Collctives zijn minimaal sociaal.
Redenen om bij een groep te gaan;
- kans op overleven vergroten
- bescherming
- meer gevoel van een eigen en sociale identiteit
- Een groot deel van zelfwaardering komt door de groeperingen waar we bij 'horen'
Ontwikkeling binnen groepen
1) Forming; Orienteren in een groep.
2) Storming; Leden proberen de groep te beïnvloeden zodat het het beste aan hen behoefte voldoet. (vijandigheid en conflicten kunnen ontstaan)
3) Norming; Overdenken de conflicten en krijgen een gevoel van gezondverstand (doel en nut). (ontwikkelen normen en rollen binnen de groep)
4) Performing; Oefenen eigen taken uit en proberen de groep performance te vergroten. (ze operen volgens de rollen die er zijn en proberen op deze manier hun taken te vervullen)
5)Adjourning; Nemen afstand van de groep (Dit gebeurt als de baten niet meer opwegen tegen de kosten)
Drie essentiele componenten van een groep;
- Rollen; Hoe beter de rol past bij de persoon hoe beter een groep presteerd.
instrumentale rol; helpt de groep bij het bereiken van de doelen
expressieve role; emotionele support en het moraal handhaven
- Normen; regels voor leden, hebben invloed op de cohesie
- Cohesie (dichtheid); Krachten die de groep dichter bij elkaar brengen
Kleine groepen hebben een grotere cohesie
Opdrachten waarbij men moet samenwerken zorgt ook voor grotere cohesie
Normen die in lijn liggen met de doelen van de organisatie zorgen voor groter cohesie.
Hoe beinvloeden groepen meningen van individuen;
- Risky shift; groepen nemen riskantere beslissingen dan individuen
Group polarization; Het overdrijven door groep discussies en oorspronkelijke intenties door het overschatten van het gedachtegoed van leden
■ persuasive arguments theory; Hoe meer argumenten hoe groter en extremer de attitudes worden.
■ social comparison; Hoe meer mensen het met elkaar eens zijn hoe meer deze geachten worden gestimuleerd, waardoor beslissingen extremer worden.
■ social catogorisatie; Mensen willen zich afscheiden van andere groepen waardoor hun eigen ideeën extremer worden.
Groupthink;
Een excessieve neiging om concurrentie binnen de groep te zoeken.
Wat gebeurd er bij groepsdenken;
- Overschatten van de groep
- Closed-minded
- Vergroot de druk om gelijk te zijn/denken
Karakteristieken die een bijdrage leveren aan het groepsdenken;
- Hoge cohesie
- Groepsstructuur, sterke/duidelijke leider
- Stress volle situatie
Gevolgen van groepsdenken
- Verkeerde manier van beslissingen nemen
- Grote kans op het nemen van een verkeerde beslissing
Vermijden van groepsdenken;
- vermijden van isolatie
- Het promoten van het geven van kritiek
- sterke norm om kritisch naar dingen te kijken
Group support systems;
Computer systemen die groepsdenken tegen gaan.
Zijn meer hoofden beter dan 1?
Ligt aan de taak;
- Additieve taak; De prestaties zijn de som van de mensen
- cojuntieve taak; Prestatie hangt af van de slechtste prestaties. (berg beklimmen)
- disjunctieve taak; Prestatie hangt af van de beste prestatie. (oplossen som)
Process loss;
Het verlies van performance door obstakels gecreëerd door het groepsproces. Kan liggen aan motivatie, social loafing, geen goede coordinatie. Tegenovergestelde is proces gain.
Goals gemaakt door groepen zijn vaak minder ambitieus dan van individuen.
Brainstorming;
- factoren die proces benadelen
Proction blocking; wachten tot ze mogen praten en daardoor dingen vergeten
Free riding; Als andere ideeën aandragen worden anderen minder gemotiveerd.
Evaluation apprehension; mensen kunnen zich tegen gehouden voelen in het neerleggen van extreme ideeen.
Performance matching; mensen werken alleen hard als ze anderen dat ook zien doen. Dit kan alleen gebeuren als de andere 3 zijn gereduceerd.
- Electronisch brainstormen kan een oplossing voor bovenstaande problemen zijn.
Biased sampling;
Informatie die logisch lijkt wordt niet gedeeld waardoor een verkeerd beeld ontstaat. Challenger niet alle informatie doorgegeven waardoor een verkeerde beslissing is gemaakt)
Escalation effect/trapment;
Doordat in een verkeerde beslissing veel tijd en moeite is gestopt wijkt men er niet van af. Groepen doen dit meer dan individuen.
Transselected memmory;
groepen onthouden meer informatie dan individuen
Bij groepen is de kans op miscommunicatie groter.