Menu

De vooronderstelling van het symbolisch interactionisme

Er zijn 3 vooronderstellingen:

- menselijk handelen is gebaseerd op de betekenissen die het subject geeft aan de objecten.

a) Hoe object aanduiden, beschrijven en interpreteren: betekenis nt in object zelf

Maar de betekenis wordt aan object toegekend.

b) Betekenistoekenning is niet terugbrengbaar tot interne of externe oorzakelijke factoren.

MAAR autonoom en ongedetermineerd.

=> De mens handelt niet ten gevolge van een passieve reactie op oorzakelijke factoren, maar handelt uit zichzelf.

Bv: De stoel = iets waarop je zit.

Vele culturen die kennen geen stoelen, dus als zij een stoel zien zullen ze hier een andere betekenis aan geven.

Onze cultuur daarentegen, kent wel de stoel. We hebben dit aangeleerd via onze cultuur. De betekenis van een stoel hebben we aangeleerd via interactie met anderen. We hebben het geleerd. Naarmate de leer- en interactieprocessen veranderen, verandert de betekenis.

Bv: Er bestaan vele soorten stoelen. Hierbij is er een groep van stoelen waar je niet op mag gaan zitten, zoals bijvoorbeeld de troon van een koning. Je moet maw leren op welke stoelen je mag zitten en op dewelke niet.

Hoe komt men nu aan de betekenis?

- betekenis van dingen ontstaan aan de sociale samenhandeling die de mens met de medemens.

Bv. de stoel zijnde een voorwerp om op te zitten is niet een betekenis die je er op een bepaalde dag hebt aangegeven. Men heeft deze betekenis gegeven via interactie met anderen individuen.

Als je een stoel aangeboden krijgt en uit de aanwijzingen die de andere geeft, kan je opmaken dat je er mag op gaan zitten. Omdat ik op de uitnodiging inga, geef ik te kennen dat ik dezelfde manier interpreteer en gebruik. Hierdoor ontstaat er een gemeenschappelijke betekenis.

Stel dat je nooit geleerd hebt om op een stoel te zitten, maar steeds in kleermakerszit moet zitten omdat ik dan in contact sta met de grond, dan ga ik de stoel maar iets gevaarlijks vinden.

=> Een ding krijgt maar betekenis in het interactieproces!

Betekenissen liggen niet vast

1) geen vaste betekenis, maar voortdurend interpreteren en wijzigen

2) Een persoon interpreteert de betekenissen

=> interpretatieproces = soort interactieproces

De handelende die de betekenis van dingen interpreteert, duidt deze betekenissen aan voor zichzelf. Hij richt zich tot zichzelf en voert dus een verinnerlijkt sociaal proces. Het zelf van de handelende is een interpretatieproces, dat alleen van een 'gewoon' interpretatieproces verschilt door het feit dat de interactiepartners samenvallen in één persoon. Derhalve bezit het self, als verinnerlijkte sociale samenhandeling, de capaciteit om betekenissen te wijzigen. Iedere interpretatie door een zelf is de stichting van een betekenis.

Welk analytisch model van de menselijke samenleving en het menselijk gedrag komt men als deze basisvooronderstellingen consequent worden uitgewerkt?

Lees meer...

Intellectuele omgeving: de Chicagoschool

Blumers is sterk beïnvloed door het intellectuele klimaat aan de universiteit van Chicago. Hij behoort tot de 3de generatie.

De karakteristieken van deze beoefening:

  • nadruk op empirisch onderzoek

- Tegen wilde speculaties en normatieve sociale filosofie

- veel vormen van materiaal om beeld te krijgen van de sociale werkelijkheid

bv: statistieken, enquêtes, bevolkingsregisters, sociaalgeografische kaarten, dagboeken, interviews,...

  • uitwerking van het onderzoeksinstrumentarium

- voorkeur participerende observatie

bv: een paar dagen als zwerver leven om zo een beeld van het zwervers bestaan te krijgen.

  • dynamisch en procesmatig maatschappijbeeld

- sociale werkelijkheid

- NIET vaste structuur

- WEL ononderbroken vloeiende interactieprocessen, die je niet van tevoren kan bepalen

=> 'De sociale wereld wordt in iedere interactie opnieuw gemaakt'

Men merkt sterk de invloed van het pragmatisme en Mead.

Lees meer...

Synthese van Herbert Blumer

Biografische en bibliografische inleiding

1900: geboren in Amerika

1900-1947: verbonden aan de Chicago school

- ontstaan in 1892: 3de generatie

artikels en onderzoeksrapporten

- 1933 “ Movies and Conduct”: aan de hand van biografisch materiaal laat hij de invloed van de film zien op het leven van de Amerikaanse jongeren.

- 1969 “Symbolic Interactionism, Perspective and Method”

 verspreiding symbolische interactionisme

 nadruk eigen methodologie van het symbolische interactionisme

 basisbegrippen, uitgangspunten

Lees meer...

Socialisatie: I, me en self

Menselijk zelfbewustzijn en menselijke identiteit ontwikkelen zich tijdens het internalisatieproces. Een mens wordt van zichzelf bewust als hij de houding van de ander aanneemt. A beziet zichzelf in de rol van B: hij maakt zichzelf tot object en ervaart zo zichzelf. Toch is het niet zo dat een subject zich simpelweg vereenzelvigt met de rollen die hij internaliseert.

Mead onderscheidt 2 componenten in het ‘social self’: ‘I’ en ‘Me’:
Het ‘me’ bestaat uit rollen die iemand geinternaliseerd heeft.
Het ‘I’ is de capaciteit om te internaliseren en op het geinternaliseerde te reageren. Het I is de oorspronkelijke, niet door de omgeving gedetermineerde component van de menselijke persoonlijkheid.
vb. Mister Bean wandelt op straat, hij kijkt naar de camera en loopt tegen een paal. Even later wandelt hij op datzelfde stuk, stopt net voor de paal, denkt aan de vorige keer, hij wilt er langs wandelen en valt in een put.
-> Iedereen lacht: je voelt, leeft mee, maar je voelt de pijn niet → Eerst lachen, dan snel inhouden (vb. hand voor mond omdat je denkt dat het eigenlijk wel pijnlijk is)
= Interactie I en Me, Me is reactie op I.

Lees meer...

De veralgemeende ander

De maatschappij komt voort uit de capaciteit van mensen om het niveau van de concrete relatie te overstijgen en het procédé van internalisatie toe te passen op alle mogelijke relaties: veralgemeende andere.

3 niveau’s van internalisatie:
1. Play: het kindje verinwendigt allerlei houdingen (indiaantje, wolf, …). Nog niet in staat om verschillende houdingen met elkaar in verband te brengen.
2. Game:Houdingen worden op elkaar betrokken, het worden rollen. Om een rol succesvol te internaliseren, moet men het hele netwerk van corresponderende rollen mee internaliseren. Je ziet de verbanden, je bentin staat om mee te spelen. Vb. Men kan de rol van patient niet internaliseren zonder de rol van dokter of verpleger te internaliseren.
3. Veralgemeende andere: algemeen overzict van de maatschappij: kennis van algemene waarden, geloofsvoorstellinge, normen.

Lees meer...

Instellingsovername en symbolische interactie

De mens en het dier verschillen vooral van elkaar in de manier van interaceren. De interactie tussen dieren is enkel een uitwisseling van gebaren (Gebaar volgens Mead: Het begin van een handeling dat een teken is van de rest van de handeling: het vervangt de gehele handeling)
Vb. leidersaap die zijn gezag in gevaar ziet moet enkel even gevechtshouding (gebaar) aannemen om terug orde op zaken te stellen. Deze houding vormt een voldoende prikkel voor andere open om zich te onderwerpen. De onderdanige houding van de apen vormt een prikkel voor de leidersaap (hij kan zich gerust voelen).

Dus: interactie bij dieren: uitwisseling van prikkels en reacties.

Betekenis gebaar voor de bestemmeling: teken van de handeling: het gebaar krijgt de betekenis van de gehele handeling. Zal reageren alsof de gehele handeling werd uitgevoerd.
Betekenis gebaar voor de gebarende: Betekenis van het gebaar uit de reactie die dit bij andere oproept.
Gebaar voor interactie als geheel: samenspel van beide aspecten.

Bij menselijk interactie: interactiedeelnemers beschouwen een gebaar niet langer vanuit het standpunt van bestemmeling of gebarende. Mensen zijn in staat de betekenis te vatten die een gebaar heeft voor de andere en voor de interactie als geheel.
→Diegene die het gebaar uitoefent en diegene die het gebaar waarneemt kan aan dat gebaar nu dezelfde betekenis geven = symbolische interactie.
! Mensen beschikken over de capaciteit van internalisatie: het leerproces waarin het subject leert de houding van de andere over te nemen: de prikkel die de ander waarneemt opvatten als een prikkel die ‘tot mij’ is gericht. Wie dat doet heeft volgens hem een groot voordeel in the struggle for life, want zo snel aanpassen aan andermans gedrag.

Denken volgens Mead: anticiperen op verschillende mogelijke houdingen. Denken is gevolg van internalisatie van de sociale interactie.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen