Menu

Darwinisme en de mens

  • Eigenheid van de mens: taal en denkvermogen
    • Linguïstische intelligentie: vermogen tot spreken
    • Technische intelligentie

 samenwerken tot een conceptueel denkvermogen: (zelf-)bewustzijn en abstract denkvermogen sterk ontwikkeld

  • Cultuur laat variatie toe binnen de grenzen die door de biologie, de evolutieve voorgeschiedenis, zijn afgebakend
  • Risico’s van een evolutief denkkader: determinisme (de mens beschikt echter over vrije wil: de capaciteit om keuzes te maken in moeilijke situaties)

 bv. sociaal darwinisme (‘het is tegen de natuurlijke evolutie in, om te proberen zwakkere groepen te helpen.”)

Lees meer...

De stamboom van het leven

  • Macro-evolutie: op grote schaal zijn zeer verschillende groepen organismen ontstaan, die divergeren vanuit een gemeenschappelijke voorouder. (onderzoek naar ‘missing links’)  verwantschapsdiagram (boom waarvan alle takken van bestaande groepen even hoog komen, maar niet even hoog vertrekken , ≠ hiërarchisch!)
  • Aan de wortel: 1 enkele vooroudergroep:

Eenvoudige anorganische moleculen + toevoer van energie  eiwitten en nucleïnezuren  bacteriën  eencellige levensvormen  meercellige organismen  weefsels  insecten  gewervelde dieren  vissen  amfibieën  reptielen  vogels  zoogdieren  primaten  mensapen

Lees meer...

Complexiteit, toeval en beperkingen

  • Niet-reduceerbare complexiteit (zie ID)?

! kleine opeenvolgende mutaties

! tijdsperspectief

  • Waarom onvolmaaktheden?

! als er toevallig geen mutaties ontstaan zijn in die richting, dan kan er ook niet geselecteerd worden voor dat kenmerk

! bestaande toestand kan een aantal beperkingen met zich mee brengen, waardoor de nieuwe kenmerken begrensd zijn in hun mogelijke variatie

! kenmerken kunnen in interne concurrentie komen met andere kenmerken.

Evolutie streeft niet naar een “verbetering” (niet gebaseerd op een inwendig streven naar hoger). Het is geen doelstelling op zich, maar door de natuur ontwikkelt dit proces zich vanzelf.

Lees meer...

Het mechanisme van biologische evolutie

Genetische variatie is een voorwaarde voor evolutie. Variatie kan het gevolg zijn van:

  • Mutaties (“kopieerfoutjes”)
  • Recombinaties (toevallige herverdelingen van erfelijk materiaal)

Natuurlijke selectie: bevoordeelt dus die kenmerken die een organisme beter laten overleven en voortplanten in zijn omgeving. Dit voordeel hangt niet alleen af van het kenmerk zelf, maar ook van de omgeving waar het individu leeft.

Co-evolutie: interacties tussen organismen zijn afhankelijk van elkaars kenmerken  natuurlijke selectie bij het ene organisme speelt dus in op de evoluerende kenmerken bij het andere organisme en vice versa.

Genetische drift:een ‘neutraal’ kenmerk (dus van weinig belang voor de voortplanting) dat ‘toevallig’ mee evolueert.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen