Menu

Fossielen

  • 18e eeuw: veel fossielen werden gevonden -> onderzoekers gingen denken.

  • Onderzoekers baseerden hun verklaringen op de Bijbel want het moesten versteende overblijfselen zijn van planten en dieren die gestorven waren tijdens de zondvloed.

  • Volgens dit verhaal werd de aarde getroffen door een zware overstroming -> Noach bouwde een ark en nam van elk diersoort een mannetje en een vrouwtje mee, de rest van de dieren stierf door het water (de gevonden fossielen).

  • Een verklaring voor de vondsten van reuzenreptielen en mammoeten was dat deze onbekende soorten nog ergens op de aarde wel in leven zouden zijn.
Lees meer...

Genesis

Iedereen stelt de vraag hoe de aarde is ontstaan. Elke geloofsopvatting had daar vroeger een eigen antwoord op. In de Christelijke wereld gelooft men dat God de wereld in 7 dagen heeft geschapen -> creationistische visie.

Lees meer...

Studentenprostest in de jaren 1960

1. meer welvaart, meer protest

  • Na WO 2 -> welvaart neemt toe vooral in de jaren 60 = Golden Sixties
  • Inkomsten stijgen -> mensen kunnen meer consumptiegoederen kopen
  • Generatieconflict
    • Oudere generatie = hebben crisis in 1930 + WO 2 meegemaakt
    • Weet wat afzien is
    • In jaren 60 willen ze daarom zoveel mogelijk materiële welvaart
    • vergaren :
      • Supermarkten -> 1 x in de week winkelen
      • Koelkasten, wasmachines, auto, tv, centrale verwarming,
      • kledij, platen ( lp)
      • Toerisme ( in eigen land ), vakantie
      • Popcultuur
  • Jongere generatie = geboren na WO 2
  • Profiteren van de welvaart om zich te onderscheiden ( jeans, pop,… )
  • MAAR ze willen meer :
    • Ideale samenleving zonder eigen belang en hebzucht
    • Tegen de consumptiemaatschappij
    • Tegen multinationals
    • Aandacht voor milieu en 3de wereldlanden
  • Jaren 1950 -> kunstenaars in de VS = BEATNIK
  • Jaren 1960 -> studentenbewegingen in de VS :
    • Komen op voor verschillende doelen :
      • Burgerrechtenvereniging van Marin Luther King word ondersteund
      • Protest tegen Vietnamoorlog
      • Emancipatie van de vrouw ( gebruik van de pil )
      • Vrijheid van meningsuiting
      • Inspraak in universiteiten
    • Methodes :
      • Betogingen -> soms vrede vol, soms gewelddadig
      • Sit-in ( zitten )
      • Teach-in ( studenten die zelf les geven )
      • Muurschilderingen
      • Bondgenootschappen Bv. met arbeiders
  • Jaren 1970 -> radicalisering ( meer links = communisme)
  • Veel studenten haken af door radicalisering of door verworven welvaart.

2. Leuven Vlaams

  • 1960
    • Nederlands talige studenten willen Franse afdeling uit Leuven weg, omdat
      het niet overeenkomt met de taalgrens.
    • Franstaligen dromen van groot Brussel
  • Reactie bisschoppen : Franstalige afdeling moet in Brussel blijven !
  • Lokt studentenprotest uit + antikerkelijke gevoelens
    • Hoogtepunt in januari 1968
    • Tegen alles wat conservatief is
    • Krijgen progressieve linkse ideeën
    • Maatschappij kritisch
    • Front met arbeiders
  • Studenten krijgen steun van de bevolking omdat die denkt dat ze opkomen voor
    de Vlaamse zaak
  • Grote gevolgen :
    • Val van de regering -> universiteit wordt gesplitst
  • Jaren 1970 : radicalisering naar communisme
  • Vb. PVDA = partij van de arbeid
  • Vb. MLB = marxistische leninistische bond
  • Vb. AMADA = alle macht aan de arbeiders
  • Grootste deel van de studenten haakt af of draait mee met de
    consumptiemaatschappij
  • Vergelijking
    • 1968 - antiglobalisten ( Indignados / Occupy )
    • Gelijkenissen :
    • Relschoppers worden afgevoerd
    • Wereld veranderen
    • Feest
    • Verschillen
    • 1968 : generatieconflict / geen structuur en staan alleen
    • Antiglobalisten : alle leeftijden / steun van NGO’s, vakbonden
Lees meer...

de gesteentekringloop

er zijn drie soorten gesteenten. De eerste groep, stollingsgesteenten , ontstaan door het afkoelen en stollen van magma. Deze worden weer onderverdeeld in dieptegesteenten en vulkanische gesteenten . Het verschil komt door de snelheid van de stolling. Sedimentgesteente ontstaat doordat verweringsmateriaal of resten van planten en dieren zich ergens ophopen, bedekt raken, ophopen en samengeperst worden. Ze hebben een vrij homogene samenstelling. Dit komt omdat het sediment wordt gesorteerd in de rivier. De derde groep is de metamorfe gesteenten.

Lees meer...

de vorming en afbraak van gebergten.

De energie die nodig is voor verwering komt indirect of direct af van de zon. Met behulp van deze energie komen vele processen op gang die tot uiting komen in weer en klimaat. Water verdampt uit de oceanen, wordt in wolken verplaatst en komt weer als neerslag naar beneden. De neersalg stroomt weer terug naar zee en de cyclus begint weer van voor af aan. Deze hydrolische kringloop zorgt er samen met verwering voor dat gebergten verslijten, verweringsproducten worden afgevoerd door rivieren, rivieren eroderen en laagvlakten en zeeën voorzien worden van pakken sediment.

Gebergten worden gevormd als een stuk continentale korst en een stuk oceanische korst botsen. Behalve de subductie en de trog ontstaat er voor het continent een ondiepe zee met dikke lagen sediment. Een klein deel hiervan wordt met de oceaanbodem mee de diepte in gesleurd en draag bij aan het explosieve vulkanisme en intrusies. De rest zal tijdens de botsing in de verdrukking komen. De sedimentlagen worden geplooid, opgeheven en aan het land vastgeplakt. Dankzij deze endogene processen groeien de continenten.

De meeste gebergten ontstaan gewoon bij botsingen tussen continent en oceaan. Sommige door continent tegen continent. Beiden gaan niet omlaag, enige uitweg is dus omhoog. Daarvoor is wel nog eerst een botsing tussen continent en oceaan. Zodra de oceaanbodem weg is kan dat gebeuren. Het huidige aardoppervlak is het resultaat van endogene en exogene processen. Continenten gaan al veel langer mee dan oceanen omdat ze niet wegzaken. In het midden van continent vindt je de oudste delen, het schild. Deze zijn tussen de 4000 en 500 miljoen jaar oud. Daarom zijn stukken bij gekomen tijdens plooiingsfasen.

Lees meer...

Van de bergen naar de zee

Het eindpunt van rivieren is in de meeste gevallen de zee. Vlak voor de rivier de zee in stroomt, stroomt hij door de vlakke benedenloop. Dit is geen dal meer maar een vlak gebied, de overstromingsvlakte. De stroomsnelheid is hier sterk afgenomen. Als de aanvoer van water hoog is, zal de rivier de kilometers brede overstromingsvlakte overstromen. Een groot deel sediment wordt dan afgezet. Zelfs de kleinste kleideeltjes vallen naar beneden. Zo wordt de bendenloop van rivieren langzaam opgehoogd met de dunne laagjes sediment. Hier ontstaat een soort waterpaslandschap. Dit geldt voor alle gebieden die zijn ontstaan door sedimentatie uit water.

Als de rivier de zee in komt vervoert hij nog steeds sediment. Als het in zee komt neemt de stroomsnelheid volledig af. Nu laat het vrijwel alle sediment vallen. Als het ophoopt zou na lange tijd en nieuw stuk land kunnen ontstaan. Dit worden ook wel delta’s genoemd. Als de stroming langs de kust erg groot is, kan dit niet. Bij een groot verschil tussen eb en vloed vormt zich een trechtervormige kustvorm die estuarium wordt genoemd.

Zodra lagen sediment een paar honderd meter zijn weggezakt, begint het proces van verstening. Allereerst worden de korrels dichter op elkaar geperst, en vervolgens aan elkaar geplakt. Zo ontstaat uit zand zandsteen, uit klei schalie en uit grind conglomeraat. Zulk sedimentgesteente kenmerkt zich door duidelijke gelaagdheid en kan fossielen bevatten. In zeeën waar geen sedimentatie plaatsvindt kunnen grote hoeveelheden schelpen of kalkskeletjes van micro-organismen zich ophopen. Op deze wijze wordt kalksteen gevormd.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen