Woordenschat
- Gepubliceerd in Psychologie
- Reageer als eerste!
> Een toename (4x) tijdens de lagere school: Ze leren 20 nieuwe woorden/dag
> Kinderen voegen woorden toe aan hun woordenschat door de structuur van complexe woorden te analyseren. Bv. van “happy” en “decide” ontlenen ze de betekenis van “happiness” en “decision”
> Kinderen leren uit conversaties met meer ervaren sprekers, zoals wanneer hun ouders moeilijke woorden gebruiken
> Lezen draagt enorm bij aan de groei van de woordenschat
> Ze hebben een grotere precisie in het denken over en gebruik van woorden
bv. in hun definities : 5 en 6jarigen bieden een concrete beschrijving zoals een mes: “wanneer je wortels snijdt”. Later geven ze dan synoniemen en verklaringen van categoriale relaties, zoals mes: “iets waarmee je kan snijden. Een zaag is gelijk een mes. Het kan ook een wapen zijn”.
- Eerst: functies of uitzicht
- Later: synoniemen en uitleg over categoriale relaties
> Ze krijgen inzicht in meervoudige betekenissen (bv. ‘cool’)
- Hierdoor kunnen ze metaforen begrijpen
- Hierdoor kunnen ze raadsels en woordspelletjes
- Hierdoor verandert hun humor eveneens