Stel, door een griep zullen 600 mensen doodgaan. Door een griepprogramma kun je twee dingen doen:
1. A: 200 mensen redden, B: 33% kans dat iedereen overleefd en 66% kans dat iedereen doodgaat.
a. Kans is groot dat je A kiest.
2. A: 400 mensen gaan dood, B: 33% kans dat niemand doodgaat en 66% kans dat iedereen doodgat.
a. Kans is groot dat je B kiest
Hier is dus geen invariance, mensen zijn niet vast/stabiel in hun keuze (preference
reversal, niet conform aan expected utility theory).
1. heet risk aversion. Als iets positief geframed is, neem je minder risico
2. heet risk seeking. Als iets negatief geframed is, neem je meer risico.
- stel je de vraag met als doel de probabiliteit of de waarde?
- Wanneer iets negatiefs geformulierd is zullen mensen eerder een risico nemen