Logo
Print deze pagina

Waarnemen: betekenis geven aan de gewaarwording

Deel dit artikel:

 Fysische niveau
= het soort prikkels die worden geregistreerd

 Zintuiglijk niveau
= de werking van de zintuigen

 Neuropsychologische niveau
= de sturing via de zenuwbanen en het verwerken van de prikkels zodat we er
een betekenis kunnen aan geven
 BETEKENIS GEVEN = PERCEPTIE

v Organisatieprocessen van de waarneming
 gestaltpsychologie: geheel  delen
 gestalt = geheel
als één deel verandert, verandert het geheel



a) Figuur-achtergrond
 iets kan nooit voor en achtergrond tegelijk zijn

b) Groeperingswetten:
 Wet van de nabijheid
Hoe dichter twee prikkels zich bij elkaar bevinden, hoe groter de neiging
om ze als één geheel waar te nemen.
 Wet van de gelijkheid
Gegevens die sterk op elkaar gelijken, zullen spontaan samen worden
gezien

 Wet van de goede voortgang
Gegevens die een vooruitgaande beweging suggereren, worden
waargenomen als samenhorend

 Wet van de geslotenheid
We hebben de neiging om een onvolledige waarneming aan te vullen met
gegevens zodat we een ons bekend gegeven verkrijgen

c) Perceptuele constanties
 Grootte
Bv. we weten hoe groot mensen zijn, of ze nu ver van ons
verwijderd zijn of vlak bij zijn

 Kleur
Bv. wanneer de schaduw van een persoon op ons boek valt, weten we dat
het papier niet donkerder wordt.

 Oriëntatie
Bv. als je naar een landschap kijkt en je draait je hoofd 45° dan zal het
landschap niet meedraaien.

d) Illusies
 Onjuiste waarneming, we zien dingen anders dan ze werkelijk zijn of we
zien dingen die er niet zijn

1) Ponzo-illusie

2) Müller-Lyer-illusie

3) Poggendorf-illusie

4) Zollner-illusie
 lange lijnen zijn parallel

5) Maanillusie

6) Illusie: Hermann Grid rooster

7) Bewegingsillusie

8) Titchener cirkels

Copyright © 2019. All rights reserved.