1 puur rechtshandig (ca. 85%) 2 mixed-handed (sommige taken linker hand, andere rechter hand: bv. Leonardo da Vinci) 3 ambidextrous (< 1%; even goed met beide handen in elke taak) 4 puur linkshandig (ca. 12%)
één-eiïge tweeling soms verschillend: niet alleen genetisch
apen: (alleen) communicatie met de rechter hand
mogelijke verklaring (Klar, 2003)
dominant gen voor rechtshandigheid
een recessief gen voor toevallige links- of rechtshandigheid
dit model verklaart de verdeling van links- en rechtshandigheid, maar zo’n gen is (nog?) niet gevonden