Pre-schooljaren: kinderen worden zeer actief. Hun spieren worden groter en balans wordt beter. Ook de fijne motoriek verbeterd.
Vroege schooljaren: fysieke ontwikkeling gaat gestaag door.
Adolescenten: puberty: de fysiologische veranderingen tijdens de adolescentiefase die leiden tot de mogelijkheid van voortplanting. Het is het begin van seksuele rijping. Kinderen kunnen in deze tijd ook problemen met de identiteit krigjen. Bulimia: een eetstoorlis die gekarakteriseerd wordt door overeten en het dan kwijt raken door een vinger in de keel of laxeermiddelen (ookwel binge eating). Anorexia nervosa: eetstoornis door veel te weinig voeding binnen te krijgen (self-starvation). Beide zijn meer bij vrouwen dan bij mannen.
Ontwikkeling van adolescent en hersenen: ze leren om het gedrag te beheersen, meer doelgerichter te zijn en meer georganiseerd. Soms lijken adolescenten volwassen maar zijn dit nog niet, de hersenen zijn zich nog steeds aan het ontwikkelen.