Intensiteit
- Gepubliceerd in Marketing
Door middel van intensiteit zorgt een adverteerder ervoor dat hij opvalt tussen de rest
Door middel van intensiteit zorgt een adverteerder ervoor dat hij opvalt tussen de rest
Een novel stimulus is nieuw, origineel, verschillend of onverwacht. Bijv. een advertentie
op een ei.
Stimuli zijn salient als ze zeer verschillend zijn van andere stimuli in een specifieke context (bijv. het zou erg opvallend zijn als iemand in een Rolls Royce de VU oprijdt). Saliente prikkels zijn onvrijwillig. Kort: novel, intens en complex Figure-ground principle: door saliëntie valt de rest van de omgeving een beetje weg t.o.v. bijv de Rolls Royce.
Je zult geen country radiozender aanzetten als je niet van countrymuziek houdt. Als je op zoek bent naar een nieuwe telefoon zul je echter wel geïnteresseerd zijn in telefoonreclames.
De fysieke tekortkomingen die het brein heeft, waardoor het niet altijd attentie heeft.
Korte termijn geheugen (syn: short term/working/selected memory of conscious awareness)
Miller’s Rule: je kunt to max 5 tot 9 items opnemen in geheugen. Als je 12 artikelen wilt vergelijken, vergelijk je 132 paren met elkaar (12!/(12-2)! = 132) Arousal
Arousal: een staat van fysieke alertheid. Spannende films kijken zorgt voor een hoge arousal. Als de arrousal hoog is, is de cognitieve capaciteit laag (mensen worden dan overgestimuleerd). Meeste attentie is er bij gemiddelde arousal
Absoltue threshold the minimum level of stimuli needed to experience a sensation
Just-noticeable difference (JND): vanaf wanneer je een verschil kunt waarnemen (tussen bijv. 200 en 220 gram spaghetti).
Weber’s Law: Het verschil van 20 gram bij de spaghetti merk je niet. Maar het verschil tussen een boterham van 20 gram en niks, merk je wel. Het is dus relatief:
JND = Starting Intensity * K
Ander voorbeeld: een afprijzing van 20 ct op een blik van 1 dollar is aanzienlijk, maar 20 ct op 10 euro is weinig. Mensen blijken dus erg relatief te kijken naar zo’n afprijzing. Adaption: iets zo vaak zien, dat je er aan gewend bent en de prikkels niks meer doen.
Bijv. een advertentie wordt zo vaak vertoond dat je er aan gewend raakt en het niet meer boven de absolute drempel uitkomt en de advertentie wordt genegeerd. (Becoming desensitized to sencual stimuli). De volgende factoren verhogen adaptie:
1. Herhaling, 2. Simplicity, 3. Low intensity
Subliminale perecptie – onbewuste waarnemingen, onder het drempelniveau, maar onbewust gebeurt er toch wat mee in je hersenen.
Sensations -> meaningless
Perceptions -> meaningful
Exposure -> Attention -> Interpretation
Perception: procees van ontvangen, selecteren en interpreteren van omgevings stimuli. Phenomenal absolutism. De aanname dat iedereen de wereld hetzelfde beleeft als jij doet.
>> Figuur perceptual process invoeren
Als eerste stap is er ‘sensory exposure’. Daarbij wordt je blootgesteld aan stimuli. De eerste reactie daarop heet een ‘sensation’ (data verzamelen en doorsturen naar de hersenen voor interpretatie). Door middel van ‘attention’ selecteer je hersenen de juiste prikkels en negeert het andere prikkels. Doordat de cognitieve capaciteit van je hersenen beperkt is, kun je niet aan alle prikkels attention geven.
Comprehension (begrijpen) is het proces van je hersenen dat betekenis geeft aan alle sensorische data die aangeleverd wordt. Daarna is het perceptiproces doorlopen.
Wanneer je iemand kiest, zul je wellicht een andere uitkomst krijgen, dan wanneer je iemand moet verwerpen. Persoon A is moderate in alles, persoon B blinkt uit maar heeft ook een paar minpunten. Als je iemand moet kiezen, kies je B, maar als je iemand verwerpt kies je A (je verwerpt B. omdat B ook negatieve punten heeft).
Selective thinking beïnvloedt ook de price-quality heuristic (hoe duurde het product hoe beter). Dit hangt af van of een product gekozen of verworpen moet worden.
Andere manieren om preference reversals te krijgen:
Evalueren:
Singular evaluation: een product tegelijk beoordelen
Comparative evaluation: meer producten tegelijk evalueren
Als je comparatief producten vergelijkt ga je je voorkeuren aanpassen. Zo ga je bijvoorbeeld ook attributen die je weinig zeggen meenemen in je vergelijking.
Bij een overvol ijsje van 0,4L zul je deze sneller kiezen dan een ondergevuld 0,5L ijsje.
Als je ze echter naast elkaar houdt (comparative evaluation) zie je dat de laatste meer inhoud heeft en kies je voor de 0,5L.