Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Andere functies

Daarnaast bekleedden ze ook nog andere functies, zoals religieuze door het vormen van een religieuze
broederschappen, die zijaltaren en kapellen in kerken onderhielden. Daarnaast vervulden ze een
militaire rol als ambachtsmilities, vooral in de middeleeuwen. Een voorbeeld hiervan is de betrokkenheid
van de ambachten bij de Guldensporenslag.

Lees meer...

Culturele functies

De culturele functies van de ambachtsgilden uitten zich vooral in de maaltijden bij de jaarlijke
bijeenkomsten, deelname aan publieke activiteiten zoals optochten en processies, maar ook specifiekere
culturele activiteiten, zoals toneel, muziek en literatuur.

Lees meer...

Sociale functies

De sociale functies van het ambacht spelen zich vooral af op het niveau van de bedrijven: ze zorgden
voor een regeling van de bedrijfsgrootte, waarbij de kleine familiebedrijven bevoordeeld werden.
Daarnaast deden ze aan loonreglementering, waardoor de onderlinge concurrentie verminderd werd en
er een eerlijke verloning gegarandeerd werd. Daarnaast zorgden ze ook voor de bescherming van
arbeidsongeschikte leden met een soort sociale zekerheid via godshuizen armenbussen en gergelijke
meer.

Lees meer...

Politieke functies

De ambachtsgilden werden, zeker in de Nederlanden, vertegenwoordigd in de stadsbesturen, waar zij
vooral ijverden voor specifieke reglementen en ordonnanties per beroep maar ook de economische en
sociale politiek van de stad (handel, belastingen, armenzorg…) mee hielpen bepalen.
Deze macht wordt gesymboliseerd door de prestigieuze gildenhuizen in de nabijheid van het centrum
van de stedelijke macht.

Lees meer...

Economische functies binnen de stad

De ambachtsgilden hadden verschillende economische functies binnen de stad. Zo stonden ze in voor de
bescherming van de arbeidsmarkt en de beperking van de concurrentie. Dit deden ze door prijsafspraken
over de verkoop, de lonen en de grondstoffen, maar ook door een kwaliteitscontrole, waardoor de
prijszetting hoger kon, en het afschermen van de toegankelijkheid van het beroep, door zelf de
opleidingen te organiseren. Verder zorgden ze voor een monopolisering, wat de onderlinge relatie van
de verschillende ambachtsgilden niet meteen ten goede kwam. Verdere concurrentiebepaling gebeurde
door quota voor de invoer van buiten de stad.

Lees meer...

Oorsprongen

De ambachtsgilden ontstonden in de 13e – 14e eeuw toen beroepsgenoten zich verenigden in de
stedelijke nijverheden en zich organiseerden volgens de verschillende stadia van het beroep (de strenge
hiërarchie tussen meesters, gezellen, leerlingen). Ondanks het feit dat de gilden over heel West-Europa
verspreid waren, zijn er wel grote regionale verschillen qua functies, statuten, politieke
vertegenwoordiging en dergelijke meer. Er blijven nieuwe oprichtingen komen tot in de 16e 17e eeuw,
maar de ambachtsverenigingen verminderden qua invloed door de opkomst van het vrijere
ondernemerschap in de 18e eeuw, om helemaal afgeschaft te worden door de wet-Le Chapelier na de
Franse Revolutie.

Lees meer...

Moderne Tijden

1. De relatie heer-boer
Er is voornamelijk een verderzetting van de evoluties uit de eerdere periode. Er is een stijgende rol
weggelegd voor de centrale overheid, wat voor een hogere lastendruk zorgt, waardoor het nettoinkomen
verkleint. Dit hindert ook de structurele vernieuwing. Toch doet de overheid pogingen om de
vooruitgang te bevorderen, vooral door de uitbreiding van het landbouwareaal, door openbare werken,
zoals de drainage van moerassen. Dit heeft echter maar een beperkte invloed op de verdere evolutie van
het kapitalisme.

2. De sociale relaties binnen de boerenmaatschappij.
De peasant society is in volle evolutie: er komen grotere bedrijven, en loonarbeid raakt steeds meer
ingeburgerd. Het inkomen wordt ook nog aangevuld met proto-industriële. De peasant economy wordt
dus ingeschakeld in het “World system”. Een voorbeeld hiervan is de Vlaamse bewerkte vlas die in de VS
gebruikt wordt als slavenkledij. Er is dus een enforced kapitalisation gaande.
Het agrarisch kapitalisme komt ook op, men nijgt naar specialisatie en de daaropvolgende
winstmaximalisatie. Dit kan te maken hebben met de property structures, waarbij de pachters onderling
moeten concurreren om de grond te mogen bepachten.
Er komt een evolutie van de peasant society door de overgang naar commercial peasants.
Wat zijn peasants?
– Centrale doelstelling: Survival of the family
– Proberen zolang mogelijk eigenaar van de centrale
hofstede te blijven
– Uitvoerige land- en kredietmark
– Beperkte kapitaalinput
– Tendens tot vernieuwing: intensivering: landsaving
– Lage arbeidsproductiviteit
– Structurele «armoede »
• Soorten peasants
– Met commons: soms minder
marktgericht
(markgenootschappen Drente)
– Zonder commons: commercial
survival economy
• Betekenis op langere termijn voor verdere
ontwikkeling
Wat is « agrarisch
kapitalisme »?
Centrale doelstelling: Survival
of the farm
Beperkter land en kredietmarkt
Vaak geen eigenaar van het
land
Grotere kapitaalinput
Tendens tot accumulatie en
vernieuwing: labour saving.
Hogere arbeidsproductiviteit
Rijkere klasse maar
fallissement dreigt steeds
Betekenis op langere termijn?
Physical productivity and labour productivity in
Belgium a°1815, per province
E.Fl W.Fl Br. Antw. Hainaut Liège Limb. Namur Lux.
land productivity labour productivity
In deze tabel zien we de productiviteit en de
arbeidsproductiviteit voor België. In Vlaanderen
ligt de grondopbrengst veel hoger, maar dit
heeft te maken met een intensievere bewerking,
doordat de bedrijven veel kleiner zijn. Daardoor
daalt de arbeidsproductiviteit ook.
Er gebeuren ook verschillende uitvindingen, zoals de fanning mill, waarbij het kaf van het koren
gescheiden wordt, en de zaaimachine van Jethro Tull.

3. Het einde van het Ancien Regime.
Het einde van het Ancien Regime is een geleidelijk proces, volgend op het failliet van de peasant society
en de feodale resten. Er wordt overgegaan naar een nieuwe maatschappij.

Lees meer...

De relatie heer-boer.

Er komt een inkomenscrisis bij de heren, waardoor abdijen en heren failliet gaan. Deze crisis ontstaat
doordat kleinere heerlijkheden opgenomen worden in een land, maar ook doordat de
ontginningsmogelijkheden ten einde zijn en door zowel de concurrentie tussen de heren onderling en
tussen de heren en de nieuw opgekomen burgerij. De reacties hierop zijn de opslorping van de banale
rechten door de staat: er ontstaat een soort feodalisme d’état. De grondheren zorgen dan weer voor een
versterking door het vervangen van de vaste cijns door een tijdpacht. In Engeland leidt dit tot de
enclosure movement, in Oost-Europa zal men opteren voor de 2e feodaliteit, met een versterking van de
seigneurie fonciere. De oorzaken hiervan zijn een ernstig arbeiderstekort, en hun status als de
graanschuur van Europa, door de commercialisering van de rogge-export. De heersende groepen hebben
geen onderlinge concurrentie en er is geen centraal gezag aanwezig. Dit zal leiden tot verval na de
dalende productiviteit van de boeren. In Zuid-Europa doet men dan weer aan helftwinning of mezzadria.
Dit houdt in dat de boeren de helft van de opbrengst van het gepachte land moeten afstaan aan de
pachtheer.

Lees meer...

De sociale relaties binnen de boerenmaatschappij.

Er ontstaat een dorpsgemeenschap: de gemene gronden worden collectief beheerd. Door de vergrote
ongelijkheid en verarming in een moeilijke samenleving tussen arm en rijk ontstaat een solidariteit. De
peasants beginnen via de lokale en rurale markten wel deel te nemen aan de handel, er ontstaat dus een
small peasant society.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen