Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

De euro als piramidespel

Beleidsmakers = Ze hebben getreuzeld om de getroffen landen Griekenland, Ierland en Portugal in 2010 te redden. Daardoor werden ook grotere landen getroffen zoals Spanje en Italië

Ad-hoc-steunpakket = Dit pakket van 110 miljard euro werd samengesteld om Griekenland te redden

ESM = Europees noodfonds dat is opgericht in 2010 om voor 250 miljard euro steun te verschaffen
> Ierland en Portugal waren de eerste landen

Uitbreiding EMS = Er werd getwijfeld of 250 miljard euro wel genoeg was om steun te verlenen. Daarom hebben ze in juli 2011 de steun uitgebreid naar 440 miljard euro
> Maar onvoldoende om de brand te blussen

Voorwaarden noodfonds = Het moet als schuldeiser eerst volledig worden terugbetaald vooraleer het land andere schuldeisers mag terugbetalen
> Beschermen van Europese belastingsbetaler

Steun noodfonds => Niet het gewenste effect

Fundamenteel probleem = Alle landen die deel uitmaken van de eurozone staan gezamenlijk garant voor de schuld die uitgegeven wordt door het noodfonds en die dan aangewend wordt om een land te redden

Reddingsplan van ECB = Ze heeft niet rechtstreeks leningen gegeven, maar ze kocht bestaande obligatieleningen op voor een totaalbedrag van 250 miljard euro

Lees meer...

De constructie van de euro - Andermaal

Waarom kunnen andere landen hun rente laag houden en Europa niet?

  • Slechte constructie van de euro
  • Ze hebben 1 overheid
  • Ze hebben zelf de budgettaire overheid in handen
  • Ze hebben 1 instantie die instaat voor de uitgiften van het geld
  • Het aandeel van de overheid ligt lager

=> Deze landen hebben controle over de munt (Amerika, UK, Zweden)

Eurozone

  • Waaier van lidstaten
  • Slechts 1 monetaire instantie ECB
  • ECB is volledig afhankelijk van de lidstaten
Lees meer...

Drie infernale spiralen tussen de banken, de rentevoeten en de overheid

Recapituleren = Banken nemen risico’s => Kleine spaarders zijn de pineut => Overheid en ECB grijpen in => Overheid in de problemen door de steeds stijgende overheidsschuld

Grafiek p 93

Financiële markten en instellingen = Ze worden gestimuleerd door de kredietratingagentschappen om de overheidsschuld op hun balansen massaal te verkopen
> Ze stellen de kredietwaardigheid van de overheden in vraag (Deze keer terecht)

Overheidsobligaties = Daar de massale verkoop ervan dalen de prijzen van de bestaande obligaties in het bezit van banken, waardoor de banken door een waardevermindering opnieuw de dieperik ingaan
> Overheid moet weer ingrijpen en er is nog meer overheidsschuld

Resultaat eerste infernale spiraal = Rentevoeten stegen van heel wat Europese landen en het renteverschil met Duitsland loopt hoog op

Tweede infernale spiraal = Tussen de begroting van de overheid en de rentevoeten

Beleggers = Ze vrezen ervoor dat de overheid haar schulden niet meer zal kunnen terugbetalen, dus ze veropen hun overheidsobligaties of eisen ene hogere risicopremie

Hogere risicopremie = Wanneer de overheid de rente zal verhogen, weegt dit door op de begroting en zo verhoogt het de schuldenlast

Hogere overheidsschuld = Er is meer kans dat de overheid effectief niet zal kunnen terugbetalen

Gevolg? Belegger blijven obligaties verkopen of eisen nog hogere premies en de spiraal gaat verder
> Overheid is bankroet

Derde infernale spiraal = Gebaseerd op het vertrouwen van de spaarders in hun bank en in de overheid die instaat voor hun depositogarantie

Spaargeld = Spaarders deponeren hun geld op andere nationale banken waar ze wel nog de depositogarantie vertrouwen

Geldverlies = Voor nationale banken betekend dit dat er een groot tekort is aan geld en kunnen dus geen overheidsobligaties kopen

Gevolg? Rentes verhogen waardoor de overheid en de banken in de problemen komen

Kredietratingagentschappen = Olie op het vuur door de kredietwaardigheid van het land te doen dalen

Conclusie = Deze drie spiralen versterken elkaar en zorgen ervoor dat alles uit de hand loop

Grafiek p 95

Lees meer...

Europa met twee snelheden

Twee snelheden

  • Duitsland: Had last van een dubbele revaluatie en moest er meer dan een decennium van herstellen (Vooral voormalig Oost-Duitsland)
  • Periferie landen: Raasden vooruit daar de lage rentevoeten en duur hun hoge consumptie
    > Griekenland, Ierland en Spanje

Grafieken p 88

Uiteenlopende cycli = De euro werd te duur voor Duitsland en te goedkoop voor landen uit de periferie
> ECB in de problemen want zij moet bij haar beslissingen rekening houden met alle leden

Inflatie = De inflatie van Duitsland was een stuk lager dan de inflatie van landen uit de periferie. Hun inflatie lag zelfs boven de inflatiedoelstelling van de ECB

Zelfversterkende spiraal = Wanneer de gemeenschappelijke rentevoet van de ECB te restrictief is voor een aantal landen (Duitsland) en te expansief voor een andere groep landen (Griekenland), worden de conjunctuurcycli van deze landen steeds verder uit elkaar gedreven

Rentevoet < Inflatie => Een oververhitte economie
Vb: Landen uit de periferie

Rentevoet > Inflatie =>Afkoelen van de economie
Vb: Duitsland

Lees meer...

Mandaat en werking van de ECB

ECB = Overkoepelde instantie van alle nationale centrale banken die de euro gebruiken. Ze is dan ook de enige instelling die euro’s mag drukken en in omloop brengen

Mandaat en statuten van ECB = Deze zijn verankerd in het Verdrag van Maastricht

Doelstelling ECB

  • Prijsstabiliteit waarbij de inflatie onder 2% moet blijven > Spelen met de rente
  • Economische groei ondersteunen

Inflatie boven 2% = ECB verminderd de hoeveelheid geld in omloop om de inflatie te laten dalen
> Hoe?

Het monetaire transmissiemechanisme = De manier waarop een rentewijziging van de ECB effect heeft op de economische activiteit en de inflatie

Lees meer...

Nadelen van een gemeenschappelijke munt

Nadelen

  • Het land verliest zijn wisselkoers en
  • Het land verliest zijn eigen monetair beleid om de economie tot een evenwicht te brengen wanneer die zich in een recessie bevindt
  • Er is geen mogelijkheid meer tot devalueren van je munt

Munt devalueren Voor dat er een eurozone was

  • Standpunt buitenland: De producten in eigen land werden voor de handelspartners in het buitenland spotgoedkoop en hierdoor kreeg de export een enorme boost
  • Standpunt eigen land: De producten in andere landen werden heel duur tov eigen producten. Dus men ging minder importeren en meer eigen goederen kopen

=> Goed om uit een recessie te geraken

Conjunctuurcyclus = Als verschillende landen min of meer dezelfde cyclus hebben, is het toegewezen om tot de eurozone te treden. Indien deze cycli wel afwijken is de eurozone niet optimaal voor de leden

Economen = Destijds hebben ze gewaarschuwd voor die asymmetrische schokken van de cycli en gaven hun advies om enkel de kernlanden lid van de unie te maken (As rond Frankrijk en Duitsland)
> Politici hebben dit advies naast zich neergelegd

Lees meer...

Griekenland, een verhaal van corruptie en verspilling

Griekenland = Voorbeeld van een luchtkasteel

Griekse banken = Leenden al hun geld uit aan hun eigen overheid

Rente voor de euro = Schommelde tussen 15%-20%

Criteria van Maastricht omzeilen = Met hulp van creatieve boekhouding en de stilzwijgende goedkeuring van andere lidstaten

Inflatie onder inflatiecriterium brengen = Prijzen bevriezen, taksen verlagen

Prijsindex meten = Dure goederen vervangen door goedkopere goederen

Begrotingsdoelstelling naleven = Allerlei uitgaven uit de boeken te halen

Lid van de eurozone = Er stroomden extra subsidies binnen ter financiering van bijkomende infrastructuurwerken.

Belastingen = De enige die met regelmaar belastingen betalen, waren werknemers in bedrijven
> Slecht 5000 inwoners van de 12 miljoen gaf toe dat ze meer dan 100.000 euro per jaar verdienden en belastingscontroleurs knepen een oogje dicht

Uitgaven = De gemiddelde overheidsbaan betaalde ongeveer driemaal zoveel als een baan in de private sector

Cover-upoperatie = De overheid kon inkomsten van de nationale loterij, tolwegen, subsidies van de Europese Unie omzetten in cash voor consumptie zonder dat dit in de begroting kwam

Premier Papandreou = Opvolger van premier Karamanlis (2009) kwam naar buiten met de problemen van Griekenland
> Ze moesten aankloppen het IMF voor noodfinanciering

Begrotingstekort 2009 = Het werd geschat op 3,7% van het bbp, maar was werkelijk 15% van het bbp
> Griekenland was virtueel bankroet

Lees meer...

Laat ze maar rollen

Leeftijdstructuur van de bevolking = De potentiële beroepsbevolking bereikte in veel landen een piek tussen 2000-2010. Vanaf 2010 gingen de babyboomers massaal op pensioen

Overheidsschuld = De rentesneeuwbal en de pensioenbonus volstonden niet om de schuld te financieren. De schulden werden steeds hoger
> Er was een illusie dat er geen falingsrisico meer bestond

Lees meer...

Irrationele financiële markten en overheidsconsumptie

Voor de totstandkoming van de euro = Er waren grote renteverschillen tussen de landen in Europa. Deze rente weerspiegelt de stabiliteit van de wisselkoers, verschillen in kredietwaardigheid en verschillen in de grootte en de liquiditeit van de markt
Griekenland, Spanje en Italië Hoge rente
Duitsland Lage rente

De convergentie van de rentevoeten = De renteverschillen tussen de landen daalden omdat het wisselkoersrisico verdween
> Dit leidde tot grote problemen

Kapitaalstroom = Er stroomde veel kapitaal van het centrum Europa (Duitsland) naar de perifere Europese landen (Griekenland, Italië, België)
> De stroom van goedkoop geld maakte het erg verleidelijk om veel te gaan uitgeven

Positieve rentesneeuwbal = Er is een daling van de rentevoeten en dus ook een daling van de rente-uitgaven jaar na jaar. Deze werd opgezet in consumptie door de overheid en niet om de overheidsschuld af te bouwen

Lees meer...

De criteria van Maastricht

Verdrag van Maastricht = Dit verdrag werd ondertekend in 1992 en bevatte 5 criteria waaraan een land moest voldoen om toe te mogen treden tot de euro

  1. De inflatie mag niet meer dan 1,5% hoger zijn dan de gemiddelde inflatie van de drie landen met de laagste inflatie
  2. De langetermijnrentevoet mag niet meer dan 2% hoger liggen dan het gemiddelde van de drie best presteren landen betreffende inflatie
  3. Er mag de afgelopen twee jaar geen devaluatie van de wisselkoers geweest zijn
  4. De overheidsschuld mag niet meer dan 60% van het bbp bedragen
  5. Het tekort po de overheidsbegroting mag niet eer dan 3% van het bbp bedragen

Convergentiecriteria van Maastricht = De criteria zorgde ervoor dat de landen economisch voldoende op elkaar leken om het europroject te starten

Griekenland, Italië en België = Er werd een oogje toegeknepen toen deze drie landen toetraden tot de euroclub, want de overheidsschuld was te groot om te kunnen toetreden

Groei- en Stabiliteitspact = Een beleidskader om na de toetreding de begrotingsdiscipline te handhaven. Indien deze niet werden gehandhaafd, volgende er een boete

Probleem = Sterke landen Frankrijk en Duitsland konden de regels ongestraft overtreden en dus konden andere, zwakkere landen dit ook doen

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen