Menu

Non-verbaal gedrag (niet-verbale communicatie)

= Manier waarop mensen opzettelijk of onopzettelijk communiceren zonder woorden. Onder andere gelaatsuitdrukking, stemgeluid, gebaren, lichaamshouding en –beweging, aanraking en manier van kijken.

Niet-verbale communicatie is een onderschatte vorm van communicatie: meestal denken we namelijk enkel aan het gesproken of geschreven woord, eventueel een beeld. Maar ook niet-verbale gedragingen zijn tijdens de communicatie heel bepalend.

Lees meer...

Het verleden mentaal ongedaan maken: tegenfeitelijk redeneren

Tegenfeitelijk redeneren (Counterfactual thinking):

= een aspect van het verleden op mentaal niveau veranderen zodat je je kunt voorstellen hoe het had kunnen zijn, nadenken over “wat als … gebeurd zou zijn”

  • Hoe makkelijker we aan alternatieven kunnen denken, hoe sterker de emotionele reactie. Er zijn namelijk meer redenen om aan je eigen keuze te twijfelen. Je grijpt er net naast.
  • Paradox van emoties: Medvec et al. Toonden aan dat zilveren medailles minder tevredenheid geven dan bronzen. Iets net niet gehaald hebben of iets helemaal niet gehaald hebben. Wanneer je het net niet gehaald hebt  meer aanleiding tot tegenfeitelijk redeneren.
  • Het is bewust en vraagt inspanning maar hoe meer en meer je het doet, hoe automatischer het wordt, hoe minder inspanning het vraagt. Als je aan niets meer anders kan denken en je blijft er over doorpiekeren kan het leiden tot depressie.
Lees meer...

Ex-cursus: Macrae et al

  • Opdracht : stereotypische gedachten over bepaalde personen onderdrukken(=O.V.) bv.skinhead
  • Er wordt gevraagd om een dag van die persoon te beschrijven. Er zijn twee condities. Conditie 1: er wordt enkel die vraag gesteld, er is geen sprake van stereotype-onderdrukkin. Conditie 2: de vraag wordt gesteld + men moet proberen geen gebruik te maken van het type waartoe deze persoon behoort.

Na dit te hebben uitgevoerd is het experiment zogezegd ten einde (dekmantel)

Hierna moeten de deelnemers zich verplaatsen naar een andere kamer. Daar staat een tafel met een reeks stoelen aan. Op één van die stoelen zijn spullen achtergelaten die kenmerkend zijn voor bv. Skinhead.

De A.V. is het aantal stoelen dat de personen tussenlaten tussen zichzelf en de spullen van de skinhead.

Resultaat: De persoon die het stereotype heeft onderdrukt zal meer stoelen tussenlaten dan mensen die geen onderdrukkingstaak hadden. Dus onderdrukking leidt soms tot slechte ervaringen.

Lees meer...

Gedachtenonderdrukking en ironische verwerking

Gedachtenonderdrukking = de poging om alle gedachten over iets wat je zo snel mogelijk wil vergeten te vermijden.

Gedachtenonderdrukking is een consequentie van afwezig zijn of je er niet toe kunnen zetten om gecontroleerd te denken.
Het is moeilijk om gedachten te onderdrukken want dat vraagt energie.

Ironische gevolgen van gedachtenonderdrukking:

  • Als mensen hun uiterste best doen om niet aan iets te denken maar ze wel moe of afwezig zijn, dus onder cognitieve druk staan, dan is de kans groot dat deze gedachten toch ongecontroleerd naar boven komen.
  • Een onderdrukkingspoging zorgt voor priming van de te onderdrukken gedachte, de gedachte is daarna nog veel sterker aanwezig.
  • Bij hoge mentale belasting (Cognitive load: er zijn dan al delen van ons 7-eenheden tellend werkgeheugen gereserveerd)  meer fouten in ondedrukking

Experiment:

Bijvoorbeeld: niet aan witte benen denken, als je die instructie bewust maakt door op een briefje te schrijven wordt het juist heel moeilijk om niet aan witte benen te denken. Gevolg: je blijft op een onbewust niveau denken aan dat concept. Als de instructie wegvalt denk je heel makkelijk terug aan witte benen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen