Menu

Item gefilterd op datum: februari 2014

James Rowland Angell (1869-1949)

Toen Dewey de Universiteit van Chicago verliet werd het leiderschap van functionalisme

overgenomen door zijn student Angell. Angell begon zijn studie in 1891 in Harvard, waar

hij o.a. onderricht ontving van William James en laboratoriumwerk deed met

Münsterberg.

Angell zag het functionalisme als een stroming die op cruciale punten van het

structuralisme verschilde: functionalisme is de psychologie van het Hoe en Waarom van

bewustzijn (‘what is the mind for?”), structuralisme houdt zich bezig met Wat bewustzijn

is (“what is the mind?”).Psychologie zou “het denken” moeten bestuderen, niet

“gedachten”. Er is een voortdurende wisselwerking tussen het psychologische en het

fysieke, eigenlijk is er geen onderscheid te maken tussen deze twee en zijn ze één.

Net als Dewey is Angell geïnspireerd door Darwin. Angell was vooral geïnteresseerd in de

evolutie van intelligentie en instinct. Hij onderzoekt hoe ratten leren in een doolhof, dit

onderzoek krijgt later vervolg bij zijn student Watson (H 12). Angell droeg zijn

voorzitterschap over aan één van zijn studenten, Harvey A. Carr.

Functionalisme is de psychologie van hoe en waarom van het bewustzijn. Ten tweede beschrijft de functionalist de operaties van de geest en de functies van

bewustzijn onder daadwerkelijke leefcondities

Lees meer...

John Dewey (1859-1952)

Dewey was filosoof, een invloedrijke onderwijsvernieuwer en –hervormer, een sociaal

criticus en commentator en een psycholoog wiens publicaties hebben geleid tot de basis

van het functionalisme. Na een universitaire studie werkte hij drie jaar als docent, hij

doceerde alle vakken. Deze ervaring overtuigde hem van het nut van

onderwijshervorming. Dewey vervolgde zijn studie filosofie en psychologie aan John

Hopkins University, vervolgens wordt hem het voorzitterschap van de afdeling filosofie

van de Universiteit van Chicago aangeboden (psychologie en pedagogiek viel hier ook

onder). Hij publiceerde een artikel dat een klassieker werd in de psychologie en ten

grondslag ligt aan het functionalisme (“The Reflex Arc Concept of Psychology”, “de

reflexboog…”).

Dewey bekritiseerde de stimulus-respons theorie want: responses (gedragingen) en

ideeën moeten altijd in de functionele context bestudeerd worden. Vb van kind dat

brandende kaars aanraakt: kind ziet vlam (stimulus), raakt het aan (response), brandt

zich (stimulus), trekt hand terug (response). Dewey beschouwt deze opeenvolging van

responses op stimuli als kunstmatig (gedrag en bewustzijn kunnen niet worden verdeeld

in stukjes), bovendien laat het buiten beschouwing dat mensen hun gedrag aanpassen

aan de omgeving.

Dewey noemde zichzelf een democratisch evolutionist. Hij vond dat alle mensen op het

gebied van onderwijs en werk gelijke kansen moesten krijgen. Hij schreef een invloedrijk

boek “The School en Society” (1899). Ieder onderwijssysteem zou aan vier

psychologische behoeften van een kind moeten voldoen: conversatie, nieuwsgierigheid,

opbouw (“construction” genoemd) en artistieke expressie. In 1896 startte hij met de hulp

van een groepje ouders een “labatory school” voor kinderen in de basisschoolleeftijd.

Deze school was geen leraar-training school maar meer een “laboratorium” om te kijken

hoe kinderen denken en leren en hoe ze het best onderwezen konden worden. Zijn

aanpak was niet van drillen en uit het hoofd leren. De functie van de leerkracht was niet

het overbrengen van dogma’s, maar het stimuleren van divergent denken (=oplossingen

bedenken, wat kan ik ermee?). Toen de universiteit van Chicago besloot dat Dewey’s

school moest fuseren was hij zo verbolgen dat hij naar Columbia University vertrok.

Lees meer...

Functionalism at the University of Chicago and Columbia University

Functionalisme was de eerste Amerikaanse school van psychologie. Structuralisme en

Gestalt psychologie waren beïnvloedende scholen in de Verenigde Staten, maar ze waren

geïmporteerd vanuit het buitenland. Functionalisme was Amerikaans in origine, aanpak

en karakter. In tegenstelling tot structuralisme, met Titchener als zijn leider, en Gestalt

psychologie opgericht door Wertheimer, Koffka en Köhler, had functioanlisme niet 1

enkele leider of groep van leiders. Er is zelfs enige twijfel of functionalisme ooit een

formele school van psychologie is geweest. Maar er is geen twijfel over de invloed en

belangrijkheid van de psychologen, die los beschreven worden als functionalisten, in dit

hoofdstuk.

We zullen eerst 3

functionalisten van de Universiteit van Chicago bekijken

Lees meer...

Granville Stanley Hall (1844-1924) belangrijk!

Eerste tijdschrift in Amerika, APA richtte hij op, eerste president hiervan, ontwikkelingspsy: hij was de eerste die de adolescentie

van kinderen uitvoerig beschreef in zijn boek. Recapitulatie theorie: kinderen herhalen de ontwikkeling van andere mensen. Evolutie, eugenics, rangorde menselijke soort,

Hall was de eerste die aangaf dat sextheorie ook onderwezen moest worden. Hiervoor

nodigde hij (in die tijd erg populaire) Freud uit voor een lezing. Dit was de eerste keer

dat Freud zijn theorieën aan Amerika voor kon dragen.

Lees meer...

William James (1842-1910) belangrijk!

Mind-body relatie, pragmatisme, rationalists: tender-minded, empiricists:

tough-minded (persoonlijkheidstyperingen), moral equivalent of war, holistisch, James-Lange theorie, gewoonten-associaties (‘set like a plaster’): nurture, menselijk geheugen

Lees meer...

James McKeen Cattell (1860-1944) belangrijk!

Student geweest van Wilhelm Wundt, en geïnspireerd door Galton.

Cattell ontwerpt verschillende mentale

testen en hecht erbij veel waarde aan metingen. Psychologie moet de zekerheid en de

exactheid hebben van de fysieke wetenschappen (dit zie je ook heel sterk bij Galton!).

Cattell wilde psychische processen door middel van fysieke metingen meten. Hier kwam

al snel kritiek op o.a. door een student. Deze vond geen correlatie tussen Cattell’s testen

en de uitkomsten. Testen kwamen later in de psychologie aan de orde zie hiervoor H-11.

Cattell was ook een aanhanger van eugenics (zie ook Galton). Hij maakte een lijst van

psychologen en bestudeerde hun achtergrond. Hij kwam tot de conclusie dat wanneer de

vader of moeder een priester of professor is, je de meeste kans hebt om een

wetenschapper te worden.

Cattell was controversieel te noemen door zijn kritiek op de Columbia Universiteit. Ze

waren volgens hem te autocratisch en onbetrouwbaar.

Cattell was een van de personen die de APA oprichtten.

In een

paper met de titel Mental Tests and Measurements gepubliceerd in 1890 in Mind,

beschreef Cattell de volgende 10 testen en gebruikte hij de term mental test voor de

eerste keer:

- dynamometer druk

- snelheid van beweging

- sensatie gebieden

- druk die pijn veroorzaakt

- net nog opmerkbaar verschil in gewicht

- reactie tijden voor geluid

- tijd voor het benoemen van kleuren

- bi-sectie van een 50 cm. lijn

- beoordeling van 10 seconden tijd

- aantal letters die onthouden wordt na ze 1 keer gehoord te hebben

In deze test werd dus geen correlatie gevonden en werd daardoor vervangen (later, door Alfred Binet, Lewis Termanen vele anderen (hoofdstuk 11))

Lees meer...

Francis Galton (1822-1911) belangrijk!

eugenics’ oftewel ‘goed geboren’. Exacte benadering psy, mentale testen, associatietesten, erfelijkheid, normale verdeling fysieke- en gedragskarakteristieken (en mentale)grondlegger statistiek, nature/nurture, tweelingstudies, controlegroepen

Lees meer...

Sigmund Freud (1856-1936)

Sigmund Freud (1856-1939): Vanwege antisemitisme kon hij niet alles studeren wat hij

wilde. Hij koos voor een studie medicijnen. Hij werkte 5 maanden in de psychiatrische

kliniek van Theoror Meynert (1833-1892), waar Freud zijn eerste hysterische patiënten

zag.

Een casus (Anna O Pappenheim.) van zijn collega Josef Breuer (1859-1936) zorgde voor Freud’s interesse in hysterie. Breuer noemde het vrijlaten van de emotionele spanning

catharsis, een term die Aristoteles voor het eerst gebruikte. Na catharsis, voelde

Pappenheim zich kalm en vrolijk, Breuer noemde het de ‘talking cure’.

Hij studeerde hysterie en hypnose onder Jean-Martin Charcot (1825-1893), een

‘neurologist’. Het woord hysteria is afkomstig van het Griekse woord voor baarmoeder,

hysteron. Sommigen vonden daarom dat mannelijke hysterie onmogelijk was. Freud

vond echter casussen van mannelijke hysterie en de theorie werd verworpen.

1886: Freud richtte een privé medische praktijk op in Wenen met als specialiteit de

behandeling van hysterie. Eerst gebruikte hij conventionele behandelingen, maar toen dit

niet effectief bleek te zijn, richtte hij zich tot hypnose. Hij kwam erachter dat onder

hypnose, veel angsten gerelateerd zijn aan gebeurtenissen uit de kindertijd. Hij werd

minder enthousiast over hypnose, o.a. omdat niet elke patiënt gehypnotiseerd kon

worden. Freud concludeerde dat zijn relatie met elke patiënt belangrijker was dan de

technieken die hij gebruikte. Hij wilde deze relatie verbeteren en de patiënten

aanmoedigen om over hun herinneringen te praten zonder hypnose.

Freud begon zijn patiënten te instrueren om te proberen gebeurtenissen te herinneren

die geassocieerd zijn met de eerste opkomst v/d hysterische symptomen. In een vrije

associatie werden patiënten gevraagd alles te beschrijven wat in hen opkwam. Dit

noemde hij eerst Breur’s methode, toen psychische analyse en vervolgens

psychoanalyse. Breur geloofde dat de cruciale factor voor een succesvolle behandeling

van hysterie, was om “catharsis” te produceren. De patiënt beschrijft de symptomen en

de therapeut luistert. Freud vond de relatie tussen patiënt en therapeut het belangrijkste.

Freud beschrijft het proces van het projecteren van emoties en beelden van vorige

relaties op de therapeut als “transference”, en de therapeut’s reactie als

“countertransference”.

Freud kwam tot de

theorie dat hysterische en obsessieve neuroses het resultaat waren uit onbewuste

herinneringen van seksueel genot en prikkelingen in de kinderjaren. Hysterie is ’t gevolg

v/e preseksuele seksuele schok. Hij kwam tot de “seduction theory”. Verleidingen van

ouders, vooral door vaders naar hun dochters, kwam steeds meer centraal te staan in

deze theorie. De kritiek kwam dat hysterische patiënten gemakkelijk te beïnvloeden zijn

door suggesties die Freud onbewust leverde. In 1897 gaf hij toe niet meer te geloven in

deze theorie. Hysterische symptomen zouden nu komen door fantasieën en niet door

echte gebeurtenissen. Hij herkende het Oedipus complex bij vrouwen.

Freud ontdekte dromen als een weg naar het onbewust. Hij onderscheidde de manifeste

inhoud van dromen (de gebeurtenissen, situaties, objecten en mensen waar we over

dromen) en de latente inhoud (de onderliggende betekenis van de manifeste droom

elementen). Voor Freud representeert de latente inhoud onderdrukte wensen en

verlangens

Aan het begin v/d 20ste eeuw ontwikkelde Freud zijn psychoseksuele theorie van

persoonlijkheidsontwikkeling. Hij geloofde dat elk individu een aantal fasen moest

doorstaan (oral, anal, phallic, latent, genital) met in elke fase een conflict tussen de

bevrediging van instincten en de grenzen v/d externe wereld. Als een kind niet genoeg

voldoening krijgt in een fase, is deze niet in staat om makkelijk naar de volgende

ontwikkelingsfase te gaan. Oedipus complex = tijdens de ‘phallic’ fase v/d ontwikkeling

v/e jongen, ervaart hij seksuele verlangens naar zijn moeder en vijandigheid tegenover

zijn vader. Elektra complex = de ervaring v/e meisje gedurende de ‘phallic’ fase. Freud

gaf de voorkeur aan de term castratie complex, omdat ze geloofde dat ze al gecastreerd

was, waarschijnlijk door haar moeder.

Freud dacht dat de geest uit 3 aparte structuren bestond:

- Id: volledig onbewust; bron van basis impulsen. Pleasure principle.

- Ego: probeert aan id’s wensen te voldoen, maar dan met de beperkingen van de

realiteit. Reality principle. Veel van ego is bewust.

- Superego: moraal, ethiek. Bewustzijn.

In een gezonde persoonlijkheid werken deze 3 samen in harmonie, vooral als ’t gevolg

v/e sterke ego. In hysterische of neurotische persoonlijkheid is dit niet zo.

In 1933 stond psychoanalyse bekend als een joodse wetenschap, die verbannen werd in

Duitsland. Nazi’s verbrandden publiekelijk alle boeken over psychoanalyse v/d Weense

bibliotheek.

Freud onderschatte het gevaar van de Nazi’s sterk.

Freud’s dochter Anna (1895-1982) was zijn meest loyale opvolger. Ze ontwikkelde bijv.

psychoanalytische technieken voor kinderen en methoden als speeltherapie

Lees meer...

James Braid (1795-1860

De term hypnose komt van braid die het in 1843 gebruikte. Hij

maakte een eind aan het debat over de rol van magnetisme en demonstreerde het

belang van fixatie en suggestie in het krijgen v/e trance.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen