Menu

Hollands welvaart (2) 1579-1598

Buitenlandse bondgenoten had de Republiek kunnen vinden maar deze zouden pas in actie komen als de Republiek zelf ook eigen kracht bezat. Tegen het einde van de 16e eeuw werd duidelijk dat dit inderdaad het geval was, de Republiek had geld.

De Nederlanden beschikten al lang over een sterke handel en nijverheid. Voor de opstand was Antwerpen het dominerend middelpunt. De dynamiek van het economisch leven verplaatste zich na de opstand naar het noorden, met Amsterdam als dé commerciële hoofdstad van Europa. Het begin van deze overgang is 1585, de val van Antwerpen waarna de bevolkingsbeweging van zuid naar noord in omvang toenam. Arbeidskracht, talent en kapitaal verhuisden naar Holland en Zeeland.

In de zestiende eeuw ontstond ook een mondiale economie, Oost-Azië, West-Afrika en Amerika werden in het netwerk opgenomen. Deze verre reizen zorgde ervoor dat handelaars hun aankomst in deze gebieden niet nauwkeurig konden voorspellen en dat het vaak onzeker was of de gewenste producten er dan aan een aanvaardbare prijs voorhanden waren. Daarom was er nood aan een grote centraal gelegen markt waar alle goederen verzameld konden worden, Amsterdam kwam daarvoor, door zijn gunstige ligging, in aanmerking.

In Holland was bovendien het scheepsbezit gespreid (één schip kom soms honderd eigenaars hebben), winst en schade werd zo gedeeld maar wat belangrijker was is dat ook het geld van kleine beleggers actief werd benut.

Holland bood op zijn stapelmarkt ook eigen producten aan uit zowel de nijverheid (Leids laken, Harlems linnen) als de landbouw (boter, kaas, koolzaad, vlas).

De republiek hield bovendien de Schelde gesloten en blokkeerde de Vlaamse havens waardoor veel Antwerpse handelaars met hun kapitaal, deskundigheid en handelsrelaties met de centra aan de Middellandse Zee noordwaarts trokken.

Een buitengewoon gelukkige combinatie van omstandigheden zorgde samen voor de Hollandse welvaart. Er vloeide veel geld naar het land maar dit betekende niet dat de overheid ook over ruime middelen beschikte. Holland heeft een belastingstelsel ontwikkeld dat uitermate geschikt was voor een land waar de meerderheid van de bevolking zich in de middengroep (noch arm, noch rijk) bevond. Naast een kleine belasting op het totale inkomen, de verponding haalde de overheid het meeste van haar inkomsten uit indirecte belastingen op consumptiegoederen.

Lees meer...

Het succes van de opstand 1579-1598

Zonder buitenlandse hulp leek het onwaarschijnlijk dat de opstandige gewesten zouden slagen, maar al voor het einde van de 16e eeuw zou de Republiek der Zeven verenigde Nederlanden als overwinnaar uit de strijd komen. Dit het het te danken aan (1) bondgenoten, (2) materiële kracht, (3) ideële kracht, hogere bezieling en (4) energieke leiding en organisatorisch vermogen.

(1) internationaal vonden er in 1588 en 1589 grote veranderingen plaats: Filips II had in 1588 zijn armada zonder veel succes naar Engeland gestuurd. De Engelsen vonden zich nu zelf rechtstreeks door Spanje bedreigd en bovendien achtte ze een overwinning mogelijk, wat twijfel voor hulp aan de Republiek wegnam.
In Frankrijk werd in 1589 Hendrik III vermoord (de laatste koning uit het huis Valois). Zijn opvolger werd Hendrik (IV) van Bourbon, een protestant. Filips II gebood daarom zijn landvoogd Parma, het zwaartepunt van zijn militaire operaties naar Frankrijk te verplaatsen. Het is niet onmogelijk dat dit de Republiek van de ondergang heeft behoed.

Lees meer...

Jaren van overgang 1579-1598

Vanaf 1579 beginnen de wegen zich te scheiden, vanaf dan verandert geschiedenis van de Nederlanden in geschiedenis van twee Nederlanden. De Zuidelijke Nederlanden keren terug onder het gezag van Filips II, de Noordelijke zullen zich ontwikkelen tot vrije Republiek, een statenbond olv. Holland.

Dit was slechts een geleidelijk proces, in 1576 hadden de zeventien gewesten zich met elkaar verbonden in de Pacificatie van Gent, ze hadden één gezamelijk doel nl. het herstel van de vrede. De Waalse gewesten sloten in 1579 de Unie van Atrecht op basis van handhaving van hun previlegies en trouw aan het katholieke geloof, dit betekende de facto de verzoening met Filips II. Het antwoord van de andere gewesten was de Nadere Unie of de Unie van Utrecht (1579), een militair bondgenootschap om vrijheid van godsdienst te bevechten.

Het formele afscheid van Filips II volgde twee jaar later wanneer de Staten-Generaal van de opstandige provincies het plakkaat van verlating goedkeurde. Hierdoor was een vergelijk onmogelijk geworden en zouden de gewesten van de Nadere Unie een gehele overwinning nodig hebben. De strijd verliep niet positief, in 1585 gingen Brabant en Vlaanderen definitief verloren.

Men besefte dat buitenlandse hulp noodzakelijk was. Nog voor Willem van Oranjes dood in 1584 mislukte de samenwerking met de Franse hertog van Anjou die souvereiniteit wenste. Later zou met de Engelse Robert Dudley, graaf van Leicester de laatste poging om de Noordelijke Nederlanden onder buitenlands gezag te zetten afspringen. De praktijk veranderde de sinds 1581 de monarchie in een republiek ook al werd dit nooit in een formeel besluit bevestigd.

Zie kaarten HB p. 116.

Lees meer...

Radicalisering Nederlanden

In de loop van 1577 grepen de middenklassen de politieke macht. Het getalm van de grote politiek moe, installeerden ze in de grote steden Calvinistische Stadsbesturen. De Calvinistische Republiek Gent was hierin de meest radicale. Overal in de Nederlanden was het Calvinisme de belangrijkste religie, hoewel Antwerpen een internationaal trefpunt werd voor alle protestanten.

De belangrijkste verwezenlijkingen van de Gentse Republiek lagen vooral op het intellectuele vlak. Scholen werden opgericht en verwierven vaak internationale faam. Na de onderwerping van Gent in 1584 werden de experimenten opgeheven, hoewel ze vaak nog sporen nalieten in het Noorden, mede door de uitgebreide immigratie.

Op 23 januari 1579 werd de Unie van Utrecht gesloten, waarin Gent, Brabant, Vlaanderen met Doornik, Holland, Zeeland en Gelre afspraken om geen afzonderlijke vrede te zullen sluiten met Filips II.

Alexander Farnese, de nieuwe landvoogd van de Nederlanden zorgde voor de vorming van de Unie van Atrecht op 6 januari 1579, door in te spelen op de onvrede in de Waalse gewesten. Daar had het Calvinisme geen voet aan de grond gekregen en waren de traditionele structuren beter bewaard. Door de belofte van herstel van de privileges en de terugtrekking van vreemde troepen, had Farnese Artesië, Henegouwen, Namen en Luxemburg aan zijn kant gekregen. Dit werd de basis van waaruit de herovering zich zou voortzetten en het begin van een nieuwe scheidingslijn in de gewesten van de Lage Landen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen