Menu

Item gefilterd op datum: mei 2014

Filosofische vernieuwingen

1) abstracte concepten -> het zoeken naar het gemeenschappelijke van wat goed is.

2) Eerste psychotherapie -> De methode van Socrates was de elenchus, dialoog als vroedkunde. Hij geloofde dat ieder individu morele waarheid bezit, maar vaak onwetend. Door gesprekken, discussies te voeren met hen, probeerde hij deze morele waarheid tevoorschijn te halen. Vandaar dialoog als vroedkunde. Verkeerd aangeleerde gedachten probeerde hij via gesprek bloot te leggen.

3) bewustzijn -> nodig om van echte of ware kennis te kunnen spreken. Kennis moest je kunnen verantwoorden en echte kennis was verantwoordbare kennis. Deze gedachte over echte kennis werd later ook overgenomen door Plato en daarna ook door de Westerse filosofie. Zij zetten zich af van twee andere vormen van menselijke ideeën. De eersten zijn de dogmatische religies (ratio vs. openbaring). De tweeden zijn het boeddhisme en de romantiek, waarbij intuïtie (gevoelens) boven de ratio staan.

4) de menselijke motivatie. Iedereen is volgens hem een gelukszoeker. Hij stelde dat er een sterke band bestaat tussen deugd en eudaemonia (geluk). Dit is een stelling i.t.t. het christendom, want het christendom legt geen link tussen deugd en geluk. Daarnaast meldt Socrates dat kwaad doen een gevolg is van onwetendheid. Het christendom en Plato (zijn leerling) waren het hiermee eens.

Lees meer...

Aporia

Dit was volgens Socrates wel al een grote vooruitgang. Het was vooral beter dan denken dat je het wel weet, terwijl het niet zo is. Naarmate de discussies vorderen, verdwijnt deze lichte onwetendheid en komt de echte kennis tevoorschijn.

Socrates was tegen hoogmoed (hybris) en arrogantie, daarom wilde hij de sophrosyne (zelfcontrole) herstellen.

Lees meer...

SOCRATES (470-399 BC): verlichting en eudaemonia

Socrates gebruikte zijn verstand voor in discussie te gaan. Hij wordt soms vergeleken met Christus; hij wou het zwakke in de mens boven halen. Hij was een provocateur, een nonconformist en een vragensteller. Hij stelde vragen over deugdzaamheid, schoonheid, moed, enz. Hij had een zoektocht naar ware deugdzaamheid (“het goede”).

Lees meer...

Gevaar voor Sofistisch humanisme

Er was wel een gevaar voor het sofistisch humanisme; namelijk dat de wetten werden gemaakt door de zwakkere, maar talrijke burgers. Deze „onderdrukken‟ dan de sterke en superieure volk dat normaal het zwakkere volk beheerst. Nietzsche en Freud gingen hier later mee eens.

Lees meer...

Onderscheid tussen physis en nomos

De Sofisten versterkten, benadrukten het onderscheid tussen de physis (de natuurlijke wetten) en de nomos (de menselijke wetten).

Voor de traditionele Grieken -> physis gelijk aan de nomos.

De Sofisten -> nomos is een cultuurafhankelijke conventie.De nomos kon geheel verschillen op een ander plek.

Lees meer...

Metafysische interpretatie

Volgens deze interpretatie zijn goden ook onkenbaar, als de realiteit over de natuur dat beweerd wordt ook niet volledig kenbaar is. Er is geen goddelijke waarheid en wetten volgens deze interpretatie. Juist en fout zijn aspecten die behandeld moeten worden door cultuur en niet door goden moeten beslist worden.

Lees meer...

Culturele interpretatie

Verandering in Griekse denken ( iemand die geen Griek was, was een barbaar. ) Cultureel relativisme -> iedere persoon weet wat juist is voor hem. Als iemand anders denkt, maakt dat hem geen barbaar. Mensen kunnen andere interpretaties hebben van de werkelijkheid, maar deze zijn gelijkwaardig.

Lees meer...

Persoonlijke interpretatie

Relativistisch empirisme -> voorkeur voor het verschijnen boven de realiteit. Men gaat kijken naar het verschijnen van die wereld, niet naar de realiteit achter die verschijnen. Men gaat wel rekening houden met de werkelijkheid, maar toch gaat men een eigen interpretatie geven aan die werkelijkheid.

Lees meer...

Humanisme: de sofisten

De sleutel tot succes in het Atheense polis was de Retorica. Retorica is de kunst van het argumenteren, spreken en overtuigen-> overreding. Deze vaardigheid van argumentatie is eigen aan de sofisten. Retorica werd een object van studie, een job en iets dat onderwezen werd. Zij gingen in rechtszaken argumenteren in ruil voor geld (voor de eerste keer) en het was een begin van hoger opleiding. Hun filosofische belangstelling richtten ze op het dagelijks leven van de mens, i.p.v. de kosmos.

Het centraal idee van de sofisten kwam van Protagoras, met zijn uitspraak “De mens is de maat van alle dingen.” Deze uitspraak kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden, maar elk van deze interpretaties hebben als kernbegrip het humanisme.

Lees meer...

De sociale context: imperium en oorlogen

Door de kolonisatie van het Middellands zeegebied kwamen de Grieken in conflict met de Perzen. Maar de Perzen maakten gebruik van de zwakte van het systeem van stadstaten, waardoor de Grieken de Perzen nooit echt hebben kunnen overwinnen. De echte rivalen waren de Spartanen. De oorlog tussen Athene en Sparta wordt de Peloponesische oorlog genoemd. De Spartanen waren de meest potente, land gebaseerde militaire kracht. Ze hebben met de hulp van de Perzen Athene veroverd. De Atheners werden slachtoffer van hybris-> hoogmoed. Griekenland werd dan uiteindelijk veroverd door de Macedoniërs (Filip en Alexander).

Plato zoekt achter deze chaos en onveranderlijkheid een standvastigheid.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen