worden opgelegd
  • houding vd plattelandsbevolking was dubbelzinnig:
    • enerzijds afkeer
    • anderzijds nieuwsgierigheid en fascinatie voor de magie en waarzeggerskunsten
  • door de verbanningen verplaatste het probleem zich enkel maar van regio tot regio
  • 17e en 18e E: in Duitsland, Nederlanden en Frankrijk deed er zich een vermenging voor van zigeuners, marginalen en criminelen

 harde aanpak in de Republiek jaagde de zigeuners daar bijna volledig weg

  • verklaring voor de zigeunervervolging
    • vooroordelen tegen de zigeuners: huidskleur, taal die leek op het Bargoens
    • vnl via Turkije binnengekomen; werden ervan verdacht Turkse spionnen te zijn
    • werden beschuldigd van kinderroof, kannibalisme, veroorzaken van ziektes
    • maatschappelijke onaangepastheid: nomadische levenswijze was onverenigbaar met de opvattingen van de sedentaire bevolking

 Joden

  • 1450 – 1570: nooit geziene verdrijving van joden uit West- & Midden-Europa
    • talloze vorsten verbanden joden collectief uit hun grondgebied
    • 1492: algemene verbanning in Spanje
    • 1497: gedwongen doop van 70 000 Portugese joden
    • waar ze mochten blijven, werden ze gedwongen in afgezonderde stadswijken te wonen
  • gevolg: massale migratie naar de Balkan en Levant of Polen en Litouwen
    • ontworteling legde basis voor verruiming en versteviging vd joodse impact op de Europese economie en politiek en de interne joodse cultuur
    • kloof groeide met niet-joodse bevolking omdat ze zich terugtrokken
  • na 1570: gemeenschappen in West- en Midden-Europa groeiden terug aan
    • groeiend vorstelijk centralisme
    • vorsten beschikten graag over de joodse geldschieters die door hun onderlinge netwerk als geen andere snel grote bedragen ter beschikking konden stellen
    • in ruil voor leningen kregen ze vaak concessies, privileges en residentietoelatingen
    • hoofdzakelijk joden organiseerden de graanproductie in Polen en Litouwen en het transport ervan naar de Baltische havens
  • 1650-1713: tijdperk van de ‘hofjoden’:
    • rijke financiers die voor meerdere regeringen werkten
    • vb Samuel Oppenheimer: bevoorrade tijdens de Negenjarige Oorlog de Oostenrijkse legers in zowel Hongarije als Duitsland

 bij dood in 1703: algemene crisis omwille van de gigantische bedragen die de keizerlijke schatkist hem verschuldigd was

  • succesvolle integratie vh jodendom = verbazingwekkend omwille van de talloze collectieve verbanningen en discriminerende maatregelen
    • latent semitisme bleef bestaan, dat geregeld tot uitbarsting kwam
    • 1614: joden uit Frankfurt verdreven
    • 1648-1651: 100en tot 1000en joden vermoord in Oekraïne
    • 1744: verbanning joden uit Praag door Maria Theresia

 moest hierop terugkomen in 1748 omwille vd vele praktische moeilijkheden

  • installatie van getto’s (naar Venetiaanse wijk Gheto), met toegangspoorten die ’s nachts sloten

 versterkte de joodse autonomie en zelfbestuur + de interne cohesie

  • 18eE: joodse economische activiteiten waren veel breder geworden, maar de positie vd joden in Europa zou die eeuw sterk achteruitgaan
    • steeds frequentere protectionistische maatregelen benadeelden de joodse lange afstandshandel
Lees meer...

SEKSUEEL DEVIANT GEDRAG vroegmoderne tijd

 seksueel deviant gedrag ( anale seks, bestialiteit, masturbatie, fellatio en necrofilie) werd in de VMT samengevat onder ‘sodomie’

  • justitie in Europa viseerde vooral seksuele gemeenschap tussen mannen, het hedendaagse ‘homoseksualiteit’
    • term impliceert een bewuste seksuele identiteit en geaardheid
    • debat essentialisten (homoseksualiteit en de homoseksuele identiteit is van alle tijden) vs. Sociaal-constructivisten (homoseksualiteit is een historische – hedendaagse- categorie)
  • vanaf de scholastiek (Magnus, Aquino) zorgde theologische rechtvaardiging voor een strengere repressie
  • 13eE: sodomie werd een halsmisdrijf
    • slechts zelden duidelijk omschreven, al waren de straffen doorgaans erg zwaar
    • in praktijk nooit systematisch vervolgd, net zoals andere seksuele delicten
    • gerecht liet zich op bepaalde plaatsen eerder incidenteel selectief met de vervolging van seksuele handelingen onder geslachtsgenoten bezig
    • betrokkenen waren doorgaans gehuwd en er was zelden sprake van echt affectieve relaties onderling
  • eind 18e en gedurende 19eE: doodstraffen verdwijnen, relatieve decriminalisering
    • sodomie werd slechts nog vervolgd als zedenschennis, niet meer wegens de seksuele handelingen op zich
Lees meer...

HET OUDSTE BEROEP TER WERELD: PROSTITUTIE IN DE vroegmoderne tijd

 seksualiteit hoorde zich volgende kerkelijke voorschriften te beperken tot die handelingen die strikt noodzakelijk waren voor de voortplanting

  • prostitutie werd oogluikend toegelaten door gezaghebbende figuren zowel binnen als buiten de kerk als een noodzakelijk kwaad, om ergere kwalen als verkrachting en overspel te voorkomen en om eerbare vrouwen te beschermen
  • wel heel wat reglementen uitgevaardigd in het Ancien Régime om zgn schandalen of excessen te voorkomen of in te dammen
  • zowel kerkelijke als wereldlijke rechtbanken waren actief in het vervolgen van prostitutie
  • in veel steden werden een maatregelen genomen om prostitutie tegen te gaan
    • vanaf 15e E: beperkt tot bepaalde stadsdelen
    • lokken van klanten werd in veel verordeningen aan banden gelegd
    • sancties als schandstraffen en verbanning, later ook in tuchthuizen opgesloten
    • Amsterdam 18e E: lichte gevallen werden buiten strafrecht om behandeld, recidivisten kregen strengere straffen
    • Viseren van prostituees, maar ook bordeelhouders en –houdsters, pooiers en koppelaars
  • in de loop van de 17e E en 18eE: overschakeling van bestrijding naar grotere tolerantie
    • Reformatie en Contrareformatie hadden aanvankelijk tot een strengere seksuele moraal geleid
    • Beginnende secularisering maakte van prostitutie vooral een probleem van volksgezondheid en openbare orde
    • In 17e E was een prostituee nog een misdadigster, in de 18e E een slachtoffer

- armoede

- lage inkomens en werkloosheid

- ontbreken van sociale en economische bescherming

 bracht vrouwen tot prostitutie

  • dmv niet consequent te vervolgen en streng in te grijpen in geval van ongewenste aspecten werd een systeem van autoregulatie gecreëerd
Lees meer...

JJP Villain en het onstaan vh moderne gevangeniswezen

 Burggraaf Villain was een invloedrijk sociaal hervormer uit de eeuw vd Verlichting

 nav conjuncturele crisis van 1767-1773 zag hij in dat er zonder sociale maatregelen geen economische projecten mogelijk waren

  • landlopers moesten worden heropgevoed om reïntegratie in het arbeidsproces mogelijk te maken
  • 1772: oprichting van het Provinciaal Correctiehuis te Gent, een instelling voor gedwongen scholing en in eerste plaats fungeerde als strafinstelling
  • vrijheidsberoving als straf was in die tijd heel ongebruikelijk
  • het correctiehuis werd al snel een louter penitentiaire instelling en ultiem voorbeeld van het moderne gevangeniswezen en het cellensysteem

 Michel Foucault: 17e en 18e E als de periode vd Grote Opsluiting

  • nuancering:
    • opsluiting in absolute aantallen niet zo aanzienlijk vòòr 19e E
    • beweging zette in verschillende landen op verschillend moment in
    • gevangenissen bestonden wel al n VMT, maar dan als tijdelijke opsluiting tijdens gerechtelijk onderzoek, niet als strafinstelling
    • instellingen hadden dan wel goedkope arbeidskrachten, maar waren toch bijna allemaal verlieslatend
    • de tijdelijke verwijdering uit de maatschappij en de discipline tijdens de detentie zorgde voor sociale en politieke stabiliteit

 conclusie:

  • de positie van de arme in de VMT verbeterde allerminst: noch feitelijk, noch juridisch
  • het proletariaat ‘van de 19e eeuwse industrialisatie’ kreeg al vorm in de VMT (vooral op het platteland)
Lees meer...

VERPLICHTE TEWERKSTELLING vroegmoderne tijd

 gedwongen arbeid werd al in de 16E E naar voren geschoven, maar het idee won vooral in de 17e E terrein

  • arbeid zou disciplinerend werken voor het proletariaat en opnieuw een deugdzaam leven aanbrengen, met mogelijkheid tot herintegratie in de samenleving
  • de zgn luie armen moesten door strikte werk- en leeforganisatie en morele bijstand omgevormd worden tot winstgevende en volgzame arbeidskrachten
  • in Engeland werden naar dat vb 10tallen nieuwe werkplaatsen opgericht : in de praktijk vooral strafgevangenissen

  • 1589: Rasphuis te Amsterdam
    • tuchthuis voor mannen
    • arbeid bestond uit het raspen van Braziliaans verfhout
    • in 1597 ook een Spinhuis voor vrouwen
  • in loop van 17e E vele steden in het HRR het Amsterdams voorbeeld volgen

> niet toevallig allemaal steden in geïndustrialiseerde regio’s waar nood was aan goedkope werkkrachten

  • Frankrijk: armen vnl. Opgesloten in zgn hospitalen
    • 1611: eerste instellingen te Parijs
    • 1614: eerste Hôpital général te Lyon
    • vanaf midden 17e E: Compagnie du Saint-Sacrement drijvende kracht achter de beweging
    • armen zouden er worden opgeleid in vroomheid en kregen godsdienstonderricht : in de praktijk was er echter een mensonterend werk- en leefregime
    • in de loop vd 18eE: nieuwe impuls voor de opsluitingsbeweging oiv verder pauperisme en ideeën vd Verlichting: armen moesten ‘menswaardig’ worden behandeld en heropgevoed
      • nieuwe generatie werkhuizen met cellensysteem, scheiding vd gevangenen in categorieën en constante controle
Lees meer...

Juan Luis Vives 1492- 1540

 humanistisch denker uit Brugge, schreef werken over pedagogie, wijsbegeerte, filologie, theologie en rechtsgeschiedenis

 1526: De Subventione Pauperum:

  • lokale besturen hebben de plicht om armenzorg te organiseren en steunfondsen voor liefdadigheid te centraliseren
  • stadsfunctionarissen moesten de armen in categorieën verdelen (vb validen moesten arbeidsdwang krijgen)
  • er moesten scholen opgericht worden voor de kinderen vd armen
  • er dienden speciale belastingen geheven worden voor het onderhoud van de armen

 het werk had een grote invloed in de praktijk, hoewel bepaalde maatregelen al te drastisch werden bevonden en meestal ook geen lang leven beschoren waren omwille van de gebrekkige financiering

Lees meer...

SOCIALE POLARISATIE EN DE STRIJD OM HET BESTAAN: ARMOEDE, BEDELARIJ EN LANDLOPERIJ

 meest omvangrijke groep gemarginaliseerde personen

 Vroegmoderne samenleving was een subsistentiemaatschappij : het bereiken van het levensminimum was het socio-economische doel bij uitstek

  • armen zijn in die zin personen die er niet in slaagden het absolute vitale minimum te bereiken
  • armoede nam in de 2e helft vd 15e E nooit geziene proporties aan

 oorzaken

  • geleidelijke daling vd koopkracht en levensstandaard
    • arbeidsreserve was te groot, lonen minimaal
    • prijsstijgingen
    • crisissen nav misoogsten
    • oorlogscampagnes waarbij de gewassen op het veld werden vernield en de aanvoerwegen geblokkeerd

 koopkracht daalde tot ver onder het levensminimum

  • crisis van het feodale systeem en het ontluiken vh kapitalisme
    • veranderingen in de structuur vh grondbezit
    • grote groepen boeren waren landloos en moesten bedelen om te overleven
    • kleine en middelgrote producenten werden kapotgeconcurreerd door het kapitalistisch systeem en moesten als loonarbeider aan de slag

 plaats van de armen in de maatschappij

  • in middeleeuwse en vroegmoderne standenstaat: hadden armen een duidelijk betekenis: rijken konden zo aan naastenliefde doen en zich van hun zielenheil verzekeren
  • onderscheid goede- slechte armen
    • goede armen: weduwen, zieken, gehandicapten, bewuste asceten uit christelijke overtuiging
    • slechte armen: werkbekwame personen zoals onderbetaalde loonarbeiders of werklozen

 alleen de goede armen konden aanspraak maken op liefdadigheid

  • ommekeer in de houding tov armen nav de exponentiële vermeerdering ervan
    • verloren hun religieus belang
    • maatschappelijke orde leek bedreigd
    • voorwerp van wantrouwen van meer gegoede stadsbewoners en het rechtsapparaat
    • gecriminaliseerd: vagebonden werden gevaarlijke personen en verdacht van diefstal en banditisme

 strenge repressie vd armen vanaf midden 15e E

  • exemplarische straffen moesten afschrikken
  • repressieve maatregelen gecombineerd met hervorming vd liefdadigheid
    • lijsten van goede armen miserabilis personae
    • liefdadigheidsinstellingen onder hoede van lokale autoriteiten
    • gebod om gecentraliseerde kassen (= gemene beurzen of aumône générales) te subsidiëren

- veel weerstand bij de rijken, zij moesten bijdragen aan anonieme organisaties

- symbolische betekenis ging verloren en was dan ook veel minder populair

  • echter ook lang nog volkse solidariteit met allerlei marginalen en specifiek vagebonden

 mensen beseften door de crisissen dat hun eigen positie ook erg kwetsbaar was

Lees meer...

MARGINALITEIT – EEN DEFINITIE

 marginalen zijn

  • personen die gedwongen worden of zichzelf situeren in de marges vd samenleving
  • personen die niet (kunnen) deelnemen aan productieprocessen en die de heersende gedragsnormen niet (kunnen) volgen

 in de praktijk gaat marginalisering vaak vooraf of gepaard met criminalisering, wat de marginaliteit op zijn beurt versterkt

 marginaliteit (vb armoede en een bedelend bestaan) kan zich ook voordoen tijdens bepaalde fasen van de levenscyclus, of optreden (of verdwijnen) bij onverwachte economische of politieke omwentelingen

Lees meer...

Dynamiek, geografie en conjunctuur van de heksenvervolgingen

 hersenspinsels van een kleine groep intellectuelen hadden verwoestende impact: er is geen enkel bewijs voor de historische realiteit van de heksensabbat

  • directe aanleiding van elke heksenvervolging bleef echter nog altijd een lokaal conflict
  • de Kerk of de staat waren niet de motor vd heksenvervolgingen: zoals de Spaanse als Romeinse Inquisitie als het Parlement v Parijs waren opvallend terughoudend
  • meeste zaken werden op gang gezet door wereldlijke rechtbanken op regionaal of lokaal niveau
  • afwezigheid van een sterk centraal gezag is zeker een determinerende factor geweest : felste heksenjachten vonden plaats in semionafhankelijke regio’s

 Absolute hoogtepunt van de heksenvervolgingen : 1570 – 1660

  • na eerste golf in late 15e E was er aanvankelijk een daling in de eerste helft vd 16e E
  • periode kan getypeerd worden door collectieve angst en grote maatschappelijke onzekerheid
    • economische transformaties
    • politieke en religieuze ontwrichting
    • godsdienstoorlogen hadden tot het ‘besef’ geleid dat de duivel zich diep genesteld had in de eigen gemeenschap
  • grote heksenjachten hielden door hun eigen dynamiek vaak enkele jaren aan, maar doofden ook op eigen kracht uit
    • naargelang de processen vorderden, werd al vlug de halve gemeenschap genoemd als medeplichtige, en dit bracht zowel de bevolking als rechters aan het twijfelen
    • soms werd van hogerhand ingegrepen om totale chaos te voorkomen:

vb Salem – 1692

nieuwe gouverneur v Massachusetts greep in na 20 executie sen honderden beschuldigingen

 na het midden vd 17E E nam het aantal vervolgingen gestaag af, hoewel er regionale verschillen waren

  • laatste executie Nederlanden: 1685
  • Laatste legale terechtstelling ve heks: 1782 te Zwitserland
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen