Aanloop : De Griekse mythologie
- Gepubliceerd in Filosofie
- Filosofie werd uitgevonden in Griekenland rond de 6de eeuw voor Chr.
= via rationeel denken waarheid vinden over mens en wereld
= via rationeel denken waarheid vinden over mens en wereld
= virtueel uittekenen van de waarheid; oplossen van alle vragen rond mens en wereld
De filosoof is vriend van de wijsheid en zoeker naar de waarheid !
Vragen over :
Religie veronderstelt een bepaalde gevoeligheid (sensibiliteit) voor zin. Een gevoeligheid voor ‘meer’ en voor ‘diepte’.
Religie is een plus-lezing van de werkelijkheid (geloven is er meer in zien) (wetenschap is eenminlezing)
Maar de rede speelt wel mee, religie raakt heel de mens (dus ook zijn redelijkheid)
De religie ontstaat aan de ‘disclosure’ en is gericht op de gehele mens. Maar de gelovige kan niet na laten te denken. Hij mag dat ook niet.
De rede denkt vanuit het onderscheid tussen waar en vals, waarbij waar overeenkomt met ‘echt gebeurd’ of ‘redelijk te verantwoorden’
Mythen en religieuze verhalen kunnen wel waar zijn, ook al zijn ze niet echt gebeurd. Religieuze verhalen hebben niet als bedoeling weer te geven wat echt gebeurd is, maar willen laten zien wie God is.
De vraag naar de waarheid in religieuze verhalen verondersteld een constant gevecht met God. Religie heeft niet te maken met de feiten (wat is) maar met de waardering van de feiten (zin) Het hangt in grote mate af van de manier waarop hij zij eigen bestaan en het geheel van de werkelijkheid kan, mag en wil beleven
Elke Godsdienst leeft van verhalen. Ze geven geen beschrijving van God, maar toch openbaren ze iets over God. Deze verhalen zijn geen gewoon beschrijvende verhalen, ze zijn niet descriptief. Ze willen iets onthullen. Ramsey noemde deze verhalen disclosure-verhalen.
Religieuze verhalen vetrekken vanuit modelsituaties om dan via een bepaalde wending (qualifier) in het verhaal een onthulling (disclosure) op te roepen, hierop zal je frank dan vallen (the penny drops) en zal je een antwoord kunnen ontwikkelen.
Religieuze taal is dus niet empirisch-beschrijven, maar onthullend en getuigend, Deze taal geeft een richting aan. De religieuze mens ziet niet iets anders, hij ziet hetzelfde anders (onthullend). De religieuze taal staat niet los van de ervaring.
Disclosure verhalen roepen niet alleen die andere dimensie op maar wijzen ook een richting aan waarin die moet worden opgevat (getuigend). Elke godsdienst leeft vanuit een eigen ‘disclosure’.
Taal kan op verschillende manieren functioneren (Jezus staat op uit zijn graf is niet hetzelfde als
Jezus staat op uit zijn stoel)
Het onderscheidt in woorden -> taalspelen/ Meaning is use ‘waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen’
Taal is volgens Wittgenstein de afbeelding van de werkelijkheid-> picture theory/ Meaning is verification
Taal zonder context is niet altijd helder, het heeft een context nodig om begrepen te worden. Taal functioneert op veel verschillende manieren. (omstandigheden, resultaten)
Taal sluit aan bij ervaringen van mensen
Woorden roepen een ervaringsdiepte op (evocatief) bij de persoon die ze uitspreekt. (bv een 18 jarige zegt liefje tegen zijn nieuwe vriendin, 60 jarige zegt op zijn jubileum liefje tegen vrouw)
Ramsey spreekt van integrator woorden, hoe verder wij kwalificeren, hoe rijker het woord wordt.
Lijden van een zinloos leven is de ziekte van deze tijd (Frankl)
Dit zorgt voor een gevoel van leegte bij vele mensen. Filosofen en sociologen spreken over het verdwijnen van het hemels baldakijn. Het traditionele geloof geraakt ontdaan van zijn magie. De hedendaagse mens heeft zich losgemaakt van de grote verhalen uit de traditie. De mens ontwikkeld een visie en omgang met de werkelijkheid die op beheersing is gericht, maar hierdoor kan de mens zich niet meer oriënteren. Ze ondervinden betekenisverlies.
1 van de oorzaken is de verschraling van de taal. Via taal wordt betekenis gegeven aan handelingen en ervaringen.
Wittgenstein zegt ‘ De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld’