Logo
Print deze pagina

Edward Chace Tolman (1886-1959) (p 487)

Deel dit artikel:

Tolman was geïnspireerd door James’ Principles of Psychology. Hij ging naar Harvard en werkte onder Münsterberg. Tolman zag dat introspectie nauwelijks werd gebruikt en niemand ging naar Titchener. Hij concludeerde dat Watson’s conclusies in zijn Manifesto klopten.

In Berkeley kocht Tolman wat ratten en maakte een doolhof. Hij vond dat zijn ratten niet alleen maar bewogen door stimulus, beloningen en straffen zoals beschreven in Watson’s boek. Volgens hem leerden de ratten een cognitive map van het doolhof. Zinvolheid en cognitie vormden het centrale thema in Tolman’s molar behaviourism. Molar activiteiten beschreef hij zoals een rat die door een doolhof rent, een kat die uit een puzzle box komt, een man die naar huis rijdt, een kind die zich verbergt voor een vreemdeling.

Hij zag dat verschillende beloningen verschillend gedrag uitlokken. Ratten rennen sneller voor melk dan als zij simpelweg verwijderd worden aan het eind. Ook kon hij teleurstelling laten zien bij ratten als zij geen beloning kregen door ratten beloningen op te voeren of wel in kwaliteit te verlagen. Dit beïnvloedde het gedrag (ze gingen sneller of langzamer lopen met meer of minder fouten). Met een aap die de beloning niet kreeg ging eerst op zoek naar de juiste beloning en toen deze niet te vinden was werd de aap boos en ging schreeuwen.

Blodget deed experimenten met 3 groepen ratten. De eerste kreeg altijd een beloning als ze het einde haalden, de tweede pas na 5 dagen en de derde na 2 dagen. De dag nadat ze veranderd waren van regime bleken ze duidelijk al wat geleerd te hebben. Tolman noemde dit latent learning. Leren hoeft dus niet door alleen reinforcement.

Verder liet hij ratten in een doolhof met drie routes naar de uitgang waarbij elke route verschillende lengte had. De ratten probeerden de snelste route te gebruiken of wat Tolman de law of least effort noemde. Hij leerde de ratten elke route door ze soms te blokkeren.

In een ander doolhof (zie p 492) moesten ratten een kruising kiezen om de beloning te vinden. De ratten gedroegen zich volgens de cognitieve map theorie. Ookwel response vs place learning. Zie ook p 493 voor nog een doolhof.

Op kruisingen zoeken de ratten naar de juiste weg, dit noemde Tolman vicarious trials and error (VTE). Het is onderdeel van de poging van de rat om te leren wat naar wat leidt.

In The Determinants of behaviour at a Choice Point beschreef Tolman 3 variabelen die gedrag beïnvloeden: 1) onafhankelijke, condities waar de onderzoeker zelf iets mee doet (trainingsschema bijv.), 2) interveniërende, deze worden aangestuurd door onafhankelijke variabelen (honger, motoriek) en 3) afhankelijke variabelen (VTE, aantal fouten, snelheid).

Tolman bevrijde het behaviorisme van de methodologische en theoretische beperkingen die opgelegd waren door Watson.

Copyright © 2019. All rights reserved.