Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Het Griekse wereld en mensbeeld

Verandering denken over ontstaan wereld:

- Eerst mythologische verklaring;
- Later kwam natuurwetenschappelijk wereldbeeld;
- Vooral dankzij: Filosoof Aristoteles, wiskundige en astronoom Ptolemaeus;
- Hun waren de eersten die dachten dat de aarde rond was;
- Hier gebruikten ze ook al berekeningen voor;
- Dit beeld drong echter nog maar bij weinig mensen door.

Verandering denken over ontstaan mens:

- Eerst ook mythologische verklaring;
- Geleerden gingen vanaf de 6e eeuw voor Chr. mensen zien als zelfstandig wezen;
- In het begin de gemeenschap belangrijk, niet het individu. Later andersom.

Vragen en zoeken naar nieuwe kennis:

- Onderzoekers gingen onderzoeken hoe de wereld echt in elkaar zat;
- Ze geloofden niet dat natuurrampen door goden werden veroorzaakt;
- Dat was het gevolg van bepaalde krachten in de natuur;
- Hierdoor kwam de wetenschap in Griekenland in hoog aanzien te staan.

Geneeskunde: Hippocrates zocht de verklaring voor het ziek zijn in de natuur zelf. Hij schreef het verloop van de ziekte op. Zo probeerde hij erachter te komen hoe de ziekte ontstond en hoe die genezen kon worden.

Geschiedenis: Herodotus was de eerste geschiedschrijver. Hij beschreef niet alleen de gebeurtenissen maar probeerde ze ook te verklaren en gaf zijn eigen mening eraan.

Filosofie: Dit houdt zich bezig met de diepe levensvragen, zoals over geluk en ongeluk.

Socrates (beroemd filosoof) meende dat mensen alleen slechte dingen deden omdat ze te weinig nadachten. Het theater was de belangrijkste plaats waar de filosofische vragen aan de orde werden gesteld.

Wedstrijd: Voor de Grieken was het leven, net zoals voor de goden n-> grote wedstrijd om rijk en succesvol te worden.

Onderwijs: De ideale Griek moest niet alleen handel kunnen drijven, maar ook goed kunnen deelnemen aan de democratie en goed zijn in sport en muziek.

Sport: Het belang hiervan kwam tot uiting d.m.v. veel sportwedstrijden (de Olympische Spelen bijvoorbeeld).

Politiek: Alle burgers moesten volgens de Grieken deelnemen aan het bestuur. Zoals de volksvergadering.

Kunst: Kunstwerken moesten aan een maatgetal, een grondregel/canon beantwoorden.

Anders was het geen kunst. Kunstwerken moesten dus dezelfde verhouding hebben.

Bouwkunst: Tempels en theaters het belangrijkst. Omdat tempels huizen waren voor goden. Het altaar diende voor offers om de goden gunstig te stemmen. Het belangrijkste

kenmerk van een tempel waren de zuilen (ook in perfecte verhouding).

Lees meer...

De Grieken strijden onderling

Uit angst voor een nieuwe Perzische aanval besloten veel Griekse staatjes te gaan samenwerken. Er ontstonden 2 groeperingen onder leiding van:

- Athene;

- Sparta.

Ze probeerden bondgenoten te winnen en van elkaar af te pakken, beide probeerde ze het machtigste te worden. Hieruit volgde de Peloponnesische oorlog: (431 tot 404 voor Chr.) Oorlog tussen Athene en Sparta. Griekenland had sterke vloot, Sparta had sterk leger en geen vloot. Uiteindelijk won Sparta de oorlog, maar de Atheense democratie bleef bestaan tot het eind van de 4e eeuw.

Lees meer...

De Grieken verslaan de Perzen

Het Perzische rijk: Een man aan de macht (koning).
Het Perzische rijk was een groot gevaar. In 500 voor Chr. kwam een kleine groep
Griekse kolonisten in opstand om te proberen zich onafhankelijk te maken van de

Perzische koning. Deze opstand werd de aanleiding tot de Perzische Oorlogen. Darius (de Perzische koning) besloot als strafmaatregel wegens hulp aan de opstandelingen, Griekenland te veroveren. De Griekse staatjes waren op tijd op de hoogte van de aanval, maar tot een goede samenwerking kwam het niet. Eerst vielen de Perzen binnen over Zee. Op het laatste moment besloten de Griekse staatjes (waaronder Sparta en Athene) toch samen te werken. Bij de laatste veldslag bij Marathon kwamen de Spartanen pas opdagen, nadat de Atheners de overwinning al hadden behaald.

10 jaar later in 480 voor Chr. Vielen de Perzen, onder leiding van koning Xerxes opnieuw binnen, dit keer over land en over zee. Het Perzische leger veroverde heel Griekenland behalve de Peloponnesus. De Griekse vloot versloeg echter de Perzische vloot bij het eiland Salamis. In 479 werd bij Plataeae ook het Perzische landleger verslagen.

Lees meer...

Sparta, een andere polis

De Spartanen stichtten in tegenstelling tot de Atheners geen kolonies, in plaats daarvan veroverden ze hun buurland: de Messenirs. Omdat de Spartanen ook een voedseltekort hadden moesten de Messenirs een deel van hun oogst afstaan aan de Spartanen waardoor ze zelf in voedselnood kwamen. De Spartanen hadden een heel sterk leger, dit kwam door verschillende factoren:

· Spartaanse mannen hoefden niet als boer te werken;
· Op 7-jarige leeftijd werden jongens al uit hun familie gehaald en in een soort kazerne geplaatst;
· Tot hun 20e kregen zij een militaire opleiding;
· Er werd hun geleerd dat niets boven Sparta stond.

Het dagelijks bestuur was in handen van 5 ephoren. Zij werden jaarlijks gekozen door de volksvergadering. Ze hadden grote macht omdat ze voorzitters waren van de raad van edelen en de volksvergadering en bepaalden de buitenlandse politiek. Het leger werd aangevoerd door 2 (erfelijke) koningen. Zij stonden onder toezicht van de ephoren. De Spartanen stammen af van de Dorirs.

Lees meer...

Het ontstaan van de polis, Athene als voorbeeld

Polis: Aparte staatjes in Griekenland werden een polis genoemd. Het middelpunt van bijna elke polis was een versterkte heuvel (acropolis). Als de polis werd aangevallen vluchtten alle burgers hier naar toe om bescherming te zoeken. Op de acropolis was ook vaak een tempel te vinden. Daarin werd de belangrijkste god van die polis vereerd.

Agora: In een polis was ook een agora (een plein waar de burgers elkaar ontmoeten, handel dreven en het bestuur van de polis bespraken).

Rondom de agora/acropolis ontstonden steeds grotere nederzettingen, waar de meeste mensen niet meer van de landbouw leefden (stad). Mensen waren hier dan:
· Kunstenaar;
· Ambachtslieden;
· Kooplieden;
· Soldaat etc.

In de verschillende stadstaten ontstonden allerlei bestuursvormen:
· Autocratie (alleenheersers);
· Oligarchie (alleen aanzienlijke burgers nemen deel aan bestuur);
· Democratie (alle burgers kunnen deelnemen aan bestuur).

In het begin had de adel vooral de macht (vooral geselecteerd op grondbezit). Een raad van edelen nam alle beslissingen. Er was dan wel een volksvergadering, maar die stond sterk onder invloed van de adel. Dit veranderde toen er een nieuwe bevolkingsgroep ontstond: De handelaren.

Kolonie: Omdat de bevolking alsmaar groeide en er te weinig vruchtbare grond was, besloot men in het Middellandse Zeegebied nieuwe nederzettingen te stichtten (750-550 voor Chr.) De handelaren werden zo belangrijk omdat zij ervoor zorgden dat er voedsel uitgewisseld werd tussen de koloniën en hun moederstad. Echte democratie kwam er niet omdat alleen mannen kiesrecht kregen.

Directe democratie: Alle belangrijke beslissingen worden genomen door de volksvergadering (burgers). Alle mannen vanaf 18 hadden kiesrecht. De vergaderingen werden voorbereid door de Raad van 500. Deze werden door een loting voor 1 jaar aangewezen. Het dagelijks bestuur was in handen van een telkens wisselende groep van 50 leden van de Raad van 500. De volksvergadering koos tien leiders van leger en vloot.

Lees meer...

Het oude Egypte

Waterhuishouding: De Egyptenaren leerden de rivier beheersen met dammen, dijken en sloten. Als de Nijl zijn hoogste punt had bereikt, staken ze de dijken door en lieten ze land onder water lopen. Als het waterpeil weer hoog genoeg was werden de dijken afgesloten, zo bleef er vruchtbaar slib over. Via sloten en openingen in dammen werd het water daarna afgevoerd.

Ontstaan Egypte: Voor de waterhuishouding waren echter wel veel werkkrachten en een goede organisatie nodig. In elk dorp waren daarom een paar bestuurders aan de macht. Er ontstonden grotere gebieden doordat dorpen veroverd werden door andere dorpen. Elk gebied werd geleid door een koning. Rond 3100 voor Chr. waren er nog maar 2 gebieden over: Boven Egypte en Beneden Egypte. Koning Menes van Boven

Egypte wist deze gebieden samen te voegen tot een staat. En werd zo de eerste farao van Egypte.

Ambtenaren: De farao had geen tijd om alle besluiten zelf te nemen, dus nam hij ambtenaren in dienst. Dat zijn mensen die de farao hielpen bij het besturen van de staat.

Alle ambtenaren samen vormen het bestuursapparaat.

Bestuursapparaat: Deze vorm van besturen was heel nadelig voor de gewone man in

Egypte, omdat hij:

· Belasting moest afstaan;
· Werkzaamheden moest verrichten voor de waterhuishouding;
· Andere werkzaamheden moest verrichten (wegen aanleggen, graf voor farao bouwen).
· In oorlogstijd vaak moest dienen als soldaat;
· Geen invloed had op het bestuur.

Er waren ook wel wat voordelen:


· De waterhuishouding werd goed geregeld;
· Men werd beschermd tegen vijanden;
· Er waren veel meer beroepen.


Oorlogen tussen staten: Met de komst van staten ontstonden er ook oorlogen. In 30 voor Chr. kwam er voor lange tijd een eind aan Egypte als zelfstandige staat. Het Romeinse leger was Egypte te sterk af. De laatste farao Cleopatra pleegde ђ hierom zelfmoord.

Gelaagde samenleving: Toen de dorpen verenigd werden tot een staat, werden de problemen van het samenleven ingewikkelder. Zo kregen sommige mensen meer macht dan andere. De samenleving raakte toen verdeeld in verschillende lagen. Iedereen komt door zijn geboorte in een laag terecht. De lagen verschillen altijd van elkaar in aanzien, bezit en macht.

De Farao:

- Werd als een god vereerd;
- Was de oorlogsleider.

Priesters:

Verzorgden de tempels, ze leidden de verering van de goden. Bezaten rond de tempels veel grond, waar de boeren op werkten. Bestuurden hun bezittingen zelf.

Mythen: Verhalen over goden en sterfelijke helden als de farao’s die steeds worden doorverteld. Een verzameling van die verhalen van een volk noemen we een mythologie.

Huizen werden gemaakt van in de zon gedroogde klei en riet, waardoor er nu niet veel meer van over is. Piramiden waren wel heel stevig:

· Kolossale spits toelopende graven van Egyptische koningen;
· Werden gemaakt van harde, uit rots gehouwen steenblokken.

Het schrift: het oude Egypte had als schrift hiërogliefen. Dat zijn tekens van mensen, dieren en dingen. Ze schreven met een pen gesneden uit een bies op papyrus.

Mesopotamiërs schreven een spijkerschrift op kleitabletten en op steen. Deze schriften waren moeilijk te leren, daarom was een schrijver een belangrijk persoon in de samenleving.

Door de komst van het christendom ging de kennis van het hiërogliefenschrift verloren. Het Romeinse schrift werd na de verovering namelijk geleidelijk ingevoerd. Werkboek hoofdstuk 1

Man - vrouw verhouding in het oude Egypte

- Een vrouw nam al haar bezittingen mee;
- Geen bruidsjurk, trouwring of naamverandering voor vrouw;
- Weinig vrouwen gingen naar school;
- Een slaaf of slavin kon ook als huwelijkspartner worden uitgekozen;
- Jongens uit alle lagen van de bevolking waren welkom op school.

Lees meer...

Ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen

De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw vond in Europa plaats in de periode tussen 7000 en 3000 voor Chr.

Akkerbouw en veeteelt werden voor het eerst ongeveer 7000 voor Chr. Bedreven in het Midden-Oosten.

Ontstaan van steden: Ook werd in het Midden-Oosten het eerst uitgevonden dat bepaalde dieren getemd konden worden en als huisdieren konden worden gehouden.

Dorp: Een kleine nederzetting waar de meeste inwoners leven van akkerbouw en veeteelt. Er ontstonden ambachten doordat de oogst genoeg opbracht dat niet iedereen meer in de landbouw hoefde te werken. Toen de samenleving ingewikkelder werd ontstonden er naast ambachten nieuwe beroepen zoals:

· Huisbediende;
· Koopman;
· Kunstenaar;
· Geleerde;
· Soldaat;
· Bestuurder;
· Priester.

Steden: Een nederzetting waar de meeste mensen niet meer in de landbouw werken.

Staten: Een land met duidelijke grenzen waarin een kleine groep mensen de rest van de bevolking bestuurt. Als voorbeeld kun je hier nemen: Soemeri en Babyloni.

Het schrift: In de nieuwe staten kregen bestuurders en handelaren behoefte aan een schrift, dit gebeurde ong. 5000 jaar geleden (Midden-Oosten het eerst). Het schrift was

van groot belang voor een gelaagde samenleving. Ze konden nu namelijk overal hun wetten bekend maken en laten vastleggen hoeveel belasting er binnen moest komen en dat er binnen kwam. Handelaren hielden bij wat ze verkochten en legden handelsafspraken schriftelijk vast. In Babyloni is het oudste wetboek gevonden.

Hunebedden: Graven voor mensen van een heel dorp. Hiermee wilden de mensen hun ouders een huis geven en vereren (circa 3500 tot 2700 voor Chr.) Ook kregen de mensen grafgeschenken mee.

De hunebedbouwers waren landbouwers. Zij gingen als eersten in ons land van jagen en verzamelen over op akkerbouw en veeteelt. Ze bouwden lemen boerderijen gebruikten houten en stenen werktuigen en maakten potten om voorraden in te bewaren. We weten weinig over deze samenleving omdat het schriftloos was.

Lees meer...

De Prehistorie: Tijd van jagen en verzamelen

Prehistorie: De tijd waarin er niet over of door een bepaald volk geschreven werd. Rond 3000 voor Chr. Ontstond het schrift.

Ontstaan mens: Mensen zijn volgens onderzoekers ontstaan uit apen, die 2 miljoen jaar geleden een aparte ontwikkeling doormaakten. Dit kwam door het klimaat waardoor het landschap er ook anders uitzag. Hier hebben die apen zich toen aan aangepast en zijn gaan lopen. Ook de hersenpan van deze eerste mensen nam toe. Ze worden ook wel de

Australopithecinen genoemd.

Etnische verschillen: Onder een etnische groep verstaan we: Een groep mensen met lichamelijke kenmerken die anders zijn dan bij andere groepen mensen. Deze kenmerken zijn erfelijk (huidskleur).

Verschillende culturen: Onder een cultuur verstaan we het denken en doen van een bepaalde bevolkingsgroep. Tot cultuur behoren:

· Hoe mensen in hun levensonderhoud voorzien en hun inkomsten verdelen:

Economie;

· Hoe mensen zich gedragen en met elkaar omgaan: Sociale omstandigheden;
· Hoe mensen de macht onder elkaar verdelen: Politiek;
· Andere onderdelen of uitingen van een cultuur -> zoals godsdienst, taal, onderwij s en wetenschap, kunst rechtspraak, sport.

Cultuurverschillen ontstaan doordat mensen in verschillende leefomstandigheden opgroeien en dus andere gewoontes hebben. Hier kan men iets heel normaal vinden terwijl dat in Amerika juist weer heel vreemd is en andersom.

Hoe beginnen alle groepen: In het begin leefden alle mensen in kleine groepen verspreid over de aarde, met dus allemaal een eigen cultuur. Maar ze hadden n ding gemeen: Het jagen en verzamelen. Mannen vingen het vlees terwijl de vrouwen vruchten verzamelden. Ze leefden in grotten of in zeer eenvoudige hutten omdat ze veel rondtrokken. Het was onbekend hoe de groepen bestuurd werden.

Magie en geloof: Op veel plaatsen zijn aanwijzingen gevonden dat mensen probeerden de natuur door magie te beheersen.

Magie: iets doen waarvan men denkt dat het een geheimzinnige kracht heeft.

Voor deze mensen was dan ook veel onbegrijpelijk:
· Leven en dood;
· Dag en nacht;
· Wisseling van seizoenen;
· Goed en slecht weer

Hierom bedacht men toen goden om het alsnog te verklaren. Een god voor het weer, een god voor de jacht etc. Dit gaf hun een gevoel van veiligheid.

Lees meer...

Hoofdstuk 13 Minds and machines Artifical intelligence from the pascaline to general problem solver

Hoofdstuk 13 Minds and machines Artifical intelligence from the pascaline to general problem solver

Blaise Pascal (1623-1662) ontwerpt als eerste de “rekenmachine” waarvan het mechanische principe nu nog steeds wordt gebruikt.

  • de machine, genaamd Pascaline, doet iets wat op denken lijkt. Maar volgens Pascal waren emoties en wil alleen toegeschreven aan de mens.
  • Deze machine maakte het mogelijk om optel en aftreksommen te maken wat hoge mentale vaardigheden vereisten.
  • Er was een groot probleem in het rekenen met getallen groter dan 10. Dit wordt toegeschreven aan het feit dat men in deze periode nog met Romeinse cijfers werkte.


Thomas Hobbes (1588-1679) redeneren is een mechanisch proces. Hiermee werkte hij de hypothese van Galileo “wiskunde is de taal van de wetenschap”verder uit.

Midden 17e eeuw 3 belangrijke ontwikkelingen vonden plaats:

1. rekenmachines

2. dmv deze rekenmachines waren de rekenprincipes regelmatig en te specificeren

3. de 2e ontwikkeling is te vergelijken met de essentie van de menselijke ratio in het algemeen ( deze gedachte komt teug in de moderne Artificial Intelligence)

Gottfried Leibniz (1646-1716) ontwerpt een rekenmachine die het mogelijk maakt om te vermenigvuldigen en te delen.

  • nieuw universele taal voor filosofie (mens is een dier, een dier is een levend wezen dus een mens is een levend wezen)
  • met deze nieuwe taal is er ook een logica in rekenen.
  • Symbolic logica
  • Ontwikkelt binair systeem van nummerpresentatie (alleen nullen en enen)


Charles Babbage (1792-1871) vormt samen met andere wiskunde studenten van Cambridge de Analytical Society.

  • Hun eerste doel was het vervangen van de Newtonian notation. Ze slaagden hierin en werden zo internationaal erkend.
  • Een ander doel was het transformeren van de algabra in een meer generaal en abstracte discipline met nadruk op de algemene vorm van vergelijkingen en functies.
  • Een verder ontwikkelt rekenmachine difference engine, hiermee won hij de Societys Gold Medal
  • Ontwikkelt de Analytical Engine die het mogelijk maakt om alle soorten van rekenen te programmeren. Dus een universele machine, tegenwoordig programmeerbare computer genoemd. Deze machine bestaat uit input, processor, controle, geheugen en output.


Joseph Jacquard (1752-1834) ontwikkelt een programmeerbaar weeftouw via ponskaarten methode, wat Babbage verder uitwerkt tot zijn analytical engine

Ada Lovelace (1815-1852), of te wel Lady Lovelace

  • lovelace objection: computers kunnen alleen datgene dat geprogrammeerd is.
  • Toen zij overleed verloor Babbage zijn morele steun die hij van haar ontving.


George Boole (1815-1864) publiceerde een boek Mathematical analysis of logic, waarin hij zegt dat alle traditionele wiskunde gezien moet worden als een van de vele mogelijke vormen van systematische symbolen manipulatie.

  • logische operaties met and, or, if
  • investigation of the laws of thought : traditionele logica vertaalt hij hier naar formeel, wiskundeachtige terminologie: Boolean algebra
  • hiermee creëerde hij dus een nieuwe discipline van symbolische logica
  • Dit werd verder uitgewerkt door Alfred North Whitehead en Bertand
  • Russell tot wiskunde als symbolische logica: principia mathematica


Alan Mathison Turing (1912-1954) lost een complexe vraag op van formele nummer theorie bekent als de entscheidungsproblem of te wel beslissingsprobleem.

  • hiervoor ontwierp hij de Turing machine, een universele machine om elke bewerking mee uit te kunnen voeren
  • deze turing machine speelde een grote rol in de 2e wereld oorlog bij het ontcijferen van cijfercodes van de Duitsers.
  • Kritiek van Searle op de Turing Test: Searle deed een experiment, genaamd the Chinese Room. Een experiment waarin hij met alleen chinesen in een kamer is, terwijl hij geen chinees spreekt hij uiteindelijk met pen en parier toch met ze kan praten. Dit dmv syntactische operaties
  • Claude Shannon binaire systeem toepassen op de Boolean algebra en symbolische logica.
  • dit binaire systeem kan ook de elektronische schakelaars representeren


Warren McCulloch en Walter Pitts werkten de ideeën van Shannon verder uit.

  • hersenen als informatieverwerkend in binaire code
  • hersenen als netwerk van zenuwen - analogie met aan en uit schakelaars
  • mechanische processen in computers als model voor menselijk denken

John von Neumann (1903-1957) lid van de Electronic Numerical Integrator and
Calculator (ENIAC) team, dit is een universeel rekenmachine

  • uitvinder van stored programma (software, opgeslagen instructiereeks)
  • uitvinder van computerarchitectuur= de hiërarchie van instructies waardoor complexe hiërarchieën en subroutes geregeld worden door simpele commando’s
  • in de vroege 50e jaren was het voor het eerst plausibel om machines te zien als iets dat het mogelijk heeft om als een mens denkprocessen te bevatten: machine as mind (Turing was de eerste die serieus deze vraag onderzocht)
  • de Turing Test
  • Allen Newell en Herbert Simon selecteerden een programma met formele reproducties voor sommige basis theorems van de Principia Mathematica.

  • Logic Theorist (LT) wordt dit programma genoemd.
  • Dit bevat representaties in zijn geheugen van 5 basis logische axioms en 3 mogelijke operaties voor vertaling van de termen van een nieuw geïntroduceerde statement in een ander term dat logisch bestaat
  • Dit programma werkt backward reasoning: dus ipv starten met de axioms en zo te werken naar het bewijs, begint LT met de bedoelde theorem en werkt terug naar de axiom
  • Dit net zo lang tot of alle opties uitgeput zijn of tot de statement compleet vertaald is in een verzameling van axioms.
  • Makers van LT geloofden dat ze iets revolutionairs hadden gecreëerd omdat het backward reasoning alleen een mens kan
  • Toch zagen zij ook wel kanttekeningen: het kan alleen breath first en blind problem-solving strategieën gebruiken. Het is alleen handig en bruikbaar wanneer de mogelijkheden (de oplossingen) niet grootschalig zijn.
  • General Problem Solving (GPS) nieuw en meer ambitieus Artificial Intelligence programma dat gebruikt maakt van heurestieken ipv algoritmiek.
  • Dit programma maakt gebruik van means-end analyses
  • En had dus zo de mogelijkheid om verschillende paden te bewandelen om te komen tot een oplossing en onder weg beland op ene verkeerd pad een andere weg te kiezen. Dit is een flexibele manier wat lijkt op de menselijke manier van redeneren (meer dan dat van LT ooit zou kunnen)


De probleemessentie van AI (Artificial Intelligence) is aan te tonen dat niet de hersenen en computers identiek zijn in hun mechanische details, maar dat ze de zelfde sequensen van computational stappen van rekenen gebruiken in hun redeneren. Dus dat probleem oplossend denken en ander denktaken op dezelfde functionele manier gebeurd

Lees meer...

Hoofdstuk 11: Mind in conflict: The Psychoanalytic Psychology of Sigmund Freud (366)

- aangezien er geen fysieke oorzaak was voor hysterie ontsloegen veelartsen patiënten
met de beschuldiging dat ze de ziekte veinsden om onder hun verantwoordelijkheden uit
te komen
- Freud dacht anders, hij had immers gestudeerd met Charot (h10). Hij dacht dat hypnose
zou genezen.
- Josef Breuer (1842-1925) ontwikkelde indirecte hypnose. (terwijl hij de hysterie
patiënte Pappenheim behandelde, die hysterie ontwikkelde terwijl ze haar zieke vader
verzorgde).
- Hij ontwikkelde een cathartic method die de symptomen verwijderde. (Onder hypnose,
wanneer voelde je voor het eerst een symptoom. De (onderdrukte) emotie die ontstaan
was bij dit eerste symptoom zou vrij komen en het symptoom verdwijnen.)
- 1895: Freud en Breuer schrijven “Studies on Hysteria”, nu gezien als het eerste grote
klassieke boek in het nieuwe veld genaamd psychoanalyse
- Pathogenic ideas: emoties die onderdrukt worden en buiten het bereik van ‘normaal’
bewustzijn zijn, en zo ziekte-producerend zijn.
- Conversions: van emotionele naar psychische energie

Freud’s Early Life (blz 369)
- 1856: geboren in Freiberg, tegenwoordig Tsjechië
- 1860: verhuist met familie naar Venetië
- Ingewikkeld gezin: Vader had twee zonen bij een eerdere vrouw, die even oud waren als
zijn tweede vrouw. Freud was de eerste van acht kinderen die deze vrouw zou krijgen.
Een van de eerste zonen had al een kind toen Freud geboren werd, zijn neefje was dus
ouder dan hijzelf.
- Was een fantastische gymnasium leerling (leerde zichzelf Spaans)
- 1873: universiteit van Venetië: medicijnen studeren
- Brentano (1838-1917): filosoof en docent van Freud
- 1874: Bratona geeft boek uit: Psychology from an Empirical Standpoint.
- Act Psychology: analyseren van gedrag (denken aan, geloven in, doen van)
- Intentionality: er is een reden voor alle mentale ‘fenomenen’
- Psychologische theorieën moeten dynamisch zijn om zich aan te passen aan de altijd
veranderden motivatie factoren van gedachten
- Brücke: (1819-1892) directeur van het Fysiologische instituut van de universiteit.
“Ontdekte” een nieuwe fysiologie die uitging van mechanisme.
- Freud was erg onder de inruk en ging er veel tijd aan besteden.
- 1880: Freud had al vier artikels geschreven over neuro-anatomie
- kon niet aan het werk komen: discriminatie omdat hij Joods was
- Werd verliefd en wilde geld verdienen om ooit een evt. gezin te onderhouden
- Werkte in een ziekenhuis om geld te sparen voor een eigen praktijk
- Specialiseerde zich richting neurofysiologie, en werkte onder de beroemde hersenen
anatomist Meynert (1833-1893)
- 1885: studie in Parijs, omdat Meynert zo onder de indruk was van Freud
- Naar Venetië om het werk van Charot te vertalen van Frans naar Duits
- Meynert verwierp echter de theorie van Charot over dat zowel mannen als vrouwen
hysterie konden hebben. Later bleek dit omdat hij zelf hysterie patiënt was geweest en
dit wilde verbergen. Freud voelde zich een ‘outsider’ en minder geliefd.
- Ging hysterie patiënten behandelen voor het geld en zo ‘sloop’ het er langzaam in dat
hij hypnose ging gebruiken bij de behandeling
- Pressure technique: pp ligt op bank, ogen gesloten. Vraagt: wat zijn de eerste
symptomen. Kunnen het niet herinneren. Freud drukt op het voorhoofd, en zegt: nu
herinner je. Vaak was dat ook zo.
- Al snel kwam hij erachter dat de handdruk zelf niet nodig was om te laten herinneren
- Free association: zeg wat je denkt, alles opschrijven wat er gebeurt
- Overdetermined: vaak zaten er meerdere herinneringen vast aan een symptoom die
dezelfde emotie opriepen
- Repressed: het feit dat de patiënten de gebeurtenissen wel konden herinneren betekend
dat ze ze niet vergeten waren zoals eerst gedacht werd, maar verdrukt.
- Patiënten gaven Freud de indruk dat ze de herinneringen niet WILDE herinneren
- Intrapsychic conflict: het bewuste van mensen wilde graag geholpen worden, maar het
onbewuste is bang dat het oproepen van pijnlijke herinneringen te veel pijn doet
- Later zou hij dit conflict loskoppelen van hysterie en het algemeen menselijk zien
- Veel van de onderdrukte emoties waren seksuele ervaringen uit kindertijd
- 1896: seduction theory: seksueel misbruik in kindertijd oorzaak van hysterie
- kinderen konden voor hun puberteit niets seksueels denken of doen. Begrepen in eerste
instantie niet dat het seksueel is. In puberteit begrijpen ze dat die herinnering seksueel
is. Dan volgt repressie. Symptomen ontstonden als bescherming tegen deze.
- 1897: misschien zijn het wel niet echte herinneringen

The Interpretation of Dreams (blz 377)
- Dromen wekte de interesse van Freud
- patiënten brachten vaak dromen naar boven bij free association sessies
- Meyert dacht dat er een verband was tussen dromen en bep. Psych. condities
- Freud droomde zelf veel en was er in geïnteresseerd
- Analyseerde dromen op de vrije associatie manier
- 1900: The Interpretation of Dreams:
- manifest content: het deel van de droom dat je bewust ervaart
- latent content: verborgen, welke oorspronkelijk tot de droom leidde
- Latent content belangrijks: kon alleen door therapie ophoog gehaald worden
- Latente ideeën die door de hersenen in een manifest gevormd worden
- Dream work: 3 processen die hiertoe leiden:
- displacement: een hoog geladen latent content wordt vervangen door een
manifest content die neutraler is maar wel gerelateerd.
- condensation: meerdere latente contenten worden samengevoegd
- concrete representation: dromen is niet alleen gedachten maar ook
waarnemen. De latente droom wordt dus concreet gerepresenteerd.

Dromen vs hysterie
- beide ontstaan door onbewuste symbolische processen
- tegenovergestelde van logisch of wetenschappelijk denken
- symptomen en dromen ontstaan uit het niets, dat denkt de patiënt

Twee mentale activiteiten modellen:
- onbewust: droom en symptoom. Baby’s worden ermee geboren: primary process
- bewust: rationeel denken, baby’s moeten dat leren: secondary process

Later:
- primary denken ook een positieve rol in creativiteit (komt ook ‘uit het niets’)

Fullfillment of wishes: dromen waren wensen

Dus: dromen onbewuste wensen, symptomen hysterie onbewuste seksuele herinneringen
Maar: vaak waren de seksuele gebeurtenissen niet echt voorgekomen. Misschien waren het wel wensen en geen herinneringen, weggedrukt omdat ze niet sociaal acceptabel waren.

Self-Analysis and the Theory of Childhood Sexuality (blz 383)

- 1896: vader dood na ziekte. Was depressief etc. en besloot zelf-analyse te doen
- kwam erachter dat hij vroeger zijn vader dood wilde en seksuele aandacht van zijn ma
- Oedipus complex: bovenstaande vernoemd naar een Griekse mythe
- 1905: Three Essays on the Theory of Sexuality

1. polymorphous perversity seksueel plezier bij zachte stimulatie van het lichaam.

2. vorming erogene zones
- in het begin de mond of orale zone
- anale zone (als het zindelijk worden begint)
- genitaliën (wanneer meer controle over lichaam)
(wanneer ze 5 zijn kennen ze alle zones en begint sociale conflict)

Sociale factoren met de familie hebben invloed, om de seksuele gevoelens in sociaal acceptabele banen te leiden. (seks met de ouder van andere geslacht, die met hetzelfde geslacht is tegenstander) Uiteindelijk resulteert alles in heteroseksuele gevoelens. Kinderen zijn dus niet onschuldig om later overvallen te worden door seks, maar worden geboren als primitieve monsters die in goede banen geleid moeten worden.

3. latency stage fysieke puberteit. Positieve gevoelens naar de ouder met hetzelfde geslacht. In principe zijn deze nooit alleen maar positief of negatief maar ambivalent. Maar het Oedpus complex verdwijtn nooit helemaal maar wordt onderdrukt.

Psychoanalytic Psychotherapy (blz 388)
- vaak was de repressie zo erg dat patiënten alleen maar voorruit gingen en niet genazen

Dora:
- 18 jaar
- milde hysterie
- reageerde goed op vrije associatie
- droomde dat vriend van haar vader had haar proberen aan te randen
- vertelde het haar vader
- ontwikkelde hysterische dromen
- vader bracht haar in behandeling bij Freud
- “ze wil weg bij haar vader maar ook beschermt door hem worden”
- halverwege de behandeling zei ze deze op
- Freud bedacht dat ze niet alleen gevoelens voor de vriend had, maar ook voor Freud
Conclusie die Freud uit deze zaak trok:
- therape is toch gecompliceerder dan hij dacht
- transference gevoelens: patiënten vervangen Freud door bv vader, moeder etc.
- symptomen stonden niet los van elkaar maar waren verbonden aan een complex
onbewust conflict. Dit hele conflict moest besproken worden voor genezing.
- Het succes van de therapie keek hij af aan de transference gevoelens.
- Hij deed dus aan psychoanalyse: lang proces

Metapsychology and the Ego’s Defense Mechanisms (blz 392)

Metapsychologie: een algemeen model van de hersenen maken
- in het begin is zijn neyrofysologische verleden goed terug te zien (mechanisme)
- 1895: (na dood gevonden): Project for a Scientific Psychology
- Ontwikkeling van een theorie die een mengeling was tussen zijn theorieën van primary
en secondary processen, dromen en van een ego
- Besloot neuropsychologie te vermijden (er was nog te weinig bekend) en alles op een
psychologische manier aan te pakken, passend bij de aanwezige neuro-kennis

The Freudian Legacy (blz 399)

Had geen makkelijk leven:
- 1913: zijn favoriete kleinzoon overlijdt door tuberculose
- Hetzelfde jaar krijgt Freud kanker
- Laatste 16 jaar veel en pijnlijke operaties
- 1938: vlucht naar Londen om te vluchten van de Nazi’s
- Zijn 4 oudere zusters worden vergast: dat heeft Freud nooit geweten want..
- 1939: overlijdt hij in Londen, aan het begin van WOII

Legende:
- nog steeds boeken over hem
- zijn theorieën worden nog steeds gebruik voor inspiratie
- heeft de International Psycho-Analytic Association opgericht (bestaat nog steeds)
- bepaalde psychologen accepteren onderdelen van zijn theorieën
(Dat kun je lezen op blz 400 maar is niet echt boeiend)
- Neo-Freudanen (oorspronkelijk aanhangers, later broken ze met hem)
- Veel onderzoek gedaan waar hij mee begonnen is (dromen enz.)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen