Menu

de vorming en afbraak van gebergten.

De energie die nodig is voor verwering komt indirect of direct af van de zon. Met behulp van deze energie komen vele processen op gang die tot uiting komen in weer en klimaat. Water verdampt uit de oceanen, wordt in wolken verplaatst en komt weer als neerslag naar beneden. De neersalg stroomt weer terug naar zee en de cyclus begint weer van voor af aan. Deze hydrolische kringloop zorgt er samen met verwering voor dat gebergten verslijten, verweringsproducten worden afgevoerd door rivieren, rivieren eroderen en laagvlakten en zeeën voorzien worden van pakken sediment.

Gebergten worden gevormd als een stuk continentale korst en een stuk oceanische korst botsen. Behalve de subductie en de trog ontstaat er voor het continent een ondiepe zee met dikke lagen sediment. Een klein deel hiervan wordt met de oceaanbodem mee de diepte in gesleurd en draag bij aan het explosieve vulkanisme en intrusies. De rest zal tijdens de botsing in de verdrukking komen. De sedimentlagen worden geplooid, opgeheven en aan het land vastgeplakt. Dankzij deze endogene processen groeien de continenten.

De meeste gebergten ontstaan gewoon bij botsingen tussen continent en oceaan. Sommige door continent tegen continent. Beiden gaan niet omlaag, enige uitweg is dus omhoog. Daarvoor is wel nog eerst een botsing tussen continent en oceaan. Zodra de oceaanbodem weg is kan dat gebeuren. Het huidige aardoppervlak is het resultaat van endogene en exogene processen. Continenten gaan al veel langer mee dan oceanen omdat ze niet wegzaken. In het midden van continent vindt je de oudste delen, het schild. Deze zijn tussen de 4000 en 500 miljoen jaar oud. Daarom zijn stukken bij gekomen tijdens plooiingsfasen.

Lees meer...

Van de bergen naar de zee

Het eindpunt van rivieren is in de meeste gevallen de zee. Vlak voor de rivier de zee in stroomt, stroomt hij door de vlakke benedenloop. Dit is geen dal meer maar een vlak gebied, de overstromingsvlakte. De stroomsnelheid is hier sterk afgenomen. Als de aanvoer van water hoog is, zal de rivier de kilometers brede overstromingsvlakte overstromen. Een groot deel sediment wordt dan afgezet. Zelfs de kleinste kleideeltjes vallen naar beneden. Zo wordt de bendenloop van rivieren langzaam opgehoogd met de dunne laagjes sediment. Hier ontstaat een soort waterpaslandschap. Dit geldt voor alle gebieden die zijn ontstaan door sedimentatie uit water.

Als de rivier de zee in komt vervoert hij nog steeds sediment. Als het in zee komt neemt de stroomsnelheid volledig af. Nu laat het vrijwel alle sediment vallen. Als het ophoopt zou na lange tijd en nieuw stuk land kunnen ontstaan. Dit worden ook wel delta’s genoemd. Als de stroming langs de kust erg groot is, kan dit niet. Bij een groot verschil tussen eb en vloed vormt zich een trechtervormige kustvorm die estuarium wordt genoemd.

Zodra lagen sediment een paar honderd meter zijn weggezakt, begint het proces van verstening. Allereerst worden de korrels dichter op elkaar geperst, en vervolgens aan elkaar geplakt. Zo ontstaat uit zand zandsteen, uit klei schalie en uit grind conglomeraat. Zulk sedimentgesteente kenmerkt zich door duidelijke gelaagdheid en kan fossielen bevatten. In zeeën waar geen sedimentatie plaatsvindt kunnen grote hoeveelheden schelpen of kalkskeletjes van micro-organismen zich ophopen. Op deze wijze wordt kalksteen gevormd.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen