Slechte/ geen betrouwbaarheid
- Gepubliceerd in Psychologie
Op het punt waar de ordeningen geen relatie met elkaar hebben, is de betrouwbaarheid (dat wil zeggen, consistentie) te slecht.
Op het punt waar de ordeningen geen relatie met elkaar hebben, is de betrouwbaarheid (dat wil zeggen, consistentie) te slecht.
Betrouwbaarheid verslechtert verder,
De rangordeningen laten nog minder overeenkomst zien.
Betrouwbaarheid verslechtert wanneer de consistentie verloren gaat.
Hier zijn de rangordeningen nog redelijk consistent.
Betrouwbaarheid is een maat voor de consistentie. Perfecte betrouwbaarheid betekent dat de scores perfect consistent zijn
(Interne consistentie betrouwbaarheid) - mate waarin de items van een test hetzelfde meten. Alle vragen moeten met elkaar te maken hebben.
Geen vragen over peren, als je onderzoek over appels gaat.
(Test-hertest betrouwbaarheid) - de mate van consistentie in de tijd. Elke keer dat de test opnieuw gedaan wordt, moet ie hetzelfde meten.
(Tussen beoordelaarsbetrouwbaarheid) - Mate van overeenstemming tussen twee onafhankelijke beoordelaars als een meting gedragsbeoordelingen bevat. Er moeten bij het observeren van gedrag altijd twee observeerders zijn. Om onafhankelijk te kunnen beoordelen, moeten beide beoordelaars blind zijn voor/ niet wetend zijn van elkaars beoordelingen.
BLZ. 78 - De tekening heeft twee beoordelaars (1 en 2) en vijf participanten (A-E). De horizontale lijnen representeren de schaal die elke beoordelaar gebruikte om de participanten te verdelen/beoordelen.
Hoe meer verchil er is tussen de metingen, des te lager de Interrater Reliability.
Consistentie kan worden opgevat op verschillende manieren, er zijn verschillende soorten betrouwbaarheid.
Meestal wordt het gemeten met een correlatie (besproken in hoofdstuk
5). Betrouwbaarheid is gevoelig voor de consistentie van rang van ordeningen van de deelnemers
(betrouwbaarheid) = de consistentie van de meting.
Goede metingen geven consistente resultaten.
meet het wat het moet meten?