· Het ontstaan en de verspreiding van de islam
· De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarische urbane cultuur door een
zelfvoorzienende agrarische cultuur georganiseerd via hofstelsel en horigheid
· Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
· De verspreiding van het christendom in geheel Europa
· De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de
Griekse stadstaat
· De groei van het Romeins Imperium waardoor de GrieksRomeinse cultuur zich in Europa verspreidde
· De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
· De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
· De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
· De levenswijze van jager-verzamelaars
· Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
· Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
verschillende soorten:
Alles is fluide, alles is open. Er wordt een spel van gemaakt, woord en ding worden hetzelfde.
Signifiant en signifié vallen samen.
subjectieve verhalen (ik-verhalen)
veel gebruik van focalisatie
Doorbreking van vraisemblance, waarschijnlijkheid (vorm)
modernisme maakt verschil in stromingen:
Tsjechisch poëtisme: herstructuering van het woord als ding
Zenitisme (Servie en Kroatie): overname Europa met oercultuur van de Balkan.
Rimbaud: un déreglement systématique de tous les sens
anti-Romantisch
Alle onderwerpen moeten literair mogen zijn
doorbreking van bienséance, welvoeglijkheid (norm)
veel details
veel vrije indirecte rede
melodrama
Bij de vrije indirecte reden worden we de geesteswereld van het personage ingesleept. Dit
moeten we niet verwarren met de stream of consciousness waarin we plotseling verdwaalt
raken, een stroom van gedachte van het personage. Vaak tussen een liminale periode.
anti-burgerlijk
exostische personages
exotische setting
weinig diepgang
veel incidenten
personificatie: menselijke eigenschappen geven aan iets levenloos.
Topos: natuurbeschrijvingen vanuit de romantiek zijn hetzelfde als in de oudheid.
Je hebt verschillende natuurbeschrijvingen:
descriptief: natuur dient als coulisse
inscriptief: natuur betekent iets hogers, heeft een duidelijke meerwaarde
•sameness (natuurlijke cyclus is hetzelfde als de menselijk)
•otherness (natuurlijke cyclus is anders dan de menselijke)
Verschillende soorten satire:
Directe satire (ik-figuur spuwt gal)
Indirect satire (verhaalvorm)
Stijlfiguren Satire:
Bathos: van hoogdravend naar platvloers
Persona; in de huid kruipen van een persoon of instantie
•Juvenalisaanse satire: aggresieve en cynische wijze kritiek leveren.
•Menippische satire: satire die wordt gekenmerkt door de afwisseling tussen proza en poezie.
•Horatiaanse satire: lichte satire vooral bedoelt om op geestige wijze spot te drijven
Mogelijkheden om satire te schrijven:
•Ironie: dubbele betekenis, de geveinsde onwetenheid
•Sarcasme; het vlees afrukken
•Parodie: spottende nabootsing
· Pithecanthropus, Australopithecus, Homo habilis, Homo erectus, Homo Sapiens
Een bezwaar tegen Darwins evolutietheorie vormt het feit dat er weinig fossielen zijn gevonden van missing links: dieren die de overgang vormen tussen de belangrijkste groepen van de gewervelde dieren. 1861: werd een fossiel gevonden dat zowel reptiel als vogelkenmerken heeft.
Franse wetenschapper aan het eind van de 18e eeuw die dacht dat het fossielen waren van soorten die in de loop van de tijd ontwikkeld waren tot nu levende vormen. Door Cuviers ideeën gingen wetenschappers de fossielen met andere ogen bekijken en werden er al snel veel nieuwe soorten beschreven.
