Bij stoornissen in de regulatie kan er hypertensie of hypotensie ontstaan.
Hypertensie ontstaat als de CO stijgt, door sporten bijvoorbeeld en/of als de perifere weerstand
toeneemt, bijvoorbeeld bij nierinsufficiëntie. Essentiële hypertensie: multifactoriële, nieteenduidige
oorzaak (genetisch, foetaal, omgevingsfactoren (o.a. overgewicht, alcohol, natriumrijk
dieet, stress), humoraal, diabetes). Secundaire hypertensie: specifieke, mogelijk behandelbare
oorzaak. Een hoge BD verhoogd de kans op cardiovasculaire ziekten enorm. Er is ook een
samenhang met de risicofactoren (roken, cholesterol, obesitas, diabetes, alcohol, enz.)
De behandeling van hypertensie is afhankelijk van de aanwezige risicofactoren en de mate van
- hypertensie.
- Hypotensie ontstaat soms bij hartfalen, want dan daalt de cardiac output. Bij een bacteriële shock
- daalt de TPR waardoor de bloeddruk daalt.
- Andere stoornissen in de regulatie zijn:
- Bloeding : ECV daalt.
- Drophypertensie : in drop zit glycyrrhizinezuur, dit remt de omzetten van cortisol in zijn
- metaboliet. Cortisol bindt nu aan receptoren en doet nu de werking van aldosteron na, het
- lijkt alsof het RAAS actief is.
- Baroreceptor-dysfunctie : geen korte termijn correcties.
- Renovasculaire hypertensie : Bij iemand met 1 nier en in de andere renale arterie zit een
- stenose, dan gaat naar die nier minder bloed, is de druk en de GFR laag en wordt er renine
- afgegeven. Het RAAS is nu actief, dus stijgt de bloeddruk. De GFR normaliseert en RAASactiviteit
- neemt af, maar er is wel 'volume' hypertensie.
- Als iemand 2 nieren heeft, waarvan een een stenose heeft dan zal die met stenose het
- RAAS selectedren. De andere nier merkt echter een verhoogde druk en gaat veel water
- uitscheiden. RAAS is echter effectiever en 'wint' van de normale nier. Er ontstaat
- hypertensie.
- Hypertensie bij chronische nierinsufficiëntie : verhoogd ECV en veel renine.
- Orthostatische hypotensie : als iemand snel opstaat wordt de veneuze return verlaagd door
- de zwaartekracht. Dit verlaagd de cardiac output, dus heeft iemand tijdelijk hypotensie. Er
- gaat weinig bloed naar de hersenen waardoor iemand duizelig wordt, zwart voor de ogen
- of flauwvalt.
- Zwangerschap : in de tweede helft van de zwangerschap kan er zwangerschapshypertensie
- ontstaan. Oorzaak is niet bekend. De placenta wordt nu minder goed doorbloed, waardoor
- de foetus achterblijft in groei. Daarnaast kan het lever- en nierschade geven. Ernstige
- hypertensie bij zwangeren is pre-eclampsie, waarbij er proeteinurie is. Dit kan overgaan in
- eclampsie, een zeer ernstige en gevaarlijke aandoening. Iemand krijgt het HELLP-syndroom
- (Hemolyse, Elevated Liver enzymes, Low Platlets) en er is kans op convulsies, icterus,
- cerebraal of pulmonaal oedeem en foetaal overlijden.
- Ziekte van Conn : hyperproductie van aldosteron. Verwijderen van één bijnier is een goed
- werkende therapie.
- Ziekte van Cushing : te veel cortisol, doet aldosteron na.
- Feyoadrenocytoom : kanker waardoor er te veel Na en A gemaakt wordt, daardoor
- orthosympathische effecten.
- Medicamenteuze behandelingen:
- ACE-remmer : angiotensine I niet omgezet in Ang II, hierdoor het RAAS inactief. Normaal
- zorgt Ang II voor vasoconstrictie, dit gebeurt nu niet. Kans op lage GFR waardoor er minder
- nierwerking is.
- Diureticum : ECV wordt kleiner. Kans op hypokalemie.
- Bètablokker : CO gaat omlaag en de OS wordt geremd, waardoor er minder renine
afgegeven wordt.
Een andere behandeling van hypertensie wordt nu onderzocht. Daarbij worden warmtebronnen op
de arteria renalis geplaatst. De afferente zenuwen zijn niet functioneel bij veel warmte. Er worden
dan geen signalen vanuit de nieren naar de hersenen gestuurd. Hierdoor is er geen OS-activiteit
die de bloeddruk verhoogd.