De pijnbeleving
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1968 keer
Pijn is functioneel, het waarschuwt ons voor potentiële lichamelijke beschadigingen. Als het te lang duurt, kan het destructief en problematisch worden.
Mensen met de aandoening ‘congenital universal insensitivitiy to pain’ (CUIP) hebben een aangeboren ongevoeligheid voor pijn en overlijden meestal op jonge leeftijd. De zenuwbanen voor pijn lijken intact te zijn, maar nemen toch geen pijn waar.
Typen pijn
Typen pijn zijn:
- acute pijn: pijn die korter duurt dan drie tot zes maanden. Sommige perioden van acute pijn, meestal na één of andere verwonding, komen slechts één keer voor en hierbij verdwijnt de pijn meestal zodra het beschadigde weefsel is genezen. Het kan ook recidiverend zijn. Aandoeningen zoals migraine, hoofdpijn of aangezichtspijn kunnen gepaard gaan met herhaalde perioden van pijn, die elk voor zich als ‘acuut’ kunnen worden omschreven, maar desondanks deel uitmaken van een langduriger aandoening.
- Chronische pijn: dit is pijn die langer dan drie tot zes maanden aanhoudt. Het begint meestal met een periode van acute pijn die in de loop van de tijd niet overgaat. Er is onderscheidt te maken tussen pijn met en zonder een duidelijke oorzaak. Er kan ook onderscheid gemaakt worden tussen chronische, goedaardige pijn (een langdurige pijn van constante hevigheid) en chronische, progressieve pijn (een pijn die in de loop van de tijd steeds heviger wordt, doordat de ziekte verergerd).
Een andere manier om typen pijn in te delen, is de aard van de pijn in aanmerking te nemen. Hierbij worden vaak drie dimensies van de ervaring gebruikt:
- Het type pijn: zoals stekende pijn, pijnscheuten, kloppende pijn, schrijnende pijn, doordringende pijn, scherpe pijn en brandende pijn.
- De hevigheid van de pijn: licht ongemak tot onhoudbare pijn.
- Het patroon van de pijn: bijvoorbeeld kort van duur, voortdurend en met tussenpozen.
Fantoompijn: een verschijnsel dat optreedt na de amputatie van armen of benen, waarbij de patiënt het gevoel heeft dat de arm of het been nog steeds aanwezig is en de patiënt pijn ervaart in de geamputeerde ledematen.
Migraine: een type hoofdpijn met symptomen als misselijkheid, braken of overgevoeligheid voor licht. Gaat gepaard met veranderingen van de doorbloeding van de hersenen.
Aangezichtspijn: een pijnlijke ontsteking van de trigeminuszenuw die een scherpe, hevige pijn in het gezicht veroorzaakt.
De prevalentie van pijn
In een steekproef maakte ong. 20% van de mensen melding van enige mate van chronische pijn. De meest genoemde oorzaken van pijn waren verwonding, sportblessures en een ‘gezondheidsprobleem’. Ouderen maken vaker melding van pijn dan jongeren.
Pijn is de belangrijkste reden om een arts te bezoeken.
De kosten van pijn zijn niet alleen lichamelijk en psychologisch, maar ook economisch (direct: kosten van de gezondheidszorg, en indirect: ziekteverzuim, productieverlies enz).
Leven met pijn
Mogelijke effecten van chronische pijn:
- er moet in de dagindeling rekening mee gehouden worden
- leidt tot verhindering van deelname aan lichamelijke of sociale activiteiten
- moeite om voor zichzelf te zorgen
- negatieve invloed op het huwelijk en de sociale relaties
- negatieve invloed op de financiële situatie
- depressie (kan zowel oorzaak als gevolg zijn)
Drie soorten ‘winst’ of beloning die met pijn gepaard gaan:
- Primaire (intrapersoonlijke) winst: treedt op wanneer uitingen van pijn ertoe leiden dat een aversieve consequentie stopt of afneemt, bijvoorbeeld doordat iemand een huishoudelijk klusje overneemt dat pijn veroorzaakt.
- Secundaire (interpersoonlijke) winst: treedt op wanneer pijngedrag een positieve consequentie heeft, zoals uitingen van sympathie of zorg.
- Tertiaire winst: gevoelens van plezier of voldoening die iemand anders dan de pijnlijder kan ervaren wanneer deze de patiënt helpt.
Deze verschillende beloningssystemen kunnen problemen veroorzaken. Als een pijnlijder een omgeving heeft waarin de uitingen van pijn met een gewenst resultaat worden beloond en waarin degenen om hun heen voldoening krijgen uit het geven van verzorging, kan dit ertoe leiden dat de patiënt steeds minder gaat doen om zichzelf te helpen. Hierdoor wordt de patiënt steeds minder actief, verstijven de spieren steeds verder en gaat steeds meer spiermassa verloren, waardoor mogelijke problemen worden verergerd.
Vijf nadelen van een niet goed ondersteunende omgeving:
- dramatisering van de klachten
- niet meer gebruikmaken van het lichaamsdeel als gevolg van inactiviteit
- misbruik van middelen als gevolg van overmatige medicatie in reactie op pijngedrag
- afhankelijkheid van anderen als gevolg van aangeleerde hulpeloosheid en belemmerd gebruik van persoonlijke vaardigheden voor coping
- invaliditeit als gevolg van inactiviteit