Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

TYPEN STRESS

STRESS EN VERLIES VAN HULPMIDDELEN

HOBFOLL 1989

  • Stress ontstaat bij feitelijk of dreigend verlies van hulpmiddelen of ontbreken van winst nadat hulpmiddelen zijn geïnvesteerd
  • Minder nadruk op individuele beoordeling, maar zelfde betekenis van verloren gaande hulpmiddelen voor iedereen
  • Vergelijk H2: impact van sociaaleconomische deprivatie, werkloosheid, armoede
  • Hoe meer hulpmiddelen verloren → hoe groter de stress


KRITIEK OP MODEL

  • Vage definities en onbeantwoorde vragen i.v.m. permanentie, snelheid en omvang van verlies


ACUTE STRESS

  • Rampen vb. aardbevingen, vliegtuigrampen = zeldzame gebeurtenissen waarop men zich niet kan voorbereiden
  • Theorie van de omgevingsstress: stress = gecombineerde psychologische en fysiologische reactie op belasting, vb. na natuurramp: paniek, angst, kwetsbaarheid, schuldgevoel etc.
  • Ernst en duur van effecten zijn afhankelijk van de omvang van het verlies, vb. opnieuw beleven van gebeurtenis als symptoom voor PTSS
  • Coping via zelfredzaamheid na orkaan → positieve correlatie tussen verlies van hulpmiddelen, coping via zelfredzaamheid en daaropvolgende leed
  • -> belangrijke rol van kwantificeerbaar verlies van hulpmiddelen + beoordelingen gerelateerd aan vermogen tot coping


Examenstress

  • Hoge mate van stress kan het geheugen en concentratie tijdens cognitieve activiteiten belemmeren.
  • Optimaal niveau van arousal is nodig (te weinig of te veel heeft nadelig effect op prestatie) = wet van
  • Yerkes-Dodson :
  • Examens zijn van invloed op gezond en ongezond gedrag, vb. roken, drinken, …
  • = indirecte route voor invloed van stress op ziekte
  • Examenstress van invloed op lichamelijke functies, vb. bloeddruk (stressreactiviteit)
  • Verhoogde prevalentie infecties en ziekten tijdens examenperiode door onderdrukking van afweerstelsel door stress


CHRONISCHE STRESS

BEROEPSSTRESS

  • Belang van controleverlies
  • Voor sommigen chronisch en schadelijk (veranderd eet- en slaappatroon, vermoeidheid, belasting persoonlijke relaties)
  • Burn-out = gevolg van chronische werkstress
  • Selye: laatste fase algemeen aanpassingssyndroom, nl. geestelijke en lichamelijke uitputting
  • Maslach: syndroom van 3 fasen van emotionele uitputting, depersonalisatie, verminderde persoonlijke prestaties.


VERKLARING STRESS IN WERKOMGEVING?

  • Aanpassingsgraad van persoon aan de omgeving, de goodness-of-fit → stress wanneer omgevingsvariabelen (belasting) niet overeenkomen met persoonlijke variabelen (draagkracht)
  • Dynamisch aangezien draaglast en draagkracht kunnen veranderen


MODELLEN

  • Job demand control model (Karasek, 1990)
  • Nadruk op externe kenmerken van werkomgeving: belasting, controleerbaarheid, voorspelbaarheid, ambivalentie
  • Belasting en controle hebben onafhankelijke en directe effecten op stress (in tegenstelling tot idee dat effecten van belasting door controle worden gebufferd).
  • Copinggedrag is niet altijd makkelijk uitvoerbaar → schadelijk gedrag (vb. roken) & ziekteverzuim → kosten voor werkgevers
  • Zowel te zware als te geringe belasting is stressvol. Frustratie en verveling = even stressvol
Lees meer...

CONCEPTEN VAN STRESS

- Stress als :
o Gebeurtenis buiten het individu
o Psychologische interactie tussen de stimulus of gebeurtenis en de cognitieve en emotionele
kenmerken van het individu
o Lichamelijke of biologische interactie

STRESS ALS STIMULUS

- Gebeurtenis en eigenschappen ervan kunnen objectief gedefinieerd en gemeten worden
o vb. labelen: ‘huwelijk’; aspecten bepalen als nabijheid ‘volgende week’

- Invloed van uiteenlopende gebeurtenissen op individuen zoals catastrofale gebeurtenissen en
levensgebeurtenissen

o vb. trouwen, scheiden, kind baren, …

THEORIE LEVENSGEBEURTENISSEN
(Holmes & Rahe, 1967)

- Cumulatieve effecten van levensgebeurtenissen: hoe meer levensgebeurtenissen → grotere kans op problemen met lichamelijke gezondheid

- Specifieke typen gebeurtenissen beïnvloeden elkaar nadelig

- Onderzoek: kwantificeren van de mate van verstoring van verschillende levensgebeurtenissen →
schaal SSRS : Social readjustment rating scale.

o Waarden = Life change units (LCU)
o Maximum waarde 100 = overlijden van partner

- Sociale heraanpassing = de intensititeit en tijdsduur die nodig is om zich aan een levensgebeurtenis aan te passen ongeacht de wenselijkheid van de gebeurtenis → geldt voor negatieve en positieve gebeurtenissen

- Grotere LCU → grotere kans op slechte gezondheid
o LCU > 300: 70% gezondheid daalt
o LCU < 150: meestal goede gezondheid

-> 150-199 LCU = lichte levenscrisis
-> 200-299 LCU = matige levenscrisis
- > 300 LCU = grote levenscrisis

BEPERKINGEN VAN DE METING VAN LEVENSGEBEURTENISSEN

- Prospectief onderzoek repliceerde het oorspronkelijk retrospectieve onderzoek niet (volledig)
- Onderwerpen

o sterk afhankelijk van de leeftijd vb. geboorte,
o komen niet vaak voor
o worden niet opgemerkt vb. verhuizen
o Gebeurtenissen die elkaars effect teniet doen of versterken
o Vage, ambivalente gebeurtenissen vb. verandering sociale activiteiten
- Veronderstelling dat mensen gebeurtenissen gelijk beoordelen vb. echtscheiding

DAGELI JKSE BESLOMMERINGEN (OEFENING)

- Stress van dagelijkse ergernissen vb. dingen verliezen, ruzie met partner
- Invloed van ergernissen duidelijk indien frequent, chronisch of herhaald
- Onderzoek: sterk verband met negatieve geestelijke en lichamelijke gevolgen

- verschillende groepen (naargelang leeftijd, opleiding, …) verschillen in het belang dat ze aan bepaalde gebeurtenissen hechten = belang van de wijze waarop gebeurtenissen worden beoordeeld → stress > stimulus alleen

- Sekseverschil: vrouwen vertonen psychologische symptomen na ergernissen + na positieve voorvallen
→ rekening houden met individuele variatie in reactie op gebeurtenissen
- Welke processen veroorzaken de invloed van gebeurtenissen op de gezondheid?
o Hoe? Fysiologie
-> vb. concentratie antistoffen na vaccinatie lager indien meer levensgebeurtenissen

o Waarom? Psychologische theorieën
-> vb. cognitieve beoordeling en emotie

Lees meer...

OVERGANG NAAR DE PERIODE NA HET CONSULT

MEDISCHE BESLUITVORMING

- Mede bepaald door zaken buiten het consult:
o verwachtingen van de zorgverleners over patiënt
o collega’s van de zorgverlener
o tijdsdruk
o aannamen van de zorgverlener over te verlenen zorg (vb. bereidheid patiënt tot actieve rol in
zijn gezondheid)
o Huidskleur en sekse van patiënt

MANIEREN VAN DIAGNOSTICEREN

- Hypothese toetsen: volgen van logische volgorde van het opstellen en toetsen van hypotheses over de diagnose

- Patroonherkenning: patronen van symptomen vergelijken met ziekteprototypen (goede manier voor gemakkelijker diagnoses)

- Herzien van mening: ‘heuristiek en vertekening’, minst betrouwbaar, beslissingen op basis van
gedeeltelijke aanwijzingen

- Snelle beslissingen op basis van minimale hoeveelheid informatie

- Gebruik van vuistregels → beperken van overdenken van alle diagnostische mogelijkheden

VERTEKENING VUISTREGELS DOOR:

- Beschikbaarheid: grote kans op aantreffen bepaalde aandoening kan leiden tot ten onrechte
vaststellen ervan

- Representativiteit: symptomen prototypisch voor meerdere aandoeningen, riskeren gediagnosticeerd te worden als de aandoening met de hoogste prevalentie

- Potentiële winst van verschillende diagnosen: bij onduidelijkheid wordt geopteerd voor diagnose met minste lasten en grootste voordelen voor de betrokkene

REDENEN VOOR FOUTEN DOOR ARTSEN GERELATEERD AAN ONJUISTE TOEPASSING VAN
VUISTREGELS

- Stressoren van de arts (haastig of afgeleid)
- Factoren van zorgverleningsproces (o.a. vroegtijdige beëindiging diagnostische proces)
- Patiëntenfactoren (o.a. misleidende normale bevindingen)
- Artsenfactoren (o.a. gebrek aan kennis)

Hoewel niet vernoemd, allicht ook vermoeidheid (verminderde langdurige concentratie wegens
slaapdeprivatie)

HET OPVOLGEN VAN MEDISCH ADVIES

- Actieve rol van patiënt in behandeling: innemen medicatie op juiste tijdstip & in voldoende
hoeveelheid
o Vb. HAART bij hiv: complex regime voor innemen + neveneffecten → onnauwkeurige inname
door velen ondanks ernstige gevolgen voor de gezondheid
o Vb. eenvoudigere geneesmiddelen regimes bij ernstige ziekten eveneens gemengd → 10% ZH
opnamen gevolg van niet navolgen aanbevolen geneesmiddelenregime
- Therapietrouw verschilt naargelang aandoening, behandeling en leeftijd

WAAROM WORDT VOORSCHRIFT NIET NAGELEEFD?

- Vergeten geneesmiddelen in te nemen
- Te ingewikkeld behandelregime
- Hoe meer geneesmiddelen voorgeschreven, hoe groter de kans op vergissingen door patiënt
- Geen correcte herinnering van aanbevolen dosering van belang bij oudere patiënten
- Bedenkingen bij innemen van geneesmiddelen (70% is ‘tegen geneesmiddelen’)

OVERIGE VOORSPELLENDE FACTOREN VAN SLECHTE THERAPIETROUW:

- Sociale factoren: laag opleidingsniveau, werkloosheid, gebruik andere geneesmiddelen, geringe sociale ondersteuning
- Psychologische factoren: angst, depressie, ontkenning, geen geloof in effectiviteit bij langdurig
gebruik, pauzes inlassen in gebruik om ‘schade’ te voorkomen
- Behandelingsfactoren: misverstanden over behandeling, complexiteit behandelingsregime,
bijwerkingen, onduidelijk voordeel, slechte relatie en communicatie met zorgverlener

TEVREDENHEID MAXIMAL ISEREN

- Communicatievaardigheden van de zorgverlener
- Voldoende tijd voor consult om relevante onderwerpen volledig te bespreken (ook sociale en
emotionele zorgen)
- Zelfde zorgverlener bij herhalingsbezoeken
- Goede toegankelijkheid zorgverleners
- Positiever non-verbaal gedrag en onderhoud

Lees meer...

FACTOREN DIE VAN INVLOED ZIJN OP HET VERLOOP VAN HET CONSULT

FACTOREN MET BETREKKING TOT ZORGVERLENERS

  • Gedrag van zorgverlener wordt bepaald door:
  • Overtuiging over gewenste type gesprek met patiënt
  • Hoe aardig patiënten gevonden worden
  • Beschikbare tijd
  • Type probleem
  • Doelstelling arts (begrip van de aandoening en ontwikkelen behandelplan) ≠ doelstelling patiënt (vb. hoe ziekte dagelijks leven verstoort)
  • Tevredenheid van de patiënt over gesprek, diens vertrouwen in omgaan met ziekte en minder emotionele problemen na het gesprek gaan gepaard met:
  • arts die probeert inzicht te krijgen in standpunt van de patiënt
  • mening van de patiënt over het inzicht van de arts in diens emoties
  • tevredenheid patiënt over kunde van de arts in medische aspecten van zorg
  • kwaliteit van persoonlijk contact
  • Artsen met gebrekkige communicatie zijn zich minder bewust v reacties en tevredenheid vd patiënt over het gesprek

HET TYPE ZORGVERLENER

  • Verschillen in rol tussen verpleegsters & artsen
  • Verpleegsters: moederlijker, gemakkelijker aanspreekbaar, luisteren beter, onderzoeken eerder psychosociale problemen → belangrijke verzorgende rol
  • Artsen: moeilijker emotioneel betrokken of patiënten als mens leren kennen
  • SEKSE VAN DE ZORGVERLENER
  • Tegenover vrouwelijke artsen:
  • meer gesproken
  • meer medische en persoonlijke informatie verschaft
  • meer positievere beweringen
  • assertievere patiënt die durft onderbreken
  • Sekse geen invloed op mate waarin emotionele problemen besproken werden
  • Verschillen mogelijk mede doordat vrouwelijke artsen meer vragen stellen en meer pogingen doen om relatie met patiënt te leggen
  • DE WI JZE WAAROP INFORMATIE WORDT GEGEVEN
  • Positief brengen van informatie bevordert riskantere behandelkeuzes
  • Vb. kans op overleven 40% kans op overlijden 60%. Minder keuze voor operatie in laatste geval.

DE BI JDRAGE VAN PATIËNTEN

  • Minimale betrokkenheid van patiënt - angst, bezorgdheid, gebrek bekendheid met informatie, passiviteit, gesprek niet voorbereid
  • Lager opgeleiden en geringere economische status - krijgen van meer informatie & langer consult

SLECHT NIEUWS BRENGEN

  • Patiënten hebben recht op hun prognose. Wijze waarop informatie wordt overgebracht is van invloed op welzijn van patiënt
    • Protocol van Buckman:
    • Geef het nieuws zelf, onder vier ogen, met genoeg tijd en zonder onderbrekingen
    • Stel vast wat de patiënt over zijn diagnose weet
    • Stel vast wat de patiënt wil weten
    • Deel de informatie: na ‘waarschuwingsschot’, kleine hoeveelheden informatie in eenvoudige taal en op tempo van de patiënt
    • Reageer op, erken en heb begrip voor emotionele reactie
  • Planning en nazorg: volgende stappen plannen, samenvatting geven van wat gezegd werd, bronnen van steun identificeren en maken van vervolgafspraak
  • Geringere mate van angst:
    • Arts bereidde patiënt voor op diagnose
    • Informatie op maat van de patiënt
    • Schriftelijke informatie door de arts
    • Bespreken van gevoelens van patiënt
    • Geruststellen van patiënt door arts
    • Aanwezigheid van ondersteunende anderen
  • Geringere mate van depressie:
    • Stimuleren van betrokkenheid van de patiënt bij beslissingen over behandeling, bespreken van de ernst van de diagnose en invloed op het leven
    • Best practice:
    • Betrokken houding van de arts is belangrijker dan de informatie die gegeven werd. Artsen dienen oog te hebben voor de emotionele en informatie behoeften van patiënten.
  • Realiteit:
    • Vooral biomedische informatie met weinig nadruk op empathische reacties of erkennen van verontrusting; gesprek gestuurd door arts
    • Observaties ≠ optimistischer beeld door artsen zelf gerapporteerd
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen