Menu

Culturele perspectieven

  • Ø Culturen worden gekenmerkt door verschillende concepties van het zelf.
  • Ø Europeanen en Noord-Amerikanen leggen de klemtoon op autonomie en zelfstandigheid à individualistische culturen.
  • Ø Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse culturen beklemtonen onderlinge afhankelijkheid en stellen sociale relaties prioritair à collectivistische culturen.
  • Ø Culturele verschillen beïnvloeden de zelfperceptie, hoe men zich voelt en zich tegenover anderen gedraagt.
    • Vb onderzoek met Engelstalige en Chinese studenten (~”ik ben__”)

Zelfschema’s

  • Ø Zelfschema’s zijn de cognitieve moleculen van het zelf concept.
  • Ø Een zelfschema is een specifieke opvatting over zichzelf die de verwerking van zelf-relevante info stuurt.
  • Ø I.v.m. onderwerpen die voor de zelfschema’s relevant zijn, maken mensen vlug zelf evaluaties, herinneren ze zich zeer snel gebeurtenissen uit het verleden en maken ze snel voorspellingen.
Lees meer...

Het autobiografisch geheugen

  • Ø Herinneringen aan opeenvolgende belangrijke gebeurtenissen uit het leven van een persoon zijn van essentieel belang voor het zelfconcept. Zonder autobiografisch geheugen kan men geen coherent zelfconcept opbouwen.
  • Ø Als mensen zich gebeurtenissen uit hun leven herinneren, rapporteren ze over het algemeen meer gebeurtenissen uit het recente dan uit het verre verleden, hoewel sommige herinneringen over het algemeen levendiger en duurzamer zijn dan andere. 2 uitzonderingen:
    • Reminiscentiepiek: oudere personen rapporteren vooral persoonlijke herinneringen uit hun adolescentie en vroege volwassenheid.
    • “Eerste keren” in overgangsperiodes worden beter onthouden. Bv 1ste dag aan de universiteit.
    • Positief eerder dan negatief.
  • Ø Het zelf stuurt het geheugen op 2 manieren:
    • egocentrische vertekening; Het autobiografische geheugen wordt door een egocentrische vertekening vervormd, want mensen overdrijven de eigen rol in gebeurtenissen uit het verleden. Vb getuigenis van John Dean in de Watergate affaire.
    • Achteruit zicht vertekening; Achteruit zicht vertekening leidt ertoe dat mensen hun persoonlijk verleden herzien in het licht van nieuwe info die ze over zichzelf hebben verzameld. De neiging om de eigen bekwaamheid tot voorspellen van uitkomsten te overschatten voor gebeurtenissen uit het verleden. (~”dat heb ik altijd geweten of verwacht!”)

Lees meer...

De invloed van anderen

Sociale vergelijkingstheorie (Social comparison theory Festinger (1954))

Volgens deze theorie evalueren mensen vaak de eigen opinies en capaciteiten door zichzelf met andere te vergelijken.

  • Ø Wanneer vergelijken we ons met anderen?
    • Onzekerheid, de afwezigheid van objectieve criteria.
    • Ook wanneer er wel objectieve info aanwezig is, vergelijken mensen zich met anderen.
  • Ø Met wie vergelijken we ons?
    • Met personen die wat relevante kenmerken betreft op ons gelijken.
    • Soms met andere die minder goed presteren om met onze persoonlijke tekortkomingen om te ga
  • Ø Twee factor theorie van emotie

Vergelijken mensen ook als het om iets persoonlijk gaat als emoties.

Schachter & Singer beweerden dat het ervaren van emotie op 2 factoren steunt:

  • fysiologische arousal
  • cognitieve verklaring voor die arousal.
  • Ø Experiment Schachter & Singer: injectie met epinephrine
    • Fase 1: 3 condities
  1. Epi + info over te verwachten effect
  2. Epi + geen info
  3. Placebo-injectie + geen info
  • Fase 2: 2 condities
    • Wachten met opgewekte, euforische handlanger
    • Wachten met woedende handlanger

Als mensen onzeker zijn over hun gemoedstoestand, interpreteren ze die ‘soms’ door observatie van anderen.

Lees meer...

Percepties van het eigen gedrag

Self-perseption theory (Zelf-perceptie theorie Daryl Bem (1972));

Als interne signalen moeilijk interpreteerbaar zijn, personen zelfinzicht verwerven door observatie van het eigen gedrag en de situatie waarin het gedrag gesteld wordt. Bv na het naar binnen schrokken van een broodje kom je tot de conclusie dat je wel heel erg hongerig moet zijn geweest.

  • Beperkingen: mensen kunnen hun interne gemoedstoestand niet afleiden uit gedrag dat onder situationele druk gesteld wordt. Bv als je een broodje naar binnen schrokt omdat je ervoor betaald hebt, zal je er achteraf niet uit afleiden dat je wel heel erg hongerig moet zijn geweest.

Gelaats feedback hypothese (facial feedback hypothesis)

Gelaatsuitdrukkingen kunnen de oorzaak zijn en niet de de weerspiegeling van een gemoedstoestand. (glimlachen kan een gelukkig gevoel opwekken).

  • Strack onderzoek met stylo in de mond + cartoons. Diegenen die een "lachend" gezicht moesten opzetten vonden de cartoons grappiger.

Dilemma!

Het is echter onduidelijk of de emotie via zelfperceptie wordt teweeggebracht of via gelaatsuitdrukkingen die fysiologische veranderingen veroorzaken, die op hun beurt een emotionele reactie uitlokken.

  • Ø Zajonc: gelaatsuitdrukkingen lokken emoties uit omdat ze fysiologische reacties in de hersenen teweeg brengen. Experiment met letters (ah, e, u, ü)
    • Glimlachen: luchtgekoeld bloed naar de hersenen => temperatuur daalt => aangenaam gevoel.
    • Fronsen wenkbrauwen: bloedtoevoer naar de hersenen daalt => temperatuur stijgt => onaangenaam gevoel.
    • Ø Lichaamshoudingen kunnen gemoedstoestand beïnvloeden:
      • Expansie lichaam à trots
      • Contractie lichaam à neerslachtig
      • Ø Gemoedstoestanden kunnen ook via vocale weg worden opgewekt.
        • Sneller en luider: angstig
        • Trager en stiller: verdrietig
      • Ø Emoties worden ook beïnvloed door sensorische invloed van de stem, het gezicht en het lichaam.

Eveneens steunend op de zelfperceptietheorie, tonen studies van het overjustificatie-effect aan dat mensen soms interesse verliezen in activiteiten waarvoor ze worden beloond.

Overjustificatie-effect: tendens tot de vermindering van de intrinsieke motivatie voor activiteiten die worden geassocieerd met beloning of andere extrinsieke factoren.

  • Vb kleuters die beloond werden om te kleuren met bepaalde stiften vertoonden nadien minder interesse in diezelfde stiften.
  • Ø Mark Twain: het belonen van een leuke activiteit doet de belangstelling voor die activiteit afnemen (~hypothese).
  • Ø Intrinsieke motivatie: vloeit voort uit innerlijke factoren.
  • Ø Extrinsieke motivatie: bloeit voort uit externe factoren, zoals beloningen.
  • Ø Als men merkt dat inspanningen lonen, begint men zich af te vragen of de activiteit op zich ooit wel de moeite was.
  • Ø Als je voor het beoefenen van je grootste hobby geld aanvaardt, krijg je snel het gevoel dat dit “werk” geworden is, terwijl het eerst vrijblijvend “spel” was. Dit kan de kwaliteit van de prestaties negatief beïnvloeden.
  • Ø Mensen zijn creatiever als ze voor een taak belangstelling hebben of ze als een uitdaging zien. Als ze zich gedwongen voelen om geld te verdienen, verplichtingen na te leven, … zijn ze meestal minder creatief.
    • Vb kunstenaars
    • Ø Indien een beloning wordt beschouwd als een “bonus” voor uitstekende prestaties, kan ze wel de intrinsieke motivatie stimuleren als ze fungeert als positieve feedback.
    • Ø Er bestaan individuele verschillen in intrinsieke vs extrinsieke motivatie.

Lees meer...

Introspectie

  • Mensen geloven dat introspectie de sleutel is tot het ware zelf; dat zelfkennis voortvloeit uit het in zichzelf kijken.
    • Ø Onderzoek toont echter aan dat introspectie soms de nauwkeurigheid van zelfbeschrijvingen ondermijnt. Proefpersonen kunnen vaak de echte oorzaken of correlaten van het eigen gedrag niet duiden.

  • Ø Doordat mensen constant bezig zijn met verwerken van informatie zijn zij niet goed in staat gevoelens te begrijpen en te beoordelen.
    • Studenten moeten voorspellingen doen over relaties. De studenten aan wie gevraagd werd hun voorspellingen te argumenteren, bleken uiteindelijk minder accuraat te voorspellen dan de studenten die geen expliciete analyse hadden doorgevoerd.
    • Ø Overeenkomst tussen zelfbeoordelingen en beoordelingen van een vriend is lager wanneer de beoordelingstaak gehinderd wordt door een andere taak die aandacht vraagt.

Affective forecasting; het proces van voorstellen hoe we ons zouden voelen in en nog niet voorgekomen situatie. Mensen overschatten de gevoelens in deze gevallen. durability bias!!!

  • Twee verklaringen durability bias
  1. Mensen zijn veerkrachtiger dan men verwacht.
  2. Er zijn meerdere gebeurtenissen die effect hebben tegelijk.

Lees meer...

De oorsprong van het zelfconcept

  • Zichzelf herkennen als een distinctieve entiteit (iets wat wezenlijk bestaat) is de 1e stap in de ontwikkeling van een zelfconcept. (1e fase)
    • Rond 18 à 24 maand herkennen peuters zichzelf in de spiegel. Dit is de 1e duidelijke uitdrukking van het mij-concept.
  • Mensen en apen zijn de enige “dieren” die zichzelf in de spiegel herkennen.
    • Gordon Gallup: spiegelproef met verschillende diersoorten
  • Het spiegelzelf (looking-glass-self) van Cooley stelt dat sociale factoren een noodzakelijke 2de stap uitmaken. Anderen fungeren als een spiegel voor het zelf. (2de fase).
  • G.H. Mead: mensen komen tot zelfkennis door zich af te vragen wat invloedrijke anderen van hen denken en dit beeld in hun zelfconcept te integreren.
  • Echter wat wij van onszelf denken komt vaak niet overeen met wat anderen van ons denken.
  • 5 bronnen zelfconcept:

1) introspectie,

het observeren en interpreteren van eigen gedachten gevoelens.

2) perceptie van het eigen gedrag,

het observeren en interpreteren van eigen gedragingen.

3) beïnvloeding door anderen,

Andere mensen helpen onszelf te begrijpen

4) autobiografische herinneringen

Het analyseren van het eigen verleden.

5) cultuur en zelfschema’s.

Het zelf concept beïnvloed door cultuur en zelfschema's

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen