Menu

Item gefilterd op datum: februari 2014

Instincttheorieën  biologische invalshoek

  • Steunt op overlevingsdrang en is geïnspireerd op Darwin
  • Basisidee = mensen zijn geboren met een stel voorgeprogrammeerde gedragingen die ze nodig hebben om te overleven
  • McDougall probeerde doelgerichtheid van het gedrag te verklaren door beroep te doen op het begrip “instinct”  instinct was een aangeboren capaciteit tot het stellen van doelgericht gedrag
Lees meer...

Motivationele conflicten

  • Doel nastreven kan als gevolg hebben dat het in conflict komt met het nastreven van een ander doel  het ingaan op het ene motief betekent dat men niet kan ingaan op het andere motief
  • Miller  motivationele conflicten
    • Toenaderings – toenaderingsconflict

Keuze maken en één van de doelen laten vallen

Makkelijk op te lossen

Naarmate ze eerder aanleunen bij een van de twee doelen zal de neiging om het ene doel te bereiken groter worden. De neiging naar het andere doel zal zwakker worden.

  • Toenaderings – vermijdingsconflict

Sommige doelen hebben zowel een negatieve als een positieve beleving  we voelen ons even sterk aangetrokken als afgeschrikt

Vermijdingstendens stijgt sneller dan de toenaderingstendens

Wanneer vermijdingstendens daalt, stijgt toenaderingstendens opnieuw

Moeilijk op te lossen

  • Vermijdings – vermijdingsconflict

Twee onaangename alternatieven  twee negatieve doelen vermijden

Moeilijk op te lossen

Conflict te moeilijk  persoon kiest voor een van de twee onaangename doelen om zo uit conflict te komen

Lees meer...

Soorten doelgerichtheid

  • Vermijdingsgedrag  doel = onlustvolle gedragingen voorkomen
    • Passief
    • Actief (ontsnappen)
  • Toenaderingsgedrag  doel = positieve, aangename doelen bereiken
    • Iets nastreven wat men niet heeft
    • Trachten te behouden wat men heeft
Lees meer...

Begripsomschrijving

  • Motivatie gaat over mechanismen die verantwoordelijk zijn voor
    • Voorkeur voor een activiteit
    • Felheid waarmee het gedrag wordt uitgevoerd
    • Volharding om een doel te bereiken
  • Motivatiepsychologie = studie van het ontstaan, de richting, de intensiteit en de duur van doelgericht gedrag
    • Ontstaan = waarom begint het nu? Waarom op dat moment?
    • Richting = wat begint hij te doen?
    • Intensiteit = waarom spant hij zich daarbij hard in?
    • Duur = hoeveel tijd besteedt hij aan dat gedrag?
    • Van een doelgericht gedrag = wat wil hij ermee bereiken?
  • Motivatie = niet rechtstreeks observeerbaar
    • We kunnen alleen zien of iemand gemotiveerd is en waardoor
Lees meer...

Inleiding

  • Behavioristen  beschreven alleen wat ze zagen, wat ze konden meten
  • Andere stromingen  proberen te verklaren wat zich in het individu afspeelt en voelen een tussenliggend motief toe
  • Motivatiepsychologen  zoeken antwoorden op de vragen naar die motieven
  • Duwkracht  waarom stelt iemand op een bepaald ogenblik en bepaald gedrag en iemand anders niet?
  • Aantrekkingskracht  wat motiveert ons, wat trekt ons aan bij het handelen?

Wanneer we het over motivaties hebben, hebben we het over het waarom en het waartoe van ons gedrag. De antwoorden op die vragen kunnen ons helpen om gedrag beter te begrijpen en om gedrag te kunnen voorspellen.

Lees meer...

De zelfwaardering

  • Zelfwaardering = algemene oordelende houding t.o.v. onszelf  dit bepaalt ons denken, voelen en ons gedrag
  • Positief – negatief zelfbeeld  heeft effecten op de persoon
    • Positief: presteren beter, leggen gemakkelijker contacten met anderen, verhoogt de kans op succes, aanvaarden zichzelf, kunnen heel wat verwerken, goed aangepast en aangenaam in de omgang
    • o Negatief: angstig, zien andere mensen als een bedreiging, vermijden het liefst contact, verhoogt de kans op mislukken, onzeker, kwetsbaar, weinig zelfvertrouwen, zonderen zich af
Lees meer...

Informatiebronnen bij de opbouw van het zelfbeeld

  • Introspectie  het waarnemen van onze gevoelens en gedachten, “in onszelf kijken”
  • Zelfperceptie  het waarnemen van ons gedrag en er een oordeel over vormen
  • Looking glass self  de interpretatie van het gedrag van anderen die reageren op ons gedrag. Anderen dienen hierbij als spiegel voor ons (in hun reactie zien we onszelf). We hebben liever een negatieve reactie dan helemaal geen reactie, want door geen reactie voelen we ons afgewezen.
  • Autobiografische herinneringen  herinneringen over ons verleden. Ons geheugen kan informatie vervormen waardoor we ons alleen maar de positieve dingen herinneren. We gaan deze gegevens aanpassen aan het beeld dat we al hebben van onszelf.
Lees meer...

Het zelfbeeld

  • Zelfbeeld = geheel van gedachten, ideeën en oordelen die je over jezelf hebt  wie ben ik?
  • Sociale zelfbeeld  ontstaat door interactie met betekenisvolle personen of groepen
  • Emotionele zelfbeeld  opgebouwd doordat we onze gevoelens waarnemen wanneer we ons in een specifieke situatie bevinden
  • Cognitieve zelfbeeld  het beeld dat we hebben over ons schools presteren en onze intelligentie
  • Fysieke zelfbeeld  uiterlijke kenmerken en lichamelijke prestaties
  • Materiële zelfbeeld  opvattingen over materiële aspecten en eigen situatie i.v.m. bezit en geld
Lees meer...

Trekkentheorieën: de big five

  • Trekken = blijvende persoonsgebonden karakteristieken
  • De “grote” vijf

Spontaniteit

Respect

Zorgvuldigheid

Stabiliteit

Autonomie

Uitbundig

Spontaan

Open

Gesloten

Introvert

Stug

Verdraagzaam

Vreedzaam

Vergevingsgezind

Bazig

Bedillerig

Twistziek

Zorgvuldig

Stipt

Nauwgezet

Gemakzuchtig

Nonchalant

Nuchter

Onverstoorbaar

Koel

Paniekerig

Emotioneel

Overgevoelig

Dynamisch

Kritisch

Opstandig

Lijdzaam

Volgzaam

Gedwee

  • Voordelen
    • Leveren soms een heldere uitleg
    • Personen met elkaar vergelijken
    • Meetinstrument
  • Nadelen
    • Bepaald door wat men al dan niet belangrijk vindt
Lees meer...

Persoonlijkheidstheorie van Erikson

  • Psychosociale ontwikkeling met in elk stadium een identiteitscrisis
  • 8 fasen: ontwikkeling van specifieke persoonlijkheidskenmerken
  • In elke fase  bepaald bestaansthema + 1 aspect van menselijke relatie centraal
  • Iedere overgang = crisis

Vertrouwen vs. wantrouwen

Geboorte – 18 maanden

  • Relatie met verzorgende persoon  meestal de moeder
  • Wantrouwen  kan aanleiding geven tot affectieve stoornissen

Zelfstandigheid vs. schaamte/twijfel

18 maanden – 3 jaar

  • Relatie met ouders
  • Kinderen willen hun eigen autonomie en zelfstandigheid hebben
  • Wanneer we kinderen niet zelfstandig laten zijn, gaan ze gevoelens van schaamte en twijfel ontwikkelen

Initiatief vs. schuld

3 – 6 jaar

  • Relatie met het gezin
  • Het kind komt meer voor zichzelf op, neemt meer initiatief en leert de wereld om zich heen ontdekken
  • Schuld ontwikkelt zich wanneer het kind de kans niet krijgt om verantwoordelijkheid te nemen en dingen op een eigen manier uit te proberen  kind denkt dat alles wat hij wil fout is

Handvaardigheid vs. minderwaardigheid

7 – 12 jaar

  • Relatie met school en buurt
  • Kinderen zijn leergierig waardoor ze vaardigheden ontwikkelen en hun eigen capaciteiten leren kennen.
  • Er kunnen spanningen ontstaan tussen de thuiswereld en de wereld van de leeftijdsgenoten.

Identiteit vs. identiteitsverwarring

12 – 18 jaar

  • Relatie met leeftijdsgroep en identificatiegroep
  • Jongeren gaan meer nadenken over zichzelf. Hun identiteit en hun beeld dat ze van zichzelf opbouwen is vaak gekoppeld aan uiterlijke kenmerken.
  • Adolescent twijfelt in zijn keuzes, kan een negatieve identiteit opbouwen, kan zich rollen aanmeten die in de maatschappij niet worden aanvaard…

Intimiteit vs. isolement

19 – 40 jaar

  • Relatie met partners en groepsleden
  • Er worden interpersoonlijke stabiele relaties en engagementen aangegaan. Het nemen van verantwoordelijk en het geven en aanvaarden van kritiek hoort daarbij.
  • Isolement te boven komen is het belangrijkste om een volwaardige wederzijdse intimiteit te realiseren.

Generativiteit en productiviteit vs. egocentrisme en stagnatie

40 – 65 jaar

  • Relatie met personen met wie men werkt en samenleeft
  • Zorgvorming en leiden van de volgende generatie
  • Midlifecrisis kan voorkomen  negatieve inschatting maken van wat geweest is en wat nog moet komen

Integriteit vs. wanhoop

65 en ouder

  • Het nadenken en aanvaarden van wat geweest is
  • Men neemt verantwoordelijkheid voor wat er gebeurd is. Mijn kijkt terug op het leven en is tevreden.
  • Wanhopig zijn omdat men niet bereikt heeft wat men wil bereiken en omdat er geen tijd meer is om er nog iets aan te doen.
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen