Menu

Kinderen met leerproblemen

Verschillende benaderingen:

  • Mainstreaming
    • = kinderen met leerproblemen zitten in gewone klas tijdens deel van de schooldag. Bedoeling is hen beter voor te bereiden op deelname aan de maatschappij
  • Inclusief onderwijs
    • = voltijds plaatsen van deze kinderen in gewone klassen

Verschillende types van kinderen:

  • Lichte mentale handicap
    • = IQ tussen 55 en 70 en aanpassingsproblemen in het gewone leven
  • Leermoeilijkheden
    • = veel moeilijkheden met één of meer aspecten van leren, vaak lezen. Prestaties daardoor veel lager dan verwacht op basis van IQ.

Het effect dat mainstreaming en inclusief onderwijs hebben heeft te maken met:

- Verbetering in prestaties

- Sociale integratie in klasgebeuren

è Het effect is onduidelijk; sommige kinderen hebben er baat bij, andere niet.

> Verbetering van de prestaties hangt af van:

  • De ernst van de leerproblemen
  • De aangeboden ondersteuning

> Deze kinderen worden vaak buitengesloten door kinderen uit gewone klas:

  • Niet snel genoeg in spel of gesprek
  • Ze voelen weinig sociaal aan (‘social awareness’) en weinig responsiviteit

> Er zijn uiteraard niet altijd nadelen. Soms zijn er ook wel voordelen aan de opname in een gewone klas. De beste regeling is:

  • Volledige inclusie met steun of
  • Begeleid door taakleraar in afzonderlijke ruimte met aangepaste materialen op individuele basis of in kleine groep tijdens deel van de schooldag en in gewone klas voor de rest van de dag

> Kinderen brengen dus variabel deel van de tijd door in gewone klas, afhankelijk van hun mogelijkheden

> Er moeten bijzondere maatregelen getroffen worden om de aanvaarding door leeftijdsgenoten te bevorderen:

  • Samenwerken in gemengde groepen

Voorbereiden op komst van een kind met speciale behoeften

Lees meer...

Samenbrengen van leerlingen

  • Homogene klassen of groepen
    • = kinderen van hetzelfde niveau worden samengezet
    • Is belangrijke bron voor zelfvervullende voorspellingen
    • Doet de kloof tussen hoog- en laag presteerders toenemen
  • Heterogene klassen of groepen
    • = 2 of 3 studiejaren samen (‘multigrade classrooms’)
    • Leidt vaak tot:
      • betere prestaties
      • Hogere zelfwaardering
      • Positievere houding tegenover school
    • Mogelijke verklaring: hier meer gelegenheid om te leren door samenwerking (‘cooperative learning’)
Lees meer...

Interactie onderwijzer – leerling

> Kenmerken die kinderen geven aan een goede onderwijzer:

  • Zorgzaam
  • Behulpzaam
  • Stimulerend

 Gedragingen die geassocieerd worden met winst in motivatie, prestatie en positieve
peerrelaties

> Maar te veel leerkrachten in de VS benadrukken drill en herhaling. Het is bewezen dat als de klemtoon op het denken van hoger niveau ligt, meer kinderen aanwezig zijn en meer vooruitgang boeken.

> Deze interactie heeft een sterke impact op de prestaties en het sociaal gedrag van lage SES minderheidsstudenten.

> Onderwijzers behandelen kinderen anders:

  • “Brave” kinderen: meer aanmoediging
    = kinderen met hoge SES, hoge prestaties en weinig disciplineproblemen
  • “Stoute” kinderen: meer conflict, meer kritiek

> Eens de attitudes van leerkrachten over leerlingen gevormd zijn, kunnen ze extremer worden

> Een grote zorg hierbij is zelfvervullende voorspellingen (‘self-fulfilling prophecies’):

  • = kinderen nemen de positieve of negatieve beelden over die hun onderwijzers over hen hebben en beginnen zicht e gedragen in overeenstemming met die verwachtingen.

> Effecten zijn het meest uitgesproken bij kinderen die minder goed presteren.

  • Kinderen die hoog scoren hebben minder ruimte om te verbeteren wanneer leerkrachten goed over hen denken, en wanneer een leerkracht kritisch is kunnen ze terugvallen op hun succes in het verleden.
  • Leerlingen die laag scoren worden bevooroordeeld door de leerkracht in de negatieve zin

> Meestal negatief vooroordeel bij onderwijzers komt overeen met lagere verwachtingen bij leerlingen die minder goed presteren.

> Men moet opletten dat minderheidsgroepen zich niet bedreigd voelen door een negatief stereotype (‘stereotype threat’)

Lees meer...

Nieuwe filosofische richtingen

Sociaal – constructivisme (zie Vygotsky!)

> = kinderen nemen deel aan breed bereik van uitdagende activiteiten met andere kinderen en leraar, met wie ze samen kennis opbouwen

> Kinderen worden competente leden van en dragen bij tot hun klasgemeenschap

> Kinderen boeken vooruitgang in cognitieve en sociale ontwikkeling

> Principes

  • Leraren en kinderen zijn partners in het leerproces
  • Ervaring met vele types van symbolische communicatie in betekenisvolle activiteiten
    • Wanneer kinderen kunnen lezen, schrijven en rekenen, worden ze zich bewust van het communicatiesysteem van hun cultuur en reflecteren ze dat op hun eigen denken en brengen ze het onder vrijwillige controle
  • Onderwijs aangepast aan de zone van de naaste ontwikkeling van elke leerling

Vertalen van deze principes in de praktijk van klasgebeuren, zoals:


Wederzijds leren (‘reciprocal teaching’)

> = een onderwijzer en 2 tot 4 leerlingen die samen werken als een groep mensen en nemen om beurt de leiding van een dialoog over een tekst. Binnen deze dialoog worden 4 strategieën toegepast:

  • Vragen stellendoor de leider over de inhoud van een stukje tekst
    • Antwoorden / nieuwe vragen stellen / tekst opnieuw lezen
    • Samenvattendoor de leider van dit stukje tekst
      • Discussie over deze samenvatting
      • Verduidelijken(allen)
        • Alle groepsleden helpen elkaar
      • Voorspellen(leider)
        • Ideeën over wat er in de tekst gaat volgen

> Effect:

  • Grote vooruitgang in begrijpend lezen
  • Zone van naaste ontwikkeling wordt gecreëerd waarin kinderen geleidelijk aan meer verantwoordelijkheid voor de inhoud van de tekst verkrijgen
  • Belangrijke vaardigheden voor gewone leven aangeleerd

Lees meer...

Traditionele versus constructivistische klassen

  • Traditionele klas
    • Onderwijzer is enige bron van gezag in klas inzake kennis, regels en beslissingen
    • Onderwijzer is het meest aan het woord
    • Leerlingen zijn passief en luisteren
    • Vooruitgang is geëvalueerd via uniforme normen
    • Voordeel: betere prestaties bij oudere kinderen
    • Nadeel: motivatie neemt af (lage SES)

  • Constructivistische klas (vaak Piaget!)
    • Leerlingen worden aangemoedigd om zelf kennis op te bouwen
    • Kinderen reflecteren op en coördineren hun ervaringen
    • Leerlingen werken in kleine groepen of individueel
    • Leraar begeleidt en ondersteunt volgens behoeften van kinderen
    • Vooruitgang geëvalueerd door vergelijking met eigen vroegere ontwikkeling; vergelijking met andere leerlingen is minder belangrijk
    • Voordeel
      • Kritisch denken
      • Grotere sociale en morele rijpheid
      • Positieve houding t.o.v. school
    • Nadeel: iets mindere prestaties

Historische evolutie: slingerbeweging

- Jaren ’60: constructivistisch (Piaget)

- Later: klassiek (‘back to basics’)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen