De sociale context van taal
- Gepubliceerd in Marketing
- Lees 1462 keer
Pragmatiek = de studie van hoe we taal gebruiken in sociale contexten
- Adaptability of language: de interactanten dienen hun taalgedrag steeds aan te Pasen aan de eisen van de context.
2 Tradities:
- Functionele structuralisme
- Taalhandelingstheorie (Speech Acts Theory)
Functionele structuralisme:
- Vertegenwoordiger : de Rus Roman Jakobson (1896 – 1982)
- Onderscheidt functies die taal dient te vervullen wil er sprake zijn van een communicatieproces.
Verwerkt hierbij 6 factoren: (moeten in elk proces aanwezig zijn)
- Zender, ontvanger, (fysisch en psychologisch) contact, boodschap, context (datgene waarnaar de boodschap refereert), code
- Aan factoren functies van taal verbonden:
- Emotieve: connoteert de houding van de zender tov datgene waar hij over spreekt
- Connatieve: klemtoon ligt op de ontvanger, zoals bij de imperatief
- Fatische: verbale processen hebben de functie om het proces tot stand te brengen, verder te zetten, af te sluiten, aandacht te trekken,…
- Poëtische: klemtoon ligt op de talige boodschap zelf (zoals in poëzie, spreekwoorden,…)
- Referentiële, cognitieve of denotatieve: nadruk ligt op de referent
- Metalinguïstische: klemtoon ligt op de code en men spreekt met taal over taal
Taalhandelingstheorie/ Speech Act Theory:
- Anglo – amerikaans van oorsprong
- Taal gebruiken en communiceren is een vorm van handelen
- Mensen gebruiken taal om bepaalde doeleinden te bereiken
- Speech act = het doel dat de spreker door middel van taal wil gebruiken
- Succesvolle communicatie = men begrijpt de relatie tussen woorden, zinnen en de speech act
- Méér dan 1 pragmatische structuur = met dezelfde zin kan de ontvanger verschillende doelen hebben
- Correcte pragmatische keuzes = rekening houden met context want die geeft nodige informatie voor interpretatie van speech act
- CMM = Coordinated Management of Meaning Theory
- Rekening houden met 4 soorten context:
- Episode: situatie waar we in zitten tijdens interactie
- Relatie: rolverplichtingen die we ervaren tegenover de andere
- Life script: professionele of persoonlijke identiteit
- Cultureel patroon: culturele normen die we delen met anderen
- Rekening houden met 4 soorten context:
Figuur 17