Menu

Figuren en visuele perceptie hersenactiviteit

In een onderzoek van Finke, Pinker en Farah werd aan proefpersonen een opdracht voorgelezen, waarbij ze figuren moesten veranderen in hun gedachten en dan vertellen wat het geworden was. Er bleek uit het onderzoek dat mensen in staat zijn om deze beelden goed te draaien en het juiste eindresultaat te kunnen produceren. In een ander onderzoek van Wallace (1984) werd aan proefpersonen een piramide getoond, met daarin 2 lijnen. Uit het onderzoek bleek dat de meeste proefpersonen de bovenste lijn als langer beschouwden, terwijl ze dezelfde lengte hadden. De mensen vielen dus voor de visuele illusie.

Onderzoek van Chambers en Reisberg toonde aan dat er verschil zit tussen een beeld ergens van hebben en het eigenlijk zien van het object. Zij gaven hun proefpersonen een haas/eend figuur en de mensen net genoeg tijd om te kijken wat voor figuur het was. Als mensen dan gevraagd werd om de betekenis te geven, dan konden ze er 1 geven, maar niet de 2e. Ze waren echter wel in staat om het figuur goed na te tekenen. Visuele afbeeldingen hebben veel gemeen met het product van visuele perceptie, maar het is niet zo makkelijk om visuele afbeeldingen te interpreteren als gewone afbeeldingen.

Lees meer...

Geheugen visuele objecten

Er is veel onderzoek gedaan naar de hoeveelheid details die wij weten over objecten die we opslaan in ons geheugen. Hieruit bleek dat, naarmate het verschil in grootte tussen 2 objecten groter is, wij sneller aan kunnen geven welke groter is. (Moyer, 1973) Hetzelfde bleek uit onderzoek van Johnson, die proefpersonen liet bepalen welke van 2

gegeven lijnen langer was. Net als met afbeeldingen is het voor proefpersonen moeilijker om de grootte ergens van in te schatten als de 2 objecten dezelfde grootte hebben.

Lees meer...

Visuele scan hersenen objecten

Wanneer mensen gevraagd wordt om iets te beschrijven, of om bv. het aantal ramen in hun huis te tellen, dan geven de personen aan dat ze het object bekijken, of in het geval van het huis doorlopen, in hun gedachten. Brooks (1968) heeft hiermee geëxperimenteerd en kwam tot de conclusie dat mensen sneller waren met het geven van antwoorden bij diagrammen, dan bij zinnen. (dus visueel beter dan verbaal) Als nadeel hiervan werd gesproken van het feit dat de proefpersonen bezig zouden zijn met meerdere taken, die met elkaar zouden interfereren. Uit later onderzoek van Baddeley en Lieberman blijkt echt dat dit niet zo is. Zij experimenteerden met verschillende stimuli, namelijk een zwaaiende pendule die geluid maakt en een fotocel die verschillende felheden van licht geeft. Waarbij de proefpersonen ook nog gelijktijdig de letter image taak van Brooks moesten doen. Er kwam uit dat ruimtelijke informatie veel minder makkelijk tegelijk te verwerken was als visuele informatie. Mensen lijden aan interferentie bij het scannen van een visuele afbeelding als ze tegelijkertijd in met een conflicterend proces van een ruimtelijke structuur bezig zijn.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen