Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Bespreek het genre van de weblog + voorbeelden ontwikkelingen

Er ontstaan heel wat nieuwe genres op het internet: homepages, forums, chats,.. Recent is er ook de weblog: een samentrekking van het web (als drager) en log (als genre: een soort dagboek). Het is een virtuele omgeving waarin mensen zichzelf en/of bepaalde onderwerpen kunnen presenteren op het internet. Vast kenmerken van een weblog zijn dat hij onderhouden wordt met nieuwe berichten die elkaar chronologisch opvolgen (dagboek)en dat hij links bevat die binnen de internetomgeving te vinden zijn. Bij die links hoort vaak kritische commentaar en een weblog bevat niet alleen tekst maar ook beeld.

Een weblog is gratis en eenvoudig te maken, maar het genre wordt steeds complexer. Weblogs zijn gepersonaliseerde media die sociale functies vervullen. Er komen verschillende onderwerpen aan bod en je kan het over persoonlijke interesses hebben bv reisverslagen, wereldgebeurtenissen, kritiek geven). Weblogs worden ook bijeengebracht op basis van gedeelde interesse. Sommige weblogs richten zich tot het grote publiek bv babysite, anderen enkel tot de persoonlijke getuigenissen bv dood van iemand verwerken. Er zijn weblogs opgezet door een individu of door een groep, gemeenschap of institutie. Ze uploaden informatie over zichzelf. Genres ontstaan als gebruikers bepaalde praktijken, doelen, doelgroepen of codes delen. Men reflecteert over het genre in gemeenschappen, maar ook individueel.

De weblog is een mooi voorbeeld van de digitalisering van de leescultuur in de digitale wereld. Een weblog wordt ervaren als een alternatieve vorm van lezen en schrijven, het begon als een tegencultuur maar is nu uitgegroeid tot een legitiem genre. Zo wordt het bv. ook in het onderwijs gebruikt. Ook de commercie gebruikt dit genre bv bloggende politici. Ze werken niet alleen met het geschreven woord maar ook beeld en audio. Ze sluiten zich aan bij online genres zoals website, forum en chat, maar ook offline genres zoals kranten, tijdschriften, dagboeken, kritieken en colums. Software bepaalt de vorm, het genre en het ontwerp. Er is bij dit genre dus een uitwisseling tussen softwaremogelijkheden en de behoeften van de gebruikers.

Mensen willen niet alleen beschreven of afgebeeld worden in verhalen en/of beelden, ze willen ook zelf een verhaal vertellen, ze willen zelf zin geven aan de verhalen van anderen. Het is duidelijk dat de digitalisering dit potentieel democratiseert. Via de weblog zien we hoe de lees- en schrijfcultuur zich voortzet op internet (het is dus eigenlijk een nieuwe vorm van literatuur), maar tegelijkertijd wordt die ontwikkeling als een trivialisering ervaren. De vraag blijft dus draaien rond de complexe kwestie van kwaliteit: wie bepaalt wat kwaliteitsvol is?

Lees meer...

Beschrijf de visie van Gee op computergames en bespreek een viertal leerpincipes kritisch.

Jim Gee zegt dat de educatieve en culturele waarde van computergames zwaar wordt onderschat. Ze zijn interessant als leeromgeving en als nieuwe vormen van verhalen. Ze worden echter vaak omschreven als een directe bedreiging voor de literaire cultuur en als de schuldigen van kwalen in de moderne maatschappij, zoals het stimuleren van geld, trivialiseren van de vrije tijd, enz. Gee nam deel aan de game cultuur en zei dat games complex waren op intellectueel niveau maar ook uitdagend, bevredigend en zelfs leerzaam. Kinderen besteden dus uren aan spelen, maar ook leren. Leerprincipes van games:

- Samen met andere spelers een virtuele wereld ontwikkelen (co-design)

- Voortdurend analyseren (meta-niveau)

- Een virtuele identiteit creëren binnen het spel

- Leren spelen op verschillende niveau en probleemoplossend denken (ongoing learning) via complexe opbouwende strategieën

- Veelheid aan oplossingen aangepast aan eigen stijl en niveau (aangename frustratie)

- Informatie krijgen wanneer nodig (just in time’ en ‘on demand’)

- Efficiëntere spelmanieren aanlezen (vaardigheden) en trainen in een beschermende omgeving (visbokalen en zandbakken)

- Spelers vormen groepen en leren zo van elkaar (peer en cross-age tutoring)

Men leert via verhalen en misschien zelf over een toekomstige literaire cultuur. Spelers identificeren zich op diverse niveaus en projecteren zo hun gevoelens en waarden. Computergames bieden de mogelijkheid om te reflecteren over culturele modellen. Ze zijn een belangrijk onderdeel van de culturele wereld en zijn voorbeelden van hoe de nieuwe technologie traditionele concepten als tekst, verhaal, spel en geletterdheid ter discussie stelt.

Computergames refereren naar film, grafische design, mythologie, iconografie, et cetera. Door al deze elementen te vermengen tot iets nieuws, vormen ze een bewijs van de manier waarop geletterdheid verandert. Niet alleen verdienen games als een nieuwe vorm van vertellen de aandacht van onderzoekers, ze verdienen ook de aandacht van het onderwijs. Zoals Gee zegt: ‘Video games are a new form of art. Ze zullen boeken niet vervangen, maar boeken zullen nooit meer hetzelfde zijn.

Lees meer...

Beschrijf de rol van film en televisie vandaag + voorbeelden nieuwe genres

Film, televisie en dvd zijn vandaag leveranciers geworden van verhalen die de massa aanspreken en waar bijna niemand aan ontsnapt. Film werd aanvankelijk als minderwaardig beschouwd, maar wordt nu algemeen aanvaard als een kunst met een geschiedenis en mogelijk onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Ondanks de toenemende aandacht in het onderwijs, blijven filmliefhebbers vaak op hun honger zitten. Het medium wordt in het literatuuronderwijs namelijk vaak gebruikt als didactisch middel om te motiveren, vergelijken en tot de ware kunst van de literatuur te komen.

De televisie is voor de huidige generatie van leren een bron van gedeelde kennis, en voor de oudere generatie een referentiekader. Toussaint beschrijft de televisie als een ‘angstvallige en schuldige schroom’ alsof TV te min is. Deze schroom verdwijnt echter vandaag de dag bij de cultureel geletterden bv gesprekken over televisieherinneringen (creëren van identiteit).

Naast soaps, sitcoms, tv-series en films ontstonden de laatste jaren nieuwe genres, die meer dan ooit het debat over de waarde van de televisie op gang hebben gebracht. Er kwamen bijvoorbeeld meer televisiekanalen, meer commercialisering, live-uitzendingen over rampen (Tsunami en orkaan Katrina), sporten (WK voetbal of Olympische spelen), feesten (Gouden Schoen Gale of live concerten), oorlogen (100 jaar WOI, Irak,) enz. De grens tussen realiteit en fictie vervaagt zo. Het meest recente genre dat inspeelt op deze vervaging is reality-TV. Dit beïnvloedt het vertellen van verhalen want we maken het verhaal mee. Dit verhaal ontwikkelt zich binnen een format en doordat de kijkers het rechtstreeks zien worden we er deel van bv Big Brother, Thuis, De Kinderpuzzel.

Lees meer...

Beschrijf het belang van kritische mediageletterdheid voor het onderwijs.

Vanuit een progressief perspectief blijkt het een steeds terugkerende droom om mensen te bevrijden van de verschillen tussen hoog en laag, tussen elite en massa. Vandaar de blijde intrede van nieuwe media in termen van bevrijding. Maar deze bevrijding is niet altijd reëel. De kapitalistische markt maakt zich meester van de media en creëert een nieuwe elite of vervangt het kritische perspectief door een perspectief gericht op entertainment.

Weinig ontsnapt aan het marktdenken bijvoorbeeld politieker moet zichzelf verkopen via mediaformats. De media bepalen in hoge mate wat het volk denkt en wie het volk vertegenwoordigt. Zo wordt alles herleidt tot representatie. Voor sommigen hebben mediarepresentaties de werkelijkheid vervangen en gaan we steeds meer leven in een virtuele wereld, een tot realiteit geworden fictie (Umberto Eco). Grenzen tussen feit en fictie vervagen.

Culturele geletterdheid is kritische mediageletterdheid geworden omdat men van het onderwijs verwacht dat het kritische burgers opleidt en omdat men van het cultuurbeleid verwacht dat het de kapitalistische markt corrigeert. We zijn ook deelnemers aan de cultuur die we kritische willen benaderen. De massacultuur als verwerpelijk beschouwen impliceert zich buiten de maatschappij stellen. Dat kan in theorie maar is praktisch niet haalbaar en niet wenselijk, gezien we nu eenmaal de kritiek zullen moeten formuleren binnen de mediatisering. Daarom is er een roep om de ontwikkelingen binnen de media kritisch te benaderen met aandacht voor positieve en negatieve effecten en dus een genuanceerd perspectief te hebben (culturele studies). We spreken in elk geval niet meer over leesbevordering zonder het lezen in de ruimste betekenis van het woord te zien. Op alle niveaus is er nood aan vaardige lezers voor alle genres en media.

Lees meer...

Beschrijf de opkomst van de massamedia en het debat met de boekencultuur.

In onze maatschappij zie je naast gedrukte media nu ook radio, televisie, films en computer. De media zijn bemiddelaars, maar ook producenten van meningen, wereldbeelden en lifestyles. Onze ervaring en perceptie van de wereld wordt vaker gemediatiseerd. De televisie construeert een beeld op de wereld maar ook een wereldbeeld. Vooral de literaire cultuur heeft een klaagzang op deze massamedia. Ze zien het schrift als essentieel voor humane, terwijl de massamedia onze laagste lusten aanspreekt. Zo beschreef Komrij de televisie als een treurbuis die alles wat de mens onderscheidt van dieren (schoonheid, liefde en kunst) belachelijk maakt.

Nochtans zijn de verwachtingen hooggespannen bij de intrede van een nieuw medium. Zo zouden krant, radio, televisie en internet revolutionaire mogelijkheden scheppen voor kritiek op de bestaande orde, een totale democratie, enz. Recenter zouden internet en digitalisering zorgen voor nieuwe vormen van fictie. Internet zou de nieuwe agora worden waarop een nieuwe politiek zou ontstaan. De commercie is echter in staat om deze droom te relativeren zo zegt Robert Musil. Het gevaar ligt in de commercialisering van de media zoals kijkcijfers. Commercialisering of trivialisering zijn niet inherent aan de massamedia, maar het is wel een feit dat precies deze media gemakkelijk in handen vallen van de commercie. Cultuurcritici meent dat schriftcultuur hier meer weerstand tegen kan bieden.

Het belang van media kan men niet ontkennen. Vooral audiovisuele media wordt steeds dominanter. Beeld beïnvloedt politiek, reclame, kunst, … en leidt tot formats waarin de snelle afwisseling van beeld en korte reacties primeren. Het is niet zomaar een vervanging van oude door nieuwe media, van lezen door kijken. Ook bij audiovisuele media blijft lezen in de ruimste betekenis van het woord een belangrijke vaardigheid. Democratie heeft behoefte aan kritische burgers en dus aan competente en kritische lezers. Het belang van lezen kan niet los gezien worden van mediageletterdheid.

Hoe belangrijk boeken ook zijn, we mogen niet vervallen in een duaal denken tussen vroeger (ideale) boekencultuur en de (verwerpelijke) hedendaagse mediacultuur. Een deel van dit probleem begint bij het woordgebruik alsof boeken geen media zijn. Maar boeken zijn wel vanzelfsprekend en dus een onzichtbaar medium geworden. Door nieuwe media zien we media als een gereedschap die een manier van communiceren, denken en leven kan construeren.

Mediatisering confronteert de boekencultuur met de vraag of lezen en literatuur gelijk staan met het boek, met een herdefiniëring van het begrip literatuur als gevolg. Literatuur betekent niet enkel het boek maar ook de woordkunst zelf, verhalen die via dragers (oraal, radio, televisie, computer,…) worden doorgegeven. Maar zelfs over deze herdefiniëring bestaat tweespalt. Sommigen zien media als dragers van inhouden (groentekar heeft geen invloed op de groenten), maar anderen zien zowel de inhoud als vorm ervan (groentekar is vervangen door de vrachtwagen en dit beïnvloedt de groenten die we eten). De inzichten uit de mediatheorie benadrukken het feit dat de media een ingrijpende invloed uitoefent op de cultuur van een samenleving, en zorgen voor een specifiek soort geletterdheid.

De functies van het geschreven woord worden door de nieuwe media overgenomen en verrijkt, maar volgens sommigen ook verarmd. De relatie tussen de oudere en nieuwe media verloopt in twee richtingen. Enerzijds komt de oude onder invloed van de nieuwe en anderzijds sluit de nieuwe op de oude aan. Zowel in de avant-garde als in de populaire cultuur is er sprake van kruisbestuiving. Er ontstaan nieuwe genres (Vb: schilderkunst na de fotografie), die ervoor zorgen dat het oude genre niet hetzelfde blijft. Wel is het zo dat oud niet helemaal vervangen is door nieuw (Vb: on line-kranten, internettelevisie).

Culturele geletterdheid is ook mediageletterdheid geworden via televisie, radio, film,…. Leesvaardigheid (in onderwijs en leesbevordering) kan niet voorbij aan lezen in/van de media. De literaire cultuur is onderdeel geworden van het mediatiseringsproces.

Lees meer...

Beschrijf het verschil tussen de vraag ‘wat is kunst’ en ‘wanneer is kunst’.

De zin van kunst en literatuur is een oud filosofisch probleem dat vandaag nog actueel is. Enerzijds omdat dat soort filosofische vragen nooit opgelost raken, door de diverse antwoorden, en anderzijds omdat vragen naar de zin der dingen in deze onzekere tijden over ongeveer alles wordt gesteld. De zinloosheid der dingen fascineert ons.

Het economische no-nonsensedebat van het management zit nu ook in ons denken over kunst en literatuur. Is tijd en geld besteden aan leesbevordering wel zinvol? Deze vraag draait om meetbare effecten en de functies van kunst en literatuur. Stellingen over deze functies gaan van ‘kunst is niets’ en ‘kunst dient tot niets’ tot ‘kunst is alles’ en

‘kunst dient het leven’. Sommigen praten over het einde van kunst of net kunst als zingever. Het debat over kunst is even oud als kunst zelf. Voor Plato was er in de ideale staat geen plaats voor kunst, maar Aristoteles vond dat kunst ons brengt tot een betere staat via empathie, vrees en catharsis. In de exacte wetenschappen zie je hierdoor hypotheses ontstaan en ook komt dit debat in de westerse filosofie voor via vragen zoals:

Kan wetenschappelijk onderzoek helpen bij de zoektocht naar functies van kunst? Kunnen deze effecten empirisch worden vastgesteld? Heeft de catharsis een concrete impact op de mensen die uit een voorstelling komen? Sommigen lachen deze vraag weg, anderen zien het als essentie van de literatuurwetenschap. Ook het beleid wil een beter zicht op de effecten.

Het blijft bij speculeren. Naast elke denkbare functie wordt het tegendeel geformuleerd bijvoorbeeld kunst die troost of kunst die wonden slaat, kunst als onderdrukking of als bevrijding. Al zulke tegenstellingen leiden tot uitspraken over functies van kunst in de vorm van paradoxen zoals ‘kunst liegt de waarheid’, ‘het leven imiteert de kunst’, ‘literatuur brengt vergeten werkelijkheid in beeld’ en ‘literatuur kan ons werkelijkheid doen vergeten’ bv Sheherazade.

Het lijkt dat binnen de kunst en kunstkritiek de functies zelf steeds weer geproblematiseerd worden. Dit zorgt ervoor dat de abstracte vraag: ‘Wat is kunst of literatuur?’ vervangen wordt door het iets minder abstracte: ‘wanneer is het kunst of literatuur?’. Het grote verhaal over de ene, ware functie van de literatuur raakt verdrongen door vele verhalen over vele functies. En toch wordt het literatuuronderwijs en leesbevordering in hoge mate geïnspireerd door de gedacht aan leesplezier.

Het antwoord op de vraag ‘wanneer is kunst kunst?’ blijft een raster waarin verschillende mogelijkheden zijn. Hoe we dit invullen is altijd een nieuw avontuur maar geen essentiële functie wordt gesuggereerd. Een bepaalde functie op een bepaald moment kan wel als essentieel ervaren worden. Dit zijn dan ‘literatuuropvattingen’ die in een bepaalde tijd en ruimte voor bepaalde mensen belangrijk zijn. Je ziet dit via zinnen als: Je moet dit lezen of zien, want ….

Lees meer...

Beschrijf de rol van de kunstkritiek in de openbaarheid

De historische rol van de kunstkritiek ontstaat in de Renaissance en de Verlichting. Toen ontstonden er in de westerse wereld gespecialiseerde disciplines en die zorgen op hun beurt voor een fragmentatie van kennis en soms vervreemding en onverschilligheid tegenover de massa. Die massa (die zich buitengesloten voelt door het vakjargon) ontwikkelde dan irritatie en vijandschap. Enerzijds is specialisatie dus noodzakelijk, maar anderzijds kan van de specialisten verwacht worden dat zij de relevantie van hun werk in het publieke debat bespreekbaar maken. Men verwijst hier naar de agora uit Griekenland. Dit was het plein waar burgers discussieerden over belangrijke zaken (geïdealiseerd beeld want niet iedereen had een stem).

Vandaag wordt verwacht van intellectuelen en critici dat ze hun ivoren toren verlaten. Ze vervullen een essentiële rol als bemiddelaar tussen kunstenaars en politiek. Ze informeren door te selecteren, suggereren manieren van lezen en evalueren door hun argumenten in te bedden in een breder discours. Een competente kritische lezer vindt het relevant om geregeld literatuur te lezen vanuit sociale persoonlijke behoeften en hier tijd en energie in investeert. De behoeften van de lezer zijn afhankelijk van de omstandigheden, in ontwikkeling en onderhevig aan sociale interactie. Deze interactie bestaat uit gesprekken met vrienden en kennissen of het lezen van kritieken.

Het verspreiden van een boek verloopt vandaar vooral via kritieken in culturele bijdragen van kranten en tijdschriften, boekenprogramma’s en praatprogramma’s op radio en televisie. Vanuit dit perspectief delen onderwijs en kritiek/journalistiek een gemeenschappelijke opdracht, namelijk geïnteresseerden inleiden over wat er gaande is in een bepaald domein. Arthur Danto ziet de kunstwereld als institutie en zegt dat je pas lid bent van de kunstwereld als je leert wat het betekent om deel te nemen aan het kunstdebat in de eigen cultuur. Elke cultuur heeft een cultuurdiscussie via een bepaald taalspel en spelregels. Er is maar een winnaar als het spel wordt gespeeld en dus maar een kunstwereld als er kunst is. Onderwijs, en vooral het secundair, leidt die opdracht in en kritiek zet de taak verder.

Massamedia nemen vandaag de rol van agora over en elk nieuw medium wordt gezien als een mogelijkheid tot democratisering. Zowel de rol van media als kunstkritiek verkeren echter in crisis.

Lees meer...

Beschrijf de digitale revolutie in en voor jeugdculturen

Jongeren staan in het midden van de culturele revolutie. Cyberspace is voor hen even natuurlijk als het boek, film of televisie als voor de vorige. De verschuiving zien we vertaald in de relatie tussen de oudere en de jongere generatie. Hier komt een antropologisch inzicht te pas: wanneer je in een maatschappelijke plotselinge en complexe veranderingen plaatsvinden, onderwijzen de jongeren de ouderen. Het lijkt een voordeel te zijn niet verlamd te worden door vooroordelen en traditie in een tijd waarin de veranderingen snel op ons afkomen. Binnen de jeugdculturen ontstaan “border zones”, ruimtes die zich buiten de traditionele instituties en media situeren, maar waarbinnen veel geleerd wordt.

Dergelijke zones zijn niet nieuw. Het zijn zones waarin jongeren hun overgangsrituelen vervullen om zich daarna aan te passen aan de dominante cultuur. Ze worden vandaag ook beschreven als zones die even avant-garde zijn, maar vlug overgenomen worden door de mainstream cultuur en vooral door de commercie. De komst van internet en de digitale cultuur heeft er voor gezorgd dat het boek niet langer het enige of belangrijkste medium is met verhalen en reflecties op verhalen. Bovendien zijn de grote verhalen waarmee jongeren zich identificeren vervangen door kleinere verhalen, bepaald door mediaculturen die al even vaak commerciële producten zijn.

Lees meer...

Beschrijf jeugdculturen en het belang van lifestyles.

a. ° in de jaren ’60: samen onder 1 ideologie zich afzetten van de mainstream cultuur

b. Hedendaags is die ideologie veranderd in 1000 verschillende ‘lifestyles’

c. Nadeel van versplintering: Identiteitscrisissen, grotere oppervlakkigheid, gebrek aan engagement

d. Lifestyle is pedagogisch in de manier waarop ze de persoonlijkheid van mensen mee bepaalt.

e. Digitalisering als motor van het ontstaan en ontwikkelen van subculturen.

f. Jeugd is een volwaardige economische klasse (lifestyle bepaalt consumptiegedrag)

g. Jeugd als biologisch feit VS sociale constructie

h. Jeugd als fun VS trouble

i. Adultification en Juvenalisation

Over ‘de jeugd van tegenwoordig’ zie je een paradox in de media. Ze worden enerzijds verheerlijkt (youth as fun), en anderzijds gezien als een bedreiging (youth as trouble). Jeugd is enerzijds een biologisch feit en anderzijds een culturele sociale constructie. Men ziet ook het onderscheid tussen adultification (jongeren nemen deel aan de volwassencultuur) en juvenalisation (ouderen willen deel nemen aan de jeugdculturen). Indien we de jeugd beschouwen als een homogene categorie, gaan we veralgemenen. Bepaalde kenmerken passen we toe op de hele generatie en kenmerken van verschillende generaties worden vergeleken bv mei 68-generatie als geëngageerd en de huidige generatie als onverschillig.

Enkele verschillen zie je door het werk van Jim Gee (Millenials and Bobos over de generatie jongeren rond de eeuwwisseling). Hij vertrekt vanuit de leefwereld van hun ouders. 1985 kwam er een verandering in de westerse samenleving doordat de kracht achter de wereldwijde economie verschoof van de traditionele industrie naar het bezit van informatie. De productie-economie werd zo een netwerkeconomie en media kreeg invloed. Dit raakte de babyboomers (68-generatie), die al opgekomen waren tegen de materialistische machtstructuren, kregen nu de macht. David Brooke zegt dat bobos levensstijlen willen met betekenis, individualiteit en ethiek maar ook gevuld met geld en status. Qua lifestyles concentreren we ons op de rol van cultuur in het leven van de kinderen van deze babyboomers.

Deze jongeren zien dat er buiten school en gezin, nog een leven is waarbij ze van subculturen kunnen leren. De jeugd is een volwaardige economische klasse waar (voornamelijk vrije tijds-) industrieën rond zijn opgebouwd. Westerse jongeren spelen een rol op kapitalistische markt en door marketingmachines streven ze naar snelle bevrediging van hun behoeften. Deze economische logica heeft invloed op hun wereldbeeld en gedrag. Houdingen variëren van kritiekloze consumenten naar kritische producenten. Maar niet alle jongeren zijn willoze pionnen van de markt. Waarden, keuzes en voorkeuren spelen een rol. In alle tijden vormen jongeren een eigen leefstijl en identiteit. In de postmoderne tijd zijn er bepaalde vormen van consumptie die de constructie van identiteiten bepalen. Peergroupen spelen een belangrijke rol in het creëren van leefstijlen en identiteiten.

Lees meer...

Beschrijf de visie van Culturele Studies op onderwijs.

Vele auteurs binnen de culturele studies zien cultuur als een ‘pedagogische ruimte’ waarbinnen geleerd wordt. Giroux zegt dat cultuur en film een centrale rol spelen in het creëren van onze waarden en identiteiten. Film ziet hij als een vorm van ‘publieke pedagogie’. Zijn analyses richten zich op het uitwerken van een kritische strategie tegenover de ideologische beïnvloeding door de media. Deze politieke invulling kent kritiek. Sommigen erkennen de linkse boodschap niet (school voor een radicale democratie) en anderen verzetten zich tegen de manier van kunstbeleving (kunst als vehikel voor het ontmaskeren van politieke boodschappen).

Barker pleit voor bescheidenheid en hij erkent dat verhalen een belangrijke rol spelen in de menselijke geschiedenis, maar relativeert hun politieke kracht. Ze kunnen volgens hem een gereedschap zijn op de sociale werkelijkheid te veranderen, maar inspireren geen directe politieke actie. Door Culturele Studies kan je nieuwe perspectieven leren innemen. Centraal in het onderzoek staat de aandacht voor representatie. Culturele studies stellen immers vragen bij de vanzelfsprekendheid waarmee betekenissen worden geconstrueerd. Door cultuur te beschouwen als een constructie, beseffen we dat dit debat draait om conflicten over representatie, verhalen, taalspelen etc. Cultuuroverdracht is zo getransformeerd tot een uitnodiging om deel te nemen aan het debat over cultuur.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen