Logo
Print deze pagina

Percepties van het eigen gedrag

Deel dit artikel:

Self-perseption theory (Zelf-perceptie theorie Daryl Bem (1972));

Als interne signalen moeilijk interpreteerbaar zijn, personen zelfinzicht verwerven door observatie van het eigen gedrag en de situatie waarin het gedrag gesteld wordt. Bv na het naar binnen schrokken van een broodje kom je tot de conclusie dat je wel heel erg hongerig moet zijn geweest.

  • Beperkingen: mensen kunnen hun interne gemoedstoestand niet afleiden uit gedrag dat onder situationele druk gesteld wordt. Bv als je een broodje naar binnen schrokt omdat je ervoor betaald hebt, zal je er achteraf niet uit afleiden dat je wel heel erg hongerig moet zijn geweest.

Gelaats feedback hypothese (facial feedback hypothesis)

Gelaatsuitdrukkingen kunnen de oorzaak zijn en niet de de weerspiegeling van een gemoedstoestand. (glimlachen kan een gelukkig gevoel opwekken).

  • Strack onderzoek met stylo in de mond + cartoons. Diegenen die een "lachend" gezicht moesten opzetten vonden de cartoons grappiger.

Dilemma!

Het is echter onduidelijk of de emotie via zelfperceptie wordt teweeggebracht of via gelaatsuitdrukkingen die fysiologische veranderingen veroorzaken, die op hun beurt een emotionele reactie uitlokken.

  • Ø Zajonc: gelaatsuitdrukkingen lokken emoties uit omdat ze fysiologische reacties in de hersenen teweeg brengen. Experiment met letters (ah, e, u, ü)
    • Glimlachen: luchtgekoeld bloed naar de hersenen => temperatuur daalt => aangenaam gevoel.
    • Fronsen wenkbrauwen: bloedtoevoer naar de hersenen daalt => temperatuur stijgt => onaangenaam gevoel.
    • Ø Lichaamshoudingen kunnen gemoedstoestand beïnvloeden:
      • Expansie lichaam à trots
      • Contractie lichaam à neerslachtig
      • Ø Gemoedstoestanden kunnen ook via vocale weg worden opgewekt.
        • Sneller en luider: angstig
        • Trager en stiller: verdrietig
      • Ø Emoties worden ook beïnvloed door sensorische invloed van de stem, het gezicht en het lichaam.

Eveneens steunend op de zelfperceptietheorie, tonen studies van het overjustificatie-effect aan dat mensen soms interesse verliezen in activiteiten waarvoor ze worden beloond.

Overjustificatie-effect: tendens tot de vermindering van de intrinsieke motivatie voor activiteiten die worden geassocieerd met beloning of andere extrinsieke factoren.

  • Vb kleuters die beloond werden om te kleuren met bepaalde stiften vertoonden nadien minder interesse in diezelfde stiften.
  • Ø Mark Twain: het belonen van een leuke activiteit doet de belangstelling voor die activiteit afnemen (~hypothese).
  • Ø Intrinsieke motivatie: vloeit voort uit innerlijke factoren.
  • Ø Extrinsieke motivatie: bloeit voort uit externe factoren, zoals beloningen.
  • Ø Als men merkt dat inspanningen lonen, begint men zich af te vragen of de activiteit op zich ooit wel de moeite was.
  • Ø Als je voor het beoefenen van je grootste hobby geld aanvaardt, krijg je snel het gevoel dat dit “werk” geworden is, terwijl het eerst vrijblijvend “spel” was. Dit kan de kwaliteit van de prestaties negatief beïnvloeden.
  • Ø Mensen zijn creatiever als ze voor een taak belangstelling hebben of ze als een uitdaging zien. Als ze zich gedwongen voelen om geld te verdienen, verplichtingen na te leven, … zijn ze meestal minder creatief.
    • Vb kunstenaars
    • Ø Indien een beloning wordt beschouwd als een “bonus” voor uitstekende prestaties, kan ze wel de intrinsieke motivatie stimuleren als ze fungeert als positieve feedback.
    • Ø Er bestaan individuele verschillen in intrinsieke vs extrinsieke motivatie.

Copyright © 2019. All rights reserved.