Oefenopgave 42
- Gepubliceerd in Mechanica
- Reageer als eerste!
In een calorimeter bevindt zich 100 g water van 20 oC. Men brengt een blokje koper van 100 oC in de calorimeter.
a. Welke stoffen nemen warmte op? Het water en de calorimeter.
b. Welke stof staat warmte af? Het blokje koper in de calorimeter.
c. De eindtemperatuur ligt tussen …oC en …oC. De 20 oC en 100 oC.
Om de eindtemperatuur van twee gemengde hoeveelheden stoffen met verschillende begintemperaturen te berekenen, geldt er dan Qop = Qaf. De opgenomen warmte is gelijk aan de afgestane warmte.
De hoeveelheid warmte Q wordt berekend door: m x c x ΔT. Voor de ΔT kan bij een temperatuurstijging (t – begintemperatuur) in de formule worden ingevuld. Bij een temperatuurdaling kan er (begintemperatuur – t) worden ingevuld.
Door dan vervolgens de formules van de beide stoffen aan elkaar gelijk te stellen, kan de eindtemperatuur worden berekend.