Logo
Print deze pagina

VLUCHTEN & ANGST

Deel dit artikel:
  • activiteit nucleus accumbens is situatie afhankelijk: naderen of vluchten
  • Engels maakt onderscheid tussen vormen van ‘angst’
    • ‘fear’: neiging te vluchten
    • ‘anxiety’: gevoel dat er iets gevaarlijks gebeurt (zonder vluchtneiging)
  • aangeboren fear: schrik (startle) reflex door lawaai
    • reflex is snel (200 ms): werkt rechtstreeks van oor via medulla en pons  spierspanning nek (nekbescherming)
  • modererende (versterkende/verzwakkende) invloed van reflex
    • door humeur en eerdere ervaring
    • werkt via amygdala (onvangt pijn, visuele, auditieve signalen)
  • intensiteit van de schrikreflex = indicator voor momentane angst / ontspanning
  • amygdala geeft angstsignaal o.g.v. waargenomen stimuli
    • amygdala activiteit  negatieve emoties
  • input amygdala: pijn (bruin), visuele (blauw) en auditieve (groen) informatie
  • output amygdala

- pons  schrikreflex

- hypothalamus  autonome reakties (bloeddruk)

- prefrontaal  gedragsresponsen: o.a. vluchten

Copyright © 2019. All rights reserved.